Dat verstrammen en het klagen
stug worden als de jaren stapelen
en overal die oplaaddraden
de trein die niet van vroeger is
en alle nieuwe mensen zijn zo
zo hartverscheurend onbeschoft en luid
met spreekmachines op de huid
vriendjes van vroeger breken alles
en het kermen over toen
en nieuwe heup
waren de grappen ooit wel leuk
wie huppelt nog
wie kan nog gieren
om een domme grap
een stok een wollen hoed
een oude jas