Lieoneel was een grasrasper. Wat hij deed wist niemand omdat hij het onmogelijke wilde. Gras laat zich niet raspen. Ook al weer een vriendje van de Urm. Soms dansten ze samen in de maneschijn, hoewel ze daar nu ook weer niet vrolijk van werden. ‘Ik wil, ik wil’, zong dan Lieoneel en de Urm kreunde: ‘Ik zie zo scheel, zo scheel.’ Nu begrijp je misschien waarom het mannetje Steeketee tot aan het ochtendgloren weende.