De zwaluwen
Iedereen weet dat zwaluwen geweldig zijn, maar dat je ze niet om een boodschap moet sturen. Ze bedoelen het goed en riepen met iedereen mee, luisteren Indigo, maar zelf dachten ze aan een half woord genoeg te hebben. En ze hadden het woord hemel gehoord. Eitje, zeiden ze tegen elkaar we gaan vast. En daar ging de eerste groep al. Recht de hemel in, maar ze wisten niet welke. Dus in de eerste hemel vlogen ze iedereen voor de voeten. Of ze vlogen met een knal tegen de berg die daar volgens de zwaluwen niet hoorde te zijn. En de engelen daar hadden het al zo druk met kleine zieltjes in de geboorteboom hangen. En met oude recycle-zielen te laten vergeten wat hun verleden was. En het selecteren aan de poort was ook hun taak. Wie moest naar welke hemel? Druk druk druk daar. En nu die zwaluwen gekneusd met een halve-doorelkaarpraat-boodschap. Engelen moeten helpen. Wie dan en wat dan, vroegen de engelen?
De Berg Tohowawohoe begon zich ermee te bemoeien. Is er iets met mijn zoon? Is er iets mis met Indigo. Ja en nee, zeiden de zwaluwen, ook met Ylustra zijn zuster. Ylustra? Zei de berg, die is niet van mij. Moeder Aarde heeft meer kinderen met anderen, ik vind één genoeg. Dat vonden de zwaluwen belachelijk en ze lieten hem dat weten ook.
Alles bij elkaar geen goede binnenkomer in de eerste hemel. Dus ze zochten het hogerop. Tweede hemel, ach daar werd helemaal niet naar die veertjes geluisterd. En in de derde hemel was iedereen druk doende met therapie. Vette engelen die dun wilden zijn en magere engelen die dikker widen worden. En veel engelen die op zoek waren naar de zin van hun hemel. Ook druk daar.