31 juli 2015
Zomer en mode
Hier om de hoek is een ijssalon met waarlijk goddelijk ijs. Helaas, daar word je dik van en mijn suiker vindt het, ja wat vindt die? Zondig waarschijnlijk. Nou ja, heel soms mag ik twee bolletjes. Jumjum. Mijn moeder was dol op het akelige ijs van Jamin. Volgens mij geoogst van een bevroren koe. Ik fietste liever de halve stad door naar La Venezia, daar hadden ze tenminste zalig ijs. En niet in zo’n klef papiertje met bijgeleverde eetbare kartonnetjes.
Wat is dat toch tegenwoordig met te veel weten wat we eten. Het één heeft calorieën waardoor je de grond inzakt, het ander zit vol gif. Of het komt van ver weg waar het de arme bevolking of hun aarde uitput of ze het zelf niet kunnen eten of betalen. Daar wordt gekermd om van alles en het is goddeloos van ons om dat voeder zo ver te laten reizen. Schuld, schuld, onze schuld.
Onbekommerd kopen waar je zin in hebt, is er niet meer bij. Of je kan het niet betalen of je schuldgevoel staat op loeisterkte. Met kleding dito. Bij de leuke aanbiedingen zie je in je geestig hoofd zielige kindjes in een snikheet land hun arme handjes kapot werken. Dat wil je toch niet?
En het komt allemaal door de vrije markt. Geloof ik. Maar wat is er dan vrij aan? Wie is er dan vrij? De mensen die uit oorlogsgebieden vluchten. Ze zijn vrij om dat te doen. Maar wij willen ze niet. Daar zijn wij vrij in. Maar zijn we dat? Jij krepeert, eigen schuld, dikke bult? En geld voor een ijsje? Zij niet. Wij wel. Maar dan gaan we te gronde aan de welvaartsziekten.
Samen met de vrije markt is onze argeloosheid ook doorverkocht, denk ik. Aan China waarschijnlijk.
En de mode, ook zo’n vreemd fenomeen.
Karbonade. Daar had ik nou pas geleden zo’n zin in. Maar in heel Middelburg geen tent te vinden die dat op de menukaart heeft. Karbo is uit. Net zoals de gewone groente. Dingen moeten nu tot schuim gepest worden en verder gereduceerd tot siersliertjes. En de sla? Ja, er is nog sla. Met van die blaadjes waar ik niet aan voorgesteld ben. Harige, dure, harde rucola, jonge blaadje van knollen die we nooit meer eten. En dat alles in vijftig kleuren groen. Heel modieus. Houdt u van mode? Jurken van ongelijke lengte. Of alles getailleerd, terwijl we veel te vet zijn. Of het andere uiterste, bolbloezende samengeraapte lappen die je drielaags of vierlaags moet aantrekken.
Bloesjes zonder kraagjes. Je moet nu shawls, terwijl de zomers heter en heter worden en de wind aantrekt, en maar verward raken in die sierlappen. Rare wereld.
En dan de binnenhuisrage. Alles betongrijs. Plantenbakken, restaurants, alles. Vierkante, enge blokken en nepstalen balken, en ruwe muren en ongemakkelijke stoelen. Beeldig? Niet.
Gelukkig is het ijs nog niet grijs. Maar dat komt misschien nog.