Zestien benen
Morgen krijgen we acht nieuwe buurvrouwen. Acht. Acht van achttien jaar. Zestien jonge benen dus. En ik word nu al gek van het geklop en geboor, want die kinderen moeten allemaal een eigen gipswandje hebben, dus het buurhuis wordt verbouwd. Verhokt eigenlijk.
Die meisjes zijn uit huis gezette kinderen die nu ze achttien zijn niet meer in hun gezinsvervangende tehuizen kunnen blijven. Meerderjarig zegt de wet. Ophoepelen. Dus vallen ze nu in handen van privépersonen die het goed met ze voor hebben. Dus die huren een duur huis op een rustige locatie, waar ze er acht in kunnen proppen. Hoi voor de buurt. Is het voorspelbaar dat dit welopgevoede jongedames zijn? Dat zij geen ongure jongemannen zullen ontvangen? Alleen overdag is er enig toezicht. De avonden en de nachten zullen wel gezellig worden denken wij, de buren, dus.
Onze menslievendheid zal danig op de proef gesteld worden. En dan is het nog geen zomer en zitten zij nog niet op het dakterras met glaasjes limonade en spreken zij nog niet met beschaafde damesstemmen die door onze kalme buurt zullen tinkelen.
Het zal hun schuld wel niet zijn dat zij uit hun ouderlijke huizen gezet zijn, denk ik. Wat is er gebeurd? Verkracht door hun pa? Geslagen door hun moeder? Drugsachtergrond? Wij weten het niet.
Zullen ze woedend door het leven gaan door al het onrecht hun aangedaan?Gaan ze werken? Gaan ze doorleren? Zijn de voorgeschreven brandmelders geplaatst? Wij weten het niet.
Zullen ze alle avonden, eindelijk vrij, lekker gaan stappen? Komen ze dan midden in de nacht dronken en gierend van de lol weer in onze rustige buurt slaand met de deuren van ons buurhuis?
Wie beheert hun budget? Zijn dat die mensen die dit onzalige plan voor dit en nog twee andere huizen elders hebben uitgevoerd? Wat verdienen zij hieraan? Wij weten alleen dat naast ons zestien jonge benen zoor het buurhuis zullen bewegen. En die meiden zullen vast niet naar klassieke muziek luisteren.