Visite
Wordt er om kwart voor elf ’s morgens aan de deur gebeld. Denk ik, o gezellig, er komt iemand spontaan langs. Staat er een gekreukelde dame op de stoep die me gods woord wil komen brengen. Ze wijst op de oprijplaat en beweert dat ik die dan niet meer nodig zal hebben.
Ik heb de trap genomen en het liftje laten staan opdat er niet al te lang gewacht hoeft te worden. Krijg je een malle gelovige op de koffie. Nou nee, dus. Ik vraag belangstellend, geloof je dat nou echt? En zij weer, ja, anders zou ik toch niet bij u aanbellen. Dat is ook logica. Ik weer, nou die god heeft wel zes miljoen joden laten afslachten. Nou ja, ook goedemorgen. Zij: dat was god niet, dat waren de mensen. Ok. Dat is een punt voor haar. Ze kijkt wel lief. Maar dan begint ze over de duivel. Die is overal de schuld van. Ik moet nodig gaan zitten. Duivel of geen duivel. Ik zie ondertussen dat ze tot een kudde behoort, Jehova’s met tasjes. Daar is geen kruid tegen gewassen.
Ik wil altijd weten wat mensen bezielt. Maar ik kan me geen voorstelling maken van mensen die aanbellen en zeggen: uw problemen zijn opgelost als u in onze god gelooft. Maar er zijn zoveel mensen die dingen doen die ik ook niet begrijp. Daar heb ik nog wel een paar levens voor nodig. Zal ik daar dan maar in het goede geloven? Niet zeker weten, hoor. Maar geloven. In de zin van ik weet het niet, maar het zou zo kunnen zijn. Maar ja, die mevrouw is goed en ik word kwaad. Des duivels. Ik in mijn eentje tegen de domheid.
Geloven in gezond eten. En vooral niet te veel. Maar wat als je gelooft in het kapitalisme? Dan moet je de hele tijd doorvreten om de omzet te verhogen. En de Markt is ook een god, toch?
En de haat? Daar zie ik tegenwoordig toch veel mensen in geloven. Schreeuwend en al. Dat bevalt me ook heel niet. En nu heb ik een dokter die niet meer in pillen gelooft. Tja. Ik slik ze, omdat ik ook andere dokters heb die er wel in geloven. Verwarrend. Nou ja, ik geloof in mijn scootmobiel en in mijn trapliftjes. Dat geeft me de ruimte en de rust om boven te komen zonder hartgebons. Dat het kwaad bestaat weet ik ook wel. Zie Parijs en die waanzinaanvallen op zomaar mensen.
En visite? Pas was ik op een verjaardag, dat doe ik bijna nooit, en daar ging het eerst over inbraken, de duivel schat ik, en daarna over dokters en ziektes. Gezellig. Duivelse onderwerpen volgens de Jehova’s. Er kwamen heel wat blessures bij de drankjes langs. Oude mensen, dan krijg je dat. Vervelend hoor, dat oud worden. Daar is ook al geen kruid tegen gewassen. Maar dan kom je bij de wetenschap uit. Die jubelen dat ze ons wel honderdveertig kunnen laten worden. Wetenschappelijk mogelijk. Mag ik gewoon dood als ik op ben? Juffrouw Dood komt dan op visite, gezellig. Zie ‘Nachtvlinders door het katteluik’. En zie waar ik het meest in geloof: in lief en gezellig. En met een boek in bed. Amen.