Hier volgt het verhaal van Matthijs Smits …
in plaats van mijn column veel plezier met het lezen.
Oorlog. Tussen de lelietjes-van-dalen en de sneeuwklokjes. Want beide partijen waren het mooist en het witst. Ze wisten het zeker. Niemand kon zo goed het voorjaar vertegenwoordigen. De lelietjes geurden ook nog, maar het sneeuwklokje vond dat zij het dapperst was zonder al dat tuttig groen. Nou ja, matten dus…
Het was nog in de tijd – lang lang geleden dus – dat alle bloemen het hele jaar rond bloeiden. En allemaal wit waren. Er waren al eerder kleine conflictjes geweest tussen bloemen van verschillende soort, maar die waren beperkt gebleven en oplosbaar. Zoals wie is het witst (er was nog geen peroxide of chloor) en wie mocht er op het bleekveldje bloeien of wie werd het bos in gestuurd of, beladen met kluitjes, in het riet.
Maar nu was het raak. De sneeuwklokjes en lelietjes-van-dalen gingen elkaar te lijf. De klokjes maakten met hun bellen een helse herrie om de lelietjes schrik aan te jagen en met hun zwaardvormige blad dreven ze de ander voor zich uit. De lelietjes hadden enorme bladen waartussen ze zich verschuilen konden en – uiteindelijk doorslaggevend – ze hadden gas. Vanuit hun loopgraafjes konden ze de ander compleet bedwelmen en met hun woekergedrag leidde dat uiteindelijk tot het gaan bewonen van bezet gebied.
De status quo duurde zo een tijdje, maar niet tot ieders geluk. Voortdurend waren er toch weer bel- en lui-incidenten aan sneeuwklokjeskant, terwijl de lelietjes dan weer parfum begonnen te briesen.
Tot de bloemengemeenschap het welletjes vond. Er kwam een internationale conferentie die de geschiedenis in zou gaan als de Floriade van Toen. Onder voorzitterschap van de roos. Het congres stelde een commissie van wijzen in waarvan onder meer de tulp, de dahlia en het vergeet-mij-nietje deel gingen uitmaken. Na seizoenenlang confereren, bemiddelen, sussen en pappen en nathouden (vooral in de droge maanden) werd besloten tot een radicale zet. Bloemen zouden voortaan allerlei kleuren krijgen – ook om het voortdurende gesteggel om die of dat insect nu eindelijk eens te bezweren – en de bloeitijd zou voortaan worden verdeeld over het jaar.
Voor de sneeuwklokjes en de lelietjes leidde dat ertoe dat ze wel allebei wit mochten blijven (al kwam er later door een buitenechtelijke bestuiving wel een roze lelietje bij), maar dat de sneeuwklokjes januari en februari als bloeifase kregen toebedeeld en de lelietjes-van-dalen april en mei.
Sindsdien in het vrede in Floralia. En ze bloeiden allen nog lang en gelukkig.