Van horen zeggen
Hou me ten goede, het is misschien wel helemaal niet waar. Maar ik heb het gehoord. Dus ik noem geen man en paard. Om over ongedierte maar te zwijgen.
Het gaat over een bekende, zelfs beroemde man, een journalist bij een gerenommeerde krant, wiens vader in de oorlog bij de Waffen-SS zat en daarover heeft hij een prachtboek geschreven. (Zijn grootvader heeft onderduikers een plek gegeven.) Hij krijgt een grote literaire prijs voor dat boek. Tot zover niets aan de hand, nou ja, bijna niets. Dus wat ik gehoord heb, kan bijna niet waar zijn.
Hij geeft een lezing in een kerkje met allemaal beschaafde, hoogopgeleide toehoorders die van lezingen houden. Moet kunnen. Maar dan schijnt hij gezegd te hebben dat als hij ‘toen’ geleefd had, hij dezelfde keus als zijn vader zou hebben gemaakt en ook bij de Waffen-SS zou zijn gegaan.
Als ik dat hoor ga ik als een voetzoeker af. Maar in dat zaaltje zat ik niet, als nog levende jodin. En niemand zei wat. Niemand. En niemand liep weg met slaande deuren.
Hier thuis heb ik een hoop babbels. Dus ik stel me voor dat ik wel naar die lezing gegaan was. En wat ik allemaal voor beschaafds en onbeschaafds gezegd zou hebben. Want al zou ik wel beschaafd en scherp uit de hoek willen komen, dat mondt uit in schreeuwen en janken.
Hoe kan iemand zich zo inleven in een foute ouder? Hij moet de geschiedenis toch kennen. Dat was toen een zwaar foute keuze en als je dat nu zegt, ben je fout in de vrede. En men zit en zwijgt.
Dus ik schreeuw tegen degene die me dit vertelt. Machteloos en woedend.
Zo is het dus altijd gegaan. Men zwijgt. Men is beschaafd. Wat zeggen ze thuis? Ik weet het niet. Hoe kan de man een prijs gekregen hebben? Ik weet het niet. Moet ik dat boek nu gaan lezen? Ach neu. Mijn vader was niet fout. Die is doodgeschoten door dat soort mensen. En hij is nog steeds dood. Dus ik zal wel een beetje overgevoelig zijn.
Als ik naar het nieuws kijk wil ik eigenlijk de hele tijd schreeuwen. Hoe komt Merkel er op een aanstaande dictator die op zijn eigen inwoners schiet die toevallig Koerden zijn, drie, wat was het, miljard toe te zeggen? Ik roep: dat krijgen die vluchtelingen echt niet, stom mens.
Ik kijk naar de mensen die ook schreeuwen dat vluchtelingen hun dochters zullen verkrachten. En ik weet dat schreeuwen zo dom en onbeschaafd is.
Ik kijk ook naar mensen die doen wat er gedaan moet worden en drenkelingen de zee uit sleuren en zo goed en kwaad als het gaat mensen verwarmen en troosten. Zo maar mensen. Regeringen doen niets. Ze zwijgen weliswaar niet, maar als ze praten zeggen ze niets.
Gunst wat erg hè allemaal. Ja erg. Wat moet ik hier nou mee? Ik weet niet zeker of het waar is. Ik was er niet bij.