Ja, je moet iets als je kat kwijt is. M., mijn lief, is alleen maar ontroostbaar droef. Ik verzin scenario’s. Roef is nu een gouden kat in de poezenhemel, met ster. Roef is op een grote reis. Wij weten niet waarheen en wij zijn intens droevig dat we hem niet kunnen vinden, maar poezen kunnen zoveel, misschien is hij…
Misschien stond er buiten een auto met laadbak waar en trapje tegenaan stond. Hij reist nu naar Zwammerdam. Waar ligt dat eigenlijk? Zijn tomtom werkt niet, dus hoe hij terug moet kan vele maanden duren.
Misschien heeft hij een grote opdracht van de poezengodin gekregen. Om te reïncarneren in een ander dier, maar dat moet nog geboren worden en het kan dus lang duren voor hij in een andere verschijning bij ons terugkeert.
Misschien zit hij opgesloten in een schuur van mensen die met vakantie zijn. In een verblijf met een lekkende kraan en een ferme hoeveelheid muizen.
Misschien is hij meegegaan met een groep vluchtelingen om te weten hoe dat voelt, zonder vaste woon- en verblijfplaats. Misschien als schim en onhoorbaar miauwend. Alhoewel ik een keer per nacht een miauw hoor. Eentje maar. Wil hij iets zeggen? Of droom ik dat?
Hij was pas zes jaar. Roef en ik argumenteren. Ik: Veel te jong Roef. Hij: Leeftijd doet er niet toe. Ik heb een heldenleven geleid en het was een goed leven. Jullie droogden mij af ’s nachts als ik kletsnat thuiskwam. Ik heb al veel van de wereld gezien. Wel zeventien tuinen ver ben ik geweest. Ik weer: Stouterd, je had thuis moeten blijven in een van de vele mooie mandjes en steeds geaaid moeten worden, we missen je zo. Hij: Ja, maar ik wilde nu aan een andere deur bonzen, jij deed wel open en dan gaf je me eten maar ik werd te dik.
Roef, met wie had je gevochten? Hij: Met dat valse kreng van Buurman Buurman. Maar je bent zo sterk, had je dat niet kunnen winnen?
Hij: Daar hebben we het niet over, dat is een onfatsoenlijk gesprek, beheers je.
Roef? Hij: Niet zo miauwen, ik heb nog acht levens te leven en ik ben van plan binnenkort weer te beginnen, heel sereen ook nog, ik ben van plan het volgende leven op een hoger yoganiveau te komen. Zodat ik deuren open kan denken, zodat ik mijn filosofie tweede kasse kan halen, en dat ik meer en beter droom.
Ik: M. heeft je foto in alle winkels opgehangen en het kleine fotootje door heel veel brievenbussen gedaan, ze heeft Amivedi gebeld en de gemeente en de dierenambulance, maar we horen niets, nothing, nada.
Roef: Old soldiers never die, they yust fade away… dat weet je best. En wat vind je van mijn kat-engels? Had je niet gedacht he? Wij, poezen van mijn soort, vervagen, we blijven onzichtbaar bij je en nu moet je eens even heen en weer gaan rennen dat is goed voor je, hoor je me?
Nee Roef, ik hoor niets, dat is het probleem.