Ik was een jaar of veertien. Mamma komt mijn kamer binnen. Ze wijst naar mijn stoel waar kleren op hangen. Ze zegt: ‘Wat is dat?’ Ik lig al in bed en zeg slaperig: ‘Dat moet ik morgen aan.’ Zij weer, maar nu dreigend met opgestoken wijsvinger: ‘Pas op hoor, want anders stuur ik je morgen naar school met alles aan.’ Mamma met boze ogen. Loze dreigementen waren haar vreemd. Dus zuchtend uit bed. Mopperen mocht wel, dus met grafstem: ‘Ik moet altijd alles alleen doen. Ik ben net zo moe. Dat kan ik toch morgen wel doen. Wat is er nou zo erg aan? Waar laat ik alles.’ Ondertussen de hele weekvoorraad kleren in de kast hangend. Want om met zeven lagen kleren naar school te moeten, is ook niet alles.
Slordig was ik, slordig. Ik probeer dat niet meer te zijn, maar de huidige stoel met kleding is zelden geheel leeg. Spullen die ik al een dag gedragen heb maar die nog niet vuil genoeg zijn voor de was. Maar die de volgende dag niet leuk zijn: ‘Had ik gister al aan.’ Wie denk ik wel dat ik ben? De koningin?
En bij blauw passen geen zwarte schoenen, dus ook die schoenen blijven staan. En af en toe speel ik Mam. Kind ruim die troep nou eens op. Ja mam. Nee Mam. Ik ben niet slordig. Ik ben moe. En er moet nog zoveel opgeruimd worden. Mijn hoofd bijvoorbeeld.
Niets is te vergelijken met chaos in mijn hoofd. Zeker ’s nachts. Zelfs George Cloony krijg ik in mijn achtertuintje op bezoek. Hij zit aan het mooie been van een meisje dat ik niet ken. Mooi onbekend. Ik geef hem een tik. Daar kijkt hij van op. Opeens heb ik een heel huis vol visite die die man wil zien. Dan vertel ik hem dat ik lesbisch ben. Het kan hem allemaal niets schelen. Terecht natuurlijk. Wat doet die man ‘s nachts in mijn oude lesbische hoofd?
En de koningin waar ik in mijn waakleven niets mee aankan komt ook belangrijk doen in mijn dromen. Rommel. Allemaal droom.
Als ik dat allemaal aan mij wil uitleggen moet ik die dromen opschrijven. En dat doe ik alleen maar bij echte nachtmerries. Niet bij gezelligevisitedromen.
Maar nu dwars door de denkchaos heb ik een nieuwe theorie ontwikkeld. Zou het zo kunnen zijn dat er meer mensen zijn die niet helder denken? Warhoofden en ontevreden chaoten? Zo’n anderhalf miljoen, schat ik. Die lopen de hele dag rond te mopperen. Hullie zullie deugen niet. Waarom zijn hun beter als mij? Ze doen maar in Den Haag van ons geld. Kunst is nergens voor nodig. Geen moskee in mijn achtertuin. Bio-industrievlees is goed genoeg. Goedkoop en lekker. Hoezo waterig? Weg met de files. Meer snelwegen waar je 150 km per kwartier mag rijden. Haast.
Hebben al die anderhalf miljoen geen strenge Mam gehad? Geen opvoeding? Zijn ze nooit voorgelezen? Denken ze dat bidden in de linkse kerk gebeurt? Kunnen ze alleeen de chocoladeleugens van de Telegraaf lezen?
En bestuurders zoals een Rutte er een wil zijn, die naar verluidt negen jaar over zijn studie geschiedenis gedaan heeft en niets weet van economie, is zo iemand ook een duur warhoofd? Zijn eerste daad, (ook weer van horen zeggen), als staatssecretaris van onderwijs was de studietijd te bekorten. Heb ik dat goed gehoord? Heeft hij echt geen cursusje bestuurskunde en staatsrecht moeten doen? Kan dat zomaar?
Als die stoel van mij met kleren de grootste zonde is dan valt het wel mee, toch? Die slordigheid kost geen miljarden. Ik benadeel niemand. Ik kort niet op de zorg. Ik leg geen vervuilende snelwegen aan. Ik hou me zo goed mogelijk aan de wet. Ik krijg geen bonussen zelfs niet voor het opruimen.
Ik hou het stil
ik ben een beetje tuttig
mijn hemd heeft kantjes
maar die zie je niet
Mijn moeder was een bohemiënne
je kon er van de vloer niet eten
wij hebben bórden
sprak ze dan ad rem