Presentaties
Voor ik voluit kan gaan opscheppen hoe geweldig de presentaties waren, moet ik eerst zorgen dat de kat niet op mijn toetsenbord loopt. Gelukkig wil hij niet mee tikken. Hij zit nu mokkend op de vensterbank.
Als ik na de laatste presentatie in de Drukkerij wakker word, bedenk ik me dat ik nu beslist over het paard getild ben. Zoveel lieve mensen en zulke mooie speeches, zoveel complimenten, allemachtig. Maar dan de ochtend na al dat feestelijks hoor ik dat die enge man in Turkijke zo gewonnen heeft. Hup, weer een nieuwe dictator. En was ik nog zwevend boven het paard, ik maak geen zachte landing op de grond. Boem. Au.
En ter aarde storten met zo’n lading succes, het is bepaald een worsteling om weer in het normale leven de stappen. Maar ik wil nog niet, nagenieten is zo leuk.
Amsterdam was geweldig met Lejo Schenk die duidde. Ik schrijf, zegt hij, over een aantal thema’s. Ik wist niet dat ik het in me had. Zelfs mijn zoon begrijpt mij nu. Lejo sprak me aan als konining en zo voelde ik me ook.
De gedichten komen per regel langswaaien. En als ik geluk heb kan ik ze vangen. Als ik samen met M. of anderen er een geheel van probeer te maken voor een bundeltje stop ik soort bij soort met af en toe een springerige ertussen. Tja. Maar Lejo begrijpt het echt. En de prachtige stem van Mirjam van Dam die de tranen uit mijn keel kan zingen. En mijn eigen dochter die er een geestig verhaal over hield, over alle poëzie met gedichten door de tijd heen die ook over haar gingen. En ik zat daar te genieten en niets te moeten, want dat deden zij allemaal. Vrienden van Facebook die nu warm en zoenbaar waren en soms ook nog elkaar kenden. Het was een groot warm Amsterdams bad waar ik in mocht dobberen.
Thuis in Middelburg de zondagmiddag na de woensdagse Amsterdamse presentatie, waren we ook zo zenuwachtig. Zouden er wel mensen komen? Niet alleen dat ze kwamen, het waren er ook veel. En uit alle hoeken van het land. Uit Enschede, de plaats waar M. en ik elkaar voor het eerst ontmoetten, kwam Judith Bo drie uur ver aan rijden en bleef slapen. En ze maakte prachtige foto’s. Dus het is echt waar allemaal, ik heb de foto’s als bewijs. En uit Brussel een beroemde liedjesschrijfster, Mary Boduin, die zelf beeldschone teksten kan schrijven. Ook zij logeerde bij ons. En een vriendin uit Utrecht die daar nu professor is aan de universiteit. Liesbeth Woertman. Zo’n hyperblije verrassing. Ooit deed zij de huishoudschool en nu prof. Ik wist het. Ik zei haar toen: als jij professor wordt wil ik op de eerste rij zitten. Daar waren M. en ik bij. Dus ‘name dropping’, so sorry. Mario Molegraaf met zijn prachtspeech en Andreas Oosthoek met een speciaal geschreven verhaal waarin mijn lijntjes bij elkaar kwamen. Prachtig. Wat was het allemaal heerlijk. Maar nu moet ik nodig weer de poezen aaien en met twee voetjes op de grond gaan nadenken over wat mijn uitgever gezegd heeft. Proza wil hij ook. Genade. Kom maar spinnen poes.