Op mijn tafel een grote, mooie bos lichtgevende . In mijn droom wel te verstaan. Ik word dus met een brede glimlach wakker. Ik denk dat het een droomgeschenkje is omdat ik vanmorgen het hemels gezang van de merels gemist heb. Of alle merels zijn opgevreten door het vliegend tuig (sorry Meta) de hemelhaaien, de meeuwen. Of ze hadden de zon al gewekt en was het nu de beurt aan de roeptoeters van de duiven die hier om een vreemde reden koekoek roepen. Tergend. Want als het nu maar altijd dageraad mocht zijn met het goddelijk merelgeluid…
Gelukkig hangen er vandaag weer eens Hollandse wolken. De kastanjekaarsen bloeien, nu de brug over de gore gracht nog dicht. Het was ons beloofd, maar nog steeds dondert er hier zwaar verkeer langs de oude grachtenpanden, die de volgende driehonderd jaar zó niet kunnen overleven. Beloven is beloven, alleen oom Barend doet het niet. Maar de gemeente moet wél doen wat ze heeft beloofd. En niet weer een flauwekul-onderzoek. Brug dicht voor auto’s. En wel nu!
Er moet altijd nog wat te mopperen zijn. We hebben, we, zeg ik, Bin Laden uitgeschakend, maar de mannen met baarden zingen nog immer hun haatliederen. Jan Piet Joris en Corneel, zij hebben baarden, zij hebben baarden… Dat lijkt ook op een Talibanliedje, we zongen het op de lagere school. Dat waren mannen van de grote vaart die in verre landen de bevolking gingen beroven, afzetten of uitroeien… Geen geschiedenis zonder geweld. Geen krant zonder slecht nieuws. Geen Chawwa zonder gemopper…
Nu maar eens iets over handicaps. Een brief van de Rotary Club of Ashford. Niet aan mij met m’n scootmobiel natuurlijk, maar aan vrienden die golfen. Ook zo’n woord trouwens waar ik de giechels van krijg. Golfen, ik zie ze dan als palingen in de zee, maar dat terzijde. Die brief maakt me vrolijk. ‘Full club handicaps will be used to a maximum of 28 for men and’ (vrouwen, prijs de dag) ‘36 for ladies.’ Dames mogen meer handicaps. Nou, gezellig. En dan willen ze ook nog voordat de Vlissingse club in Ashford aankomt, dat ze een aantal van hun handicaps opgeven. Ik zie dat voor me. Kunstheupen tellen niet mee. Die mogen met een wagentje de zes kilometer overbruggen. Kunstknieën doen het ook goed op de golfbanen, dunkt me. Krukken en kunstbenen, links. Dwarsleasies rechtdoor en blindheid wordt niet getolereerd. Nou, dat vind ik toch sneu. Gelukkig hoef ik niet te golfen. Ik zou dat allemaal niet willen vertellen. Ik hou mijn handicaps geheim. Het bordje op mijn scoot zegt: Aanstellerietus no. 1. Het volgende bordje moet worden: Aan mij is niets te zien. Dat is ook de titel van mijn eerste bundel. Uitverkocht, maar op ’t internet zijn er altijd wel één of twee te vinden. Leuk bordje voor achterop. Vraag ik voor mijn verjaardag.
Op dat leuke golfprogramma staat ook een fiks aantal maaltijden. Zij die kunnen lopen mogen dus veel eten. Veel en vaak. Jaloers? Ja, soms. Maar ik heb die lichtgevende waar ik van doom, dat is ook heel mooi.