Het raam op mijn werkkamer staat open. Eind augustus en nog zeer zonnig. Vijf zon-uren heeft mijn roze netje nodig om op te laden. Daarna kan het als een roze verpakking van het maanlicht dienen. Mits het donker is. Dus ik hang het netje ‘s morgens in de werkkamer waar de zon haar hete best doet. ‘s Middags moet zij verhuisd naar de achterkant van het huis. Waar de zon nog veel licht geeft, maar niet meer zo heet is. En de roze laadt op. Mijn leven is bepaald zinvoller geworden en -gevuld. Want ’s avonds geeft zij zacht licht, hangend aan de ring van de lade van de groene oude tafel boven de bakjes van de poezen.
Roze maanlicht op het poezeneten. Dat is geluk. Kom daar maar eens om bij het grote wereldnieuws. Niets roze, niets geluk, maar een discussie over wel of niet bombarderen op gifgastirannen.
In Israël worden gasmaskers ingeslagen. Ieder huis heeft een verplichte bombeveiligde kamer. Ik ben in de weer met mijn .
In Amerika smeren oudere mannen testosterongel op hun armen om niet te snel te verouderen. En waarschijnlijk lekker fit en agressief te worden. Het zijn maar kleine bezigheden. Maar ik prefereer mijn .
Mijn computer kreeg koorts. Naar de compujongens. Afstoffen veertig euro, maar de koorts ging niet over. Dus terug. Nu heeft zij ook een smeerseltje gekregen, gratis, om af te koelen. Kijk, misschien is dat ook iets voor tirannen, Amerikanen, Syriërs en ander driftig volk.
Zou het een oplossing zijn om mannen aan de te krijgen? De hele dag het lampje in het licht hangen, telkens de beste plaats, het houdt je bezig en ’s avonds kijken naar een zachtschijnend maansikkeltje? Zou dat nou vrede kunnen brengen? Of helpt het alleen mij?