Laatse nieuwst
Ik heb een nieuwe telefoon, een aaifoon. Niet een nieuwer of nieuwste model maar eentje die iets groter is en lekker grote letters opzet. En niet zo duur. Nou ja, ik vind het heel duur, maar, zeggen ze, je kan er wel vijf jaar mee doen. Hoort u mijn holle lach? Meer dan honderd euro per jaar, minstens dus. Belachelijk veel geld, mijns inziens.
Maar goed, ik ben om. Het moet naast een ander aai-apparaat gelegd worden en dan tovert-ie een eh dinges, dan luisteren ze naar elkaar of zoiets. Samen in de cloud. En dan schijn ik in de wolken te moeten zijn. O ja?
M. en ik gaan met onze tijd mee, waarheen weten we niet maar we proberen het. Zo ook met de bel. We moeten zorgen dat driftige mensen die bij ons aan de deur komen niet meteen de benen nemen omdat wij niet zo vlug bij de voordeur zijn. Daar had ik met sinterklaas dit jaar een goede oplossing voor gevonden. Een klein lief bordje met de volgende tekst: Even geduld a.u.b. Traplift. Dat verontrustte mijn M. Zij dendert liever vlug drie trappen af om snel ter plekke te zijn en wenst niet onze, of liever mijn handicap te etaleren. Mij kan het geen donder meer schelen. Met plezier zet ik er ook nog bij dat ik aan mijn linkeroog waarschijnlijk nastaar heb. En dat als ze kwaad willen, ik ze zál met mijn scootmobiel. Dan hebben ze wat te lezen als het een beetje duurt. Er mag van mij ook een gedicht bij.
Dus we laten een nieuw (duur) ding aanleggen, met een cameraatje en een bel met een knopje dat over moet gaan op al die aai-dingen. En op twee verdiepingen. Ongeveer zeven handelingen later zouden we dan die wachtende mens kunnen toespreken met de woorden: Wie bent u en ja ja, ik kom er aan. Nou, dat dure ding doet het alleen als de installateur er naast zit. Daar is-ie kennelijk bang van. Zodra die man zijn hielen gelicht heeft doet het mormel het niet meer. Of de bel gaat zelfs niet over, of hij doet het niet op M.’s app, of niet bij mij. Of zoals nu, gewoon helemaal niet. Kom dus vooral niet aan de deur.
Wij willen wel hoor, met onze tijd meegaan. Maar de dingen zijn weerbarstig. Waarschijnlijk te modern voor ons oude huis/hoofd/en wifi.
Ik geloof niet meer in nieuwer nieuwst en zoveel beter. Er heerst een onttovering die ons parten speelt. De nieuwe telefoon ligt nu aan het infuus, dat noemen ze opladen. Daarop ga ik straks met mijn opgevoerde beltegoed proberen iemand op te bellen. Hij kan behoorlijk luid gelukkig, want ook mijn oren zijn niet meer zo goed als vroeger.
Ik heb gehoord dat die enge nieuwe wet alles van ons wil weten. Goh, komen ze straks dreigend aanbellen?