Op de raampjes van de achterdeur kun je zien dat de kindjes gegroeid zijn. De vette vingers zitten hoger. Ik had me heilig voorgenomen om alles op te schrijven wat de drie jongetjes te berde brachten. Ik zou ze de hele dag volgen met mijn opschrijfschrift. Jawel. De weg naar de hel is met goede voornemens geplaveid.
Twee briefjes vind ik nog net. Beide met citaten van Max. Max aan de telefoon. Er staat een oud toestel op mijn werkkamer om mee te spelen. Hij belt me.
Ik: ‘Waar ben je?’
Max: ‘In Garije, kom je me redden?’
Even later hoor ik hem zeggen: ‘Ik zit bij een lekker lampje en een oude telefoon.’ Het lekkere lampje is zo eentje die M. verbannen heeft omdat ie steeds omviel, dus aan staat ie niet.
Max op de trap: ‘Zachtjes, de leeuwen slapen en als ze wakker worden gaan ze vechten. Zachtjes praten.’
Max houdt duidelijk niet van lawaai. We gingen met de jongetjes en hun verkleedkleren Poerim vieren in sjoel. Dan wordt de Estherrol gelezen. Het verhaal van een joods meisje dat haar volk weet te redden van die vreselijke Haman. Haman is degene die de joden wil vernietigen. Als die naam gehoord wordt mag iedereen boe roepen of met een ratel lawaai maken. Een leuk feest. Maar niet voor ons Maxje die dus met zijn handen zijn oren bedekte, want het was hem allemaal te veel herrie.
Boaz daarentegen vindt herrie heerlijk. Hij stuiterde van vreugde. Hij en Abel maakten lekker herrie met hun zelfgeknutselde ratel. Knutselwerkjes gemaakt op joodse les.
Boaz heeft al anderhalve grotemensentand. En meer konijnetanden zijn in de maak. Fietsenrekje noemde mijn moeder dat als je ging wisselen. Een vriendinnetje van Janine miste vier voortanden en vroeg haar moeder hoe ze moest slissen want wonder boven wonder sprak ze heel verstaanbaar. Tot ze begreep hoe dat moest, slissen. Ook dat kon ze goed.
Abel heeft na zijn vreselijke oorontstekingen een gaatje in zijn trommelvliezen en mag dus alleen maar onder water met zijn aangepaste blauwe oordopjes. ‘Kijk omachawwa, ik kan onder water.’ Hij doopt snel de zijkant van zijn hoofd in het bad en doet dan net zo snel zijn andere oor bijna onder water. ‘Goed zo, schat.’
Een heerlijk weekend. En nu maar weer wachten op de volgende vakantie. Want onze kinderen en kleinkinderen hebben het druk.
Boaz heeft een spelcomputertje. Zelf bij elkaar gespaard. Bijgesloten foto laat zien hoe fantastisch alle drie de jongetjes dat vinden. Ze waren steeds als drie- aanéén-gelijmde mannetjes te zien. Piep, piep, tralala, leuk hoor.