Dat katten een stem hebben weten we wel. Maar dat katten berichten kunnen schrijven, dat is nieuws. Het moet hier in de buurt zijn gebeurd. Ga toch vooral naar de Bierkaai, daar wonen twee oudere dames, kattengekken, daar kun je eten en aaien krijgen. Dus is hier Juffrouw Knakstaart met haar smalle grijze kopje aangekomen. Ze heeft een belletje om en een soort zigzagstaart. Ze kijkt nog een beetje bang, maar buiten zit ze al op de stoelen en ze slaapt in de keuken. Hier is het goed toeven.
M. moet Zaza naar buiten dragen, die is te bang, zegt ze, om langs alle geweldige dikstaartige katers te komen. Hoewel alle katten nu professioneel gekamd en ietwat geschoren zijn. Ze zien er nu allemaal netjes uit. Nou ja, laten we wel wezen, we leven op stand. Met vijf merkkatten en een oude aanloopkater, onze lieve Kareltje. We vinden zes katten al meer dan genoeg, wat moeten we nu met Juffrouw Knakstaart aanvangen?
De oude katers nemen strategische posities in. Op kruispunten. Boven aan de trap. In deuropeningen. Zie maar dat je er langs komt. Het zijn generaals, eigenlijk. Behalve Poema, die we nu maar Poempoes noemen. Poempoes is lief en het zachte broertje van Ceasar die zo mooi kan zingen, dat wil zeggen als je van gemiauw houdt. En de oude Timtwo die een roestige stem heeft en navenant humeur. Maar dat komt, denken we, omdat hij staar heeft. Hij mept alles in zijn buurt opzij. Dus binnen geurafstand gaat Zaza grommen en Timtwo dus meppen. Vreemdeling, gettegetteget.
Als je nu toevallig niets te doen hebt, is het houden van veel katten een mogelijkheid. ’s Morgens alle kattenbakken ontdoen van hun geurige, zo niet walmende mest, water verversen, en twee soorten voeder in bakjes doen. Maar dan wel in afzondering. Want de nieuwe poezen lopen leeg van het hier heersende duurdere voeder. Dus die moeten opgesloten als de autochtonen eten krijgen. Onze allochtonen, de nieuwe dus, moeten hun eigen voederbrokjes nuttigen. Maar als ze maar even de kans krijgen vreten ze de bakjes van de ander leeg. Bent u daar nog?
Gelukkig heeft M. het helemaal niet druk met vertalen, met haar nieuwe positie als conservator van oude spullen bij het Zeeuws Genootschap en met de struikelsteentjes, met boodschappen doen, eten koken en de was. En mij verwennen, maar ik ben makkelijk, ik doe niets. M. heeft 36 uur waar een ander er maar 24 heeft. Denk ik. Dat komt natuurlijk omdat er drie katten bij haar slapen. Links een kat en rechts een kat en in het midden ligt zij. En eentje, de voormalige mijne, de oude Zaza op het stoeltje. Bij mij is Poempoes. Als hij zin heeft. Die heeft namelijk het buitenleven leren kennen. Dat waren de katten van Marcelle niet gewend. Die waren altijd binnen. Je had het moeten zien hoe ze op tuin en buitenlucht reageerden. Poempoes ging eerst lang en aandachtig de regenpijp besnuffelen. Maar hij is nu degene die briefjes rondstrooit met: kom toch naar ons huis, daar is het leuk. En je kan er buitenspelen.
ps:
Nu staan er twee bossen bloemen in de keuken. De gelukkige eigenaars van Juffrouw Knakstaart hebben hun katertje na een maand zwerven weer teruggevonden. Bij ons.
Juffrouw Knakstaart is een kater. Nou zeg. Hadden we niet onder de staart gekeken. En hij heeft iets aan zijn schildklier en moet medicijnen. Lang leve Amivedi.
Een dramatisch verhaal van verhuisde ouders en een meisje wiens kat het is, die gaat verhuizen naar een flat waar dat beest moest binnenzitten een kattengevecht en een blaffende hond. Kortom grote vreugde bij de hereninging en die bloemen op onze tafel. Dus.