Na een half uur hangen aan de balie – hartafdeling, geen stoelen – sturen ze ons met een smoesje naar een zitje buiten de afdeling. Ze gaan naar een eenpersoonskamer zoeken. Zeggen ze. Maar die zijn weggeregeld, net als zestien mens personeel.
Tot de zuster die alles weet gebiedt dat ik daar, ze wijst, op een kamer voor twee moet zijn. Tenminste als ik iets teken. Volgens M. heb ik dat gedaan.
Hè, hè. Ik blijk last te hebben van een luxeprobleem. Maar daar weten ze in Terneuzen wel raad mee. Ze heten niets voor niets Zorgsaam, leuke naam voor een ziekenhuis waar de chaos heeft toegeslagen.
O ja, een thermometer, die moeten ze gaan halen. O ja, bloeddruk meten, het apparaat lust me niet. Die is te hoog, zeg ik droog. Ze gelooft het pas als ze met de hand meet en ja, inderdaad, heel hoog. Uitleggen dat ik heel nerveus word van ziekenhuizen en vooral van wachten vinden ze duidelijk onzin. Dat is het ook. De zuster schrikt van het medicijnlijstje. Alsof ik haar gebeten heb, zo kijkt ze. Ze ontdekt de prozac en zegt: o ja, dat is voor je humeur, hè?
Dan mag ik toch weer een paar pillen, terwijl op het voorprogramma stond dat ik geen pillen mocht slikken op de dag van de opname. Ha, feest. Pillen. Vanaf acht uur niets eten. Goed voor de lijn. Thee blijkt weer wel te mogen.
Dan komt een man ten tonele met een zware zwarte stoel die, zegt hij, helemaal achteruit kan. Opereren ze hier? Daarna met een minibar-ijskastje. Een fruitmandje, een doos met glazen en flesjes wijn. En het toppunt van geluk: een ingepakt bloemstukje dat zielig door het inpakfolie kijkt in die grote kamer. Een Dove-etui met smeerdingen en shampoo. Heb ik het Senseo-koffie-apparaat al genoemd? En de dubbelwandige theepot? En een zak chips. Gezellig vooral als je niets mag eten.
Wanneer gebeurt de catheterisatie? En door wie? Ze gaan weer heen en weren, maar brengen geen antwoord. Niemand weet het. De vraag blijft als een angstig dampje in de kamer hangen. Hoe laat?
Ze scheren me in de liezen. Ik stel iets kalmerends voor. Die bloeddruk is wel heel hoog. Dat vindt de zuster een goed plan.
De hartspecialist waar ik was en die me hierheen heeft gestuurd, legde me uit dat je vooral geen yoga moet doen met steeds uitblazen omdat je daarvan gaat hyperventileren.
Dus ik adem rustig in en uit. Door mijn neus. De operatie gaat plaatsvinden, denk ik als ik op een tussenkamer gereden word. Daar mag ik me uitkleden en krijg ik Zorgsaam blauw aan. Mijn ponnetje mag op het voeteneind.
Het scheren van de liezen zit waarschijnlijk ook in ‘’ want de nieuwe dokter doorboort mijn polsslagader.
Hij dottert niet. Yoga, raadt hij aan.