Mijn moeder had het altijd, het grootste gelijk . Ze zei op denigrerende toon: ‘Kind wat weet jij daar nou van, heb je er soms een boek over gelezen?’
Dat ik iets zelf verzonnen had, telde natuurlijk niet. Dat ik al veertig was ook niet. Haar betoog was soms gebaseerd op een dokter van veertig jaar geleden die alles zo goed wist. Toen. Maar aan ‘toen’ had ze geen boodschap. Thuis leerde ik ook dat het niet over de antwoorden ging maar over het stellen van vragen. Een joodse wijsgeer. Wie? Ik weet het niet meer. ‘Let dan toch op kind’.
Mijn dochter verwijt mij, erger nog, bestrijdt mij, met: ‘Jij denk altijd dat je alles zo goed weet.’ Ik ben dus mijn moeder geworden. En mijn dochter weet alles nog beter. Zij is ook moeder, maar niet de mijne.
Ik heb ernstige behoefte aan een kastje vol zekerheden. Ordelijk gesorteerde waarheden, liefs als een koe. Niet als het regent wordt je nat. Of kijk waar je loopt als je niet wilt struikelen. Nee, dieper en groter. Ik heb er wel een paar, maar ze doen niemand goed. Weet niet iedereen dat oorlog slecht is? Of dat vlees eten meer vervuilt dan goed is? Maar laat ik het? Eh, nee. Ik probeer minder te vlees te schransen. Suiker is ook slecht. Dik zijn en/of worden ook. Bankiers zijn waarschijnlijk ook slecht. Maar helpt dat, die kennis? Geld, ja geld is ook heel slecht en bevalt het?
Wat ik eigenlijk wil is antwoord op al mijn waarom-vragen. Waarom zijn rijkdom en armoede zo oneerlijk verdeeld? Waarom vind ik oud worden niet leuk? Waarom moeten kippen in te kleine hokken? Waarom mogen niet alle koeien buiten? Waarom heeft deze winter zo lang geduurd? Maar als ik een antwoord zou krijgen, word ik daar dan beter van? Waarom wil ik dat alles nut heeft? De zin van het leven is het leven zelf. O, ja.
En plasticvervuiling. Zo groot als een land midden in een oceaan en wij, politici, wetenschappers, en de anonieme kleine mensjes doen niets. Of werken ze in de wetenschap op grootschalige organismes die plastic vreten? Hoe ver zijn ze daarmee? Schiet eens op.
Waarom eten we geen wapenhandelaren op. Flink doorregen met spekrandjes voor de liefhebbers. Dat is vast lekkerder dan die plofkippen. Of soldaten, malse mannen met weinig spek. Waarom bestormen we de banken niet? Waarom zijn we zo moe, zo lui, zo onverschillig?
Waar o waar zijn onze idealen ondergedoken. Liggen die nu ergens te schimmelen of broeden ze op nieuwe nanoplannen?
Massa’s op festivals zouden toch wonderen kunnen verrichten. Zingend het grootkapitalisme bestormen. Als ze toch in beweging zijn? Samen tegen, kies maar: doorgefokt vlees/plasticzee/overbevolking/wapenindustrie. En verzin ook iets voor kleine Indiase meisjes die opgesloten in hokken misbruikt worden door enge mannen. Lachtherapie dan maar? Waarom ben ik geen genie? Ik wil de wereld beter maken. Mam, waarom helpt hebben eigenlijk niet?