Ik ga steeds meer op mijn moeders hoofdpijn lijken en het bevalt me niet. Twee, drie jaar na de oorlog werd ik nog uitgescholden voor vuile jodin. Maar vechten mocht ik niet, noch terugschelden. Mijn vader had immers gezegd, voed mijn kind niet op met haat. Hij was een doodgeschoten held. Daar heb je als kind weinig weerwoord op. Ook al was hij herbegraven, ik bleef maar hopen dat hij niet zo dood was maar misschien in Rusland gevangen was. Dat was ver weg en de wonderen waren de wereld nog niet uit. Helden sterven toch niet?
Maar het is allemaal zo lang geleden en ook het idee van goed en fout lijkt nu onherroepelijk dood. Ook dood.
De krant heb ik opgegeven, ik kan er niet meer tegen: het nieuwste oorlogsnieuws en dat de rijken steeds rijker worden en dat de armen creperen. Maar ja, de radio daar luister ik nog wel naar. Ook al niet meer goed voor me. Want pas hoorde ik van een tentoonstelling, kunst nietwaar, in Arnhem. Daar exposeren ze kunst door Nederland aangekocht in 1945 en het was nog oorlog, van kunstenaars die lid waren van de Kulturkammer. Wat? Nou ja, die joden waren toch al zo lang dood, daar viel toch niets meer over te zeggen. En die zogenaamde geaarde kunst moest nu toch nodig bevrijd worden. Wat? Ik heb het die mevrouw één keer horen zeggen. Echt waar. De mevrouw die het fraais exposeerde, meldde vrolijk dat ongeveer negentig procent van de kunstenaars toen ingeschreven was bij de Kulturkammer. Negentig procent van de toen nog levende kunstenaars was dus, in mijn moeders optiek, fout geweest in de oorlog. Ik herinner me de ene naam nog, Peike Koch, in een adem genoemd met fout geweest in de oorlog.
Met barstende koppijn naar bed. Twee paracetamolletjes moeten hun wondere werk maar doen. Ik lig verslagen in bed en denk: kunnen ze verdomme nou niet even wachten tot onze hele joodse generatie die de oorlog heeft meegemaakt dood is? Esther Voet zegt vandaag in de Volkskrant: ‘Ze [haar ouders] wisten dat de bruine drek ooit weer door de fineerlaag van de beschaving zou dringen.’
Het wachten is nu op nog meer doodgeschoten joden want IS en de neofascisten vinden het een sport om ook die foutgeboren klunzen zoals cartoonisten en loslopende joden af te schieten. Dat is lekker spannend nieuws tenslotte.
Cynisch? Wie ik? Hoe kom je daar nou bij. Het is mijn woede-hoofdpijn, moet je maar denken. Of die verdomde bloeddruk die hier spreekt.
In de post krijg ik een uitnodiging om ergens in Nederland te komen vertellen op vijf mei over mijn vaders korte leven. Op bevrijdingsdag herdenken. Kan ik dat?
Het verhaal van mijn familie staat in brieven op mijn website. Bezorgd door Marianne Gossije, een e-boek, gratis te downloaden. Want aan dode familiebrieven willen we niet verdienen. Jullie joden zijn toch zo dol op geld?
Zeventig jaar geleden maar nog niet dood. Dat ga je niet aan hoofdpijn.