Ik heb een echte Vermeer gekocht. In mijn droom . En Anne ook. Zo mooi en ik was er zo blij mee. Maar ik moest wel een speciaal armbandachtig dingetje dragen om mijn pols met een alarmsysteem. Heel ingenieus beefde dat ding aan mijn pols en als het op zou houden met trillen moest ik ogenblikkelijk het alarm instellen. Daar was ik nog niet helemaal uit hoe dat moest. En het dubbelglas in mijn moeders woonkamer moest kogels kunnen tegenhouden. Ik gloeide van geluk zo iets moois in mijn bezit te hebben.
De beveiliging was wel veel gedoe. Daar had ik het vreselijk druk mee. Want er was dan wel kogelwerend glas, maar als de deur naar buiten nu open bleef staan? Wat dan?
Bij Anne zou het portret op de muur komen waar de zon op scheen. Dat leek me geen goed plan. Maar op de andere muur hing mijn mooie oude linnen gordijn, dus dat kon niet. Dat begreep ik ook wel. Welk portret het was wist ik niet precies, dat van Anne was een maatje groter. Ik had ook de muis kunnen kopen die nog kleiner was, maar ik kon net dit portret betalen.
Druk, druk, dus in mijn , met beveiligen, met bemoeien, met zorgen en met zonnestralen.
Pasgeleden werd ik door kloppen op mijn hoofd door poes Zaza gewekt. Mijn brokjesplicht vergeten.Tja. Dan moet ik wel opstaan voor ze met haar lieve nageltjes mijn ogen gaat bewerken. Dan moet het Droomwezen weer hortend en stotend opstarten. Soms is dat maar goed ook. Want niet al mijn dromen zijn liefelijk. Maar deze was bepaald een van een . Zo’n echte Vermeer. Maar ik zou graag het adres van het Droominstituut willen hebben om ze eens een brief te sturen. Mag het misschien wat eenvoudiger en zonder beveiligingszorgen, Droomwezen?
Max geeft goede voorbeelden. ‘Omachawwa ik wil bij jou slapen, dat heb ik nog nooit gehad.’ Maar met die drukke dromen van mij lijkt me dat niet aan te raden. Maar ja, wat doe je als zo’n jongetje ‘s avonds zegt: ‘Ik zie niets, alleen de donkerheid buiten.’
Max is zo schattig als de mooiste . Aan de telefoon zegt hij: ‘Wie bent er?’ En: ‘Ik wil morgen bij jou komen. Shaun the sheep kijken. Ben je ook ziek? Heb je ook te veel gegeten? Dan moet je morgen minder eten.’ Als hij tegen zichzelf babbelt zegt hij ook: Snap je?
De volgende keer wil ik het eens hebben over waakdromen. Mijn visie op kindertal en oorlog. Over een rechtvaardige wereld. Over recht en zinnigheid. Maar voor nu nog even mijmeren over die mooie Vermeer. Eerlijk zelf ged, dat kan niemand me afnemen. En bovendien heb ik nu een smartphone. Met een Whats app. Twitter zit er op. Straks meer. Nu nog dromen wat ik allemaal met die trilvingertjes kan toetsen.
Maar ik mag niet zeuren, ik heb toch een mobiel. Ja, maar die begint ook naar haar pensioen te verlangen. Die wordt moe van lange gesprekken. Huppetee accu leeg. Mijn zegslieden beweren dat een nieuwe accu net zo duur is als een nieuw telefoontje. Maar dit abonnement was juist zo goedkoop omdat ik geen nieuwe bliefde. Toen deed ie het nog heel goed. Nou ja, ik belde er bijna nooit mee. Uit zuinigheid. In het kader van zuinigheid en vlijt bouwt luizen als kamelen. Maar dit terzijde. De KPN besloot toen dat ik meer belminuten kreeg voor minder geld. Dus nu moet ik weer naar die belwinkel om een nieuw abonnement af te spreken en een andere, modernere telefoon te krijgen. En ik heb mijn columnvrienden nog niet in vieren gedeeld. En dan moet ik weer een nieuw systeem leren.
Wat ik nog zou willen: nieuwe columnklanten. Kunnen jullie niet werven? Als ik er vierhonderd heb dan…Ja wat dan? Berucht? Of M. hierna weer een boek krijgt is onzeker. Nou ja. Ik lijk wel helemaal geklutst door al die moderne hulp- en zorgmiddelen.