De vierde hemel Denk erom als je in de derde hemel aankomt, dat je alle therapieën mag proberen en er altijd mee door kan gaan. De vierde hemel geeft soelaas. Er worden gewichten afgenomen en er wordt gelachen. Heel veel […]
De vierde hemel Denk erom als je in de derde hemel aankomt, dat je alle therapieën mag proberen en er altijd mee door kan gaan. De vierde hemel geeft soelaas. Er worden gewichten afgenomen en er wordt gelachen. Heel veel […]
In de derde hemel De godin met zes armen van de derde hemel dreef puffend door haar hemelrijk. Ze had het warm. Heel warm. En daar werd ze humeurig van. Haar engelen deden er alles aan, zij, de beeldig […]
De tweede hemel De plaats waar de ijverzuchtigen wonen is in de tweede hemel. De hoogsten, de hardsten en de schreeuwers. Een hemel met appparaten, jawel. Duw-dingen en trek-dingen en til-dingen en lopendebanden die van nergens naar nergens gaan. Een […]
De Berg In de Steenzee op het Keieneiland werd de Berg geboren. Eerst zag het ernaar uit dat het een immens groot stenen ei was waar een enorme nachtblauwe vogel uitkwam. De machtige vogel verhief zich en vloog weg. Maar […]
De Berg In de Steenzee op het Keieneiland werd de Berg geboren. Eerst zag het ernaar uit dat het een immens groot stenen ei was waar een enorme nachtblauwe vogel uitkwam. De machtige vogel verhief zich en vloog weg. Maar […]
De drie raven De vogel Moehoe was een van de drie Droef Raven. De tweede was Boehoe. En de derde was de vogel Mok-mok. Alle drie waren ze onzichtbaar. De eerste twee, Moehoe en Boehoe, vlogen ’s nachts. Hoewel je […]
Konijn Het Konijn was eigenwijs. Hij zei dat zijn naam Haas was. Hij zei ook dat Haas de maat aller dingen was. Hij had twee vrienden, juffrouw Knakstaart, die eigenlijk een verbouwde kater was, en Buurmoos, die nogal juffrouwerig was. […]
De goedemanierenfee De goedemanierenfee zat er ontflonkerd bij. Ze was ontslagen. De feeënvakbond had nog protest aangetekend, maar dat had haar situatie niet geholpen. Ontslagen zonder pensioen. Ze was overbodig geworden. Nieuwe tijden, zeiden de bazen. Iedereen doet wat ie […]
Het sprokkelhoutje Het sprokkelhoutje was alleen. Dat vond ze niet fijn. Ze was gewend om in een bosje te zitten. Gelukkig kwam ze van een gevorkt takje en daarom kon ze lopen met haar twee korte beentjes. Ze sprak hardop. […]
Het Weenwoud Het Weenwoud bleef beweren dat er plaats voor iedereen was omdat het groot genoeg was. Maar het traanwater was nu toch wel erg gestegen. Het Moedeloos Moeras vond het prachtig: ‘Zo word ik ooit nog oeverloos’, zei zij […]