Zeeland is een ander land. Zelfs de politie spreekt plat Zeeuws. En van joden hebben ze hier nog nooit gehoord. En van het buitenland ook niet.
Al Qaida? Wie? Isis? Wat? Nou ja, de afgelopen dagen was ik met die gruwelijke aanslagen op Charlie Hebdo behoorlijk over mijn joodse toeren en zeker toen de kannibalen de joodse supermarkt aanvielen.Wij stonden natuurlijk ook op het plein bij het voormalige stadhuis. Met naar schatting vierhonderd Charlies. Ik hield ook braaf mijn pen in de lucht. Geen bordje voor mij met: ‘Ik ben Charlie’, ik ben Chawwa en hoop dat te blijven. Waarvan acte.
Links twee staande agenten en rechts twee indrukwekkende, gekromde polities te fiets. Veilig? Nou! Daarna gingen we maar iets eten in de linkse tent waar ze vroeger een uitstekende kok hadden. Helaas is dat verleden tijd. Dus de hele nacht lagen we te stuiteren door de chemische toevoegingen.
Na mijn middagpit op die vreselijke vrijdag 8 januari, kwam M. met fluwelen voeten me vertellen dat de tv aan moest om mee te kijken naar die aanval op de joodse supermarkt.
Ik bedacht dat het misschien een goed idee was om naar het sjoeltje te gaan om samen met een handjevol joden solidair te zijn. Maar eerst even de politie bellen. Zo’n heel lang nummer waar ze je ook heel lang vertellen wat dat allemaal kost. Een agente op de lijn. Ik: Beschermen jullie (de politie) het sjoeltje hier in Middelburg? De agente op kriegelige toon: Wat zegt u, wat moet beschermd? Ik: De synagoge. De agente: Daar weet ik niets van en als ik het wist zou ik het u niet vertellen. Ik op licht hysterische toon: Ik ben bang, ik ben een jodin en ik wil weten of het veilig is om hier naar de synagoge te gaan. Daar keek ze bepaald van op. Ze moest met iemand overleggen en die persoon zou me terugbellen.
Op het gemakje, zeggen ze hier in Zeeland. Op het gemakje. Haasten is denkelijk duivels en nergens voor nodig. Dus drie kwartier later een andere agent. Zo mogelijk in nog platter Zeeuws. U hebt gebeld over een moskee of over een synagoge? Waar gaat het over?
Mijn stoppen slaan door. Van licht hysterisch ben ik nu een graadje erger en ik vloek – o hemel Zeeland, vloeken dat is hier terreurdreiging, vloeken is zo taboe. Ik: %$*@=^^ Ik bel over de beveiliging van de synagoge en een moskee is een ander verhaal. Agent beledigd: Ik bel u netjes terug en nou doet u zo. Ik ben geen kleine jongen, hoor.
Ik heb dus nu de Zeeuwse arm der wet beledigd. Handen en voeten hebben ze hier niet om wat dan ook te ondernemen. Naar sjoel ben ik niet gegaan. Volgens onze joodse huisarts kon het wel als je de achterdeur zou nemen. Maar weet ik veel, een achterdeur? Trouwens wat heb ik er te zoeken als ongelovige? Het leek me aardig, maar ze zullen me wel niet gemist hebben, want ik kom daar zeer zelden. Ook al een ander land.