Sinds ik in de struikeljaren ben beland, vind ik het leuk om de overlijdensberichten te lezen. Vooral als ze aan de overledene zelf gericht zijn. ‘Jan we missen je zo vreselijk.’ Ik zie het helemaal voor me. Jan op zijn wolk knikt goedkeurend en schept op tegen zijn op andere wolken zittende buren. ‘Kijk, ik word tenminste gemist.’ En dan kijken de andere doden heel sip. Het is ook jammer dat de overlijdensberichten zo duur zijn, zodat je alleen van welvarenden kan lezen wie er allemaal treurt en rouwt. Wat zouden we allemaal te zeggen hebben als het gratis was?
Van die teksten met uitroeptekens. Je was een rotwijf!!!!!!!!! En opgeruimd staat netjes!!! Ik ken wel mensen die me dat zouden willen zeggen. Maar gelukkig is dat te duur. Dus op mijn wolk hoef ik dat niet te lezen. Maar opruimen, dat is een waarachtig probleem waar ik mee worstel met het ouder worden.
Ik stel me zuchtend voor dat mijn kinderen al die bijeenverzamelde troep moeten uitzoeken en wegdoen. Moet ik daar niet vast iets aan gaan doen?
Clutter zeggen ze in het Engels. En declutter (dieklutter). Opruimen, weggooien. Het jamarenbos gaat jammerend aanstaan. Jamaar dat en dat heb ik van een lief iemand gekregen.
Of de plateel theepot met het foute deksel en het stomme hengsel van touw. Die heeft een Verhaal. Van mijn beide oma’s. Mijn moeders moeder had van háár theepot de deksel gebroken. De moeder van mijn vader had wel een deksel maar haar theepot was ter ziele. Zegt mijn vaders moeder tegen mijn moeders moeder: ‘Geef mij jouw theepot maar, zonder deksel heb je er niets aan.’
Zegt mijn moeders moeder: ‘Schenk jij maar thee uit je deksel, ik doe wel een schoteltje op mijn theepot.’ Leuke oma’s. Die van mijn Mam heeft gewonnen en ik heb die theepot dus met een licht afwijkend dekseltje. Dat gooi je toch niet weg?
Hier in Middelburg hebben we met koninginnedag geen vrijmarkt. Zo jammer. Ik wil dolgraag op de stoep mijn verzamelingen te koop aanbieden. Blikken speelgoed. Een euro per stuk. Het beeldschone loodzware Mexicaanse poreuze servies. Het zou gewaterglast moeten worden om niet alles wat je eet er in op te zuigen. Door Annemarie, het jongste schoonzusje, helemaal meegenomen uit Mexico. Zo mooi maar onhandig. Geen museum zou het willen. Zeker nu niet omdat ze moeten sluiten door de bezuinigingen. Sorry Marie. Had ze het speciaal laten maken? Het staat goed bewaard en ingepakt in de kelder.
De wajang poppekoppen zonder lijf, gered door m’n ex-schoonzoon. Zonde om weg te gooien. En de doosjes en bakjes en kannetjes en de nepsieraden. Maar waar begin ik mee? En het voor mij gemaakte theeserviesje waar onder op het theelichtje staat: Carel en Chawwa hou het warm. M. en ik zijn al ruim dertig jaar samen. Oude spullen dus, uit een voorbije tijd.
Staat er straks op mijn overlijdensbericht: ‘Leuk mens hoor, maar we weten echt niet wat we met al die rommel aan moeten?’ Ontrommelen, ja.