Boaz heeft het. Logica. Vooral de zijne. Hij is verontwaardigd als de i en de j samen ij spellen. Dat zou toch ieej moeten zijn. Typisch Boaz. Of als hij mij belt. Vanuit hun kleine kelder. Dan wordt hij niet gestoord. ‘Ssst’, zegt hij, ‘mamma mag me niet vinden.’ Hij kruipt in het donker ritselend onder een stapel plasticzakken, hetgeen de communicatie niet verbetert. ‘O nee, ze is er niet’, en wij kunnen weer iets tegen elkaar zeggen. ‘Is het leuk op school?’ vraag ik. ‘Nee’, roept hij hard. Nee, hij vindt school niet leuk.
Pasgeleden zat hij bij zijn moeder Janine in de bakfiets. ‘Mamma, mijn sterrebeeld is Bad-eend, hè?’ Als Janine lacht zegt hij: ‘Dat heb je zelf gezegd tegen me.’
‘Vissen’, antwoordt Janine. ‘Ben ik een vis?’ zegt Boaz. Zoals hij het zegt klinkt het als, ben ik nou gek?
Mijn dochter zegt droog: ‘Blij dat hij geen Maagd is. Hoe zou ik hem dat moeten uitleggen?’
M. heeft ook . Vooral bij het inruimen van de afwasmachine. Ooit hebben we afgesproken dat zij de baas mag zijn in de keuken. En omdat ze linkshandig is, is voor haar links de heilige standaard voor het bestek. Dat moet aan de linkerkant neergelegd worden. Rechts mag het pas als links vol is. Pasgeleden nog kreeg een lepeltje dat ik rechts neergelegd had vreselijk op zijn donder. Arm lepeltje. Voor mij is rechts dichterbij, dan hoef ik niet om die open klep van de afwasmachine heen. Dus het was echt niet de schuld van het lepeltje.
Maar de van eerlijk is, zo als het me nu lijkt, ver te zoeken. Nou ja vroeger was dat er ook niet natuurlijk, maar er bestonden toen nog wel eerlijke mensen. Althans dat geloofden wij. Een bankier was deftig en eerlijk, dacht ik. En een dokter ook. En geld was ook iets. Daar stond goud voor garant. Nu bedonderen de bankiers ons, schrijven doktoren met een vork en is geld digitale nullen. En ééntjes natuurlijk. Nu wordt er gejojoot met miljarden die niemand heeft. Er wordt geschoven en uitgeruild en niemand begrijpt het. De van schulden maken, van banken die leningen verkopen, en wij moeten het verlies betalen. En de bankiers vliegen met bonussen de laan uit. En de armen wonen in steegjes. Bent u daar nog?
Waarom zouden we dan nog eerlijk zijn? Wij zitten allemaal met een huis aan ons been in de geldgevangenis. Wie probeert niet de belasting te ontduiken?
We moeten ons best doen om eerlijke producten te kopen. Want als we dat niet doen moeten slaven knoopjes aan onze vestjes zetten. Of zoals met sperziebonen, misschien vallen de boeren dood neer in een akelig arm en droog land. Heeft onze sla gifresten? Is ons drinkwater besmet met antibiotica? Ja maar, als we schoon water uit een plastic flesje drinken komt dat flesje in de plasticsoep in een verre oceaan. Ik denk humeurig, vroeger dronken we schuldeloos water uit de kraan. Ik doe het nog. Is dat dan fout?
Aan welke moet ik me houden?