Mijn dochter vraagt eerst beleefd naar mijn gezondheid. Daar zou ik lang en uitputtend over kunnen zeuren, bloeddruk bla bla, hoofdpijn, en zo moe, maar ik weet wel leukere dingen. Ja, ja, laten we dat gezeur alstjeblieft kort houden. Dan kom haar relaas. Grote voetballer Boaz, die graag mamma helpt, is gewond geraakt bij het pannenkoeken bakken. Zijn hele wijsvinger aangebrand. Ohoo huilen en onder de kraan en naar de eerste hulp. Boaz voorin en Abeltje achterin de auto. Want Abel is nog te klein en te bang om alleen thuis te blijven. Brandzalf op die vinger en een fors verband. Tweedegraadsverbranding. Janine overstuur. Ze ziet zichzelf weer als klein meisje met haar middelvinger in een groot verband met haar derdegraadsverbranding. We hebben foto’s van haar met die dikke opgestoken middelvinger bij mij in bed.
Boaz mag een week, of meer misschien, niet voetballen. Dan weer naar huis. Ruimhartig vindt Abeltje het prima dat Boaz weer voorin de auto mag. En achterin de auto denkt hij dat het allemaal zijn schuld is. ‘Ik had hem moeten waarschuwen om heel voorzichtig te doen en dat heb ik niet gedaan.’ Abeltje; zijn broeders hoeder. Zo’n broer zou je alle kinderen wensen.
De pappa wordt gebeld die in zijn schrik blaft dat mijn dochter bla bla enzovoort. Het is ondertussen al laat en de jongetjes moeten hoognodig naar bed. Boaz mag op een matrasje bij Janine op de kamer slapen. Dan barst Abel in geween los. Ja maar, mamma, hij mocht op de heen- en op de terugweg al voorin de auto en nu ook nog bij jou slapen. Snik snik. Goed, Abel mag bij Janine in bed. Boaz mag morgen niet naar school. Abel verzint allerlei oplossingen. Als je iets wilt op je i-Pad kan ik je wel helpen. Hij heeft namelijk nog een heel wijsvingertje. En hij is ook bereid Boaz op school te helpen.
Ondertussen is het al behoorlijk laat en mijn dochter is doodmoe. De tranen komen door de telefoon zo mijn oor in. ‘Ga jij ook maar lekker slapen’, zeg ik. Maar ze moet nog, eenouderhuishouden tenslotte, de was ophangen, de afwasmachine leegruimen voordat ze het moede lijf in die volle slaapkamer te slapen kan leggen. Ze maakt zich nu al zorgen dat Abel morgenochtend Boaz wakker maakt. Want dan zal ze een heel humeurig patiëntje hebben.
De volgende dag weer naar de dokter ter controle. De pijn is minder. Maar de hele vinger is een grote blaar. Maar dicht gelukkig. Boaz valt bijna flauw als hij de ravage aanschouwt. Als Janine het mij vertelt, voel ik haar tranen weer in mijn oor lopen.
Wat wonen we toch een eind uit elkaar. Telefonische kussen, zouden die helpen?
Sterkte schatten. We houden contact. Als is het maar via de telefoon.