Heel heel lang geleden toen de dieren nog spreken konden, waren wij eigenlijk wijze vrouwen. Zij vertaalde literaire boeken en ik deed ook van alles. Mensen aanhoren met problemen en ze soms doorsturen naar bekwame hulpverleners. Maar dat doe ik niet meer. Niet omdat er geen mensen meer zijn die naar me toe komen met problemen, dat is weliswaar minder geworden, maar omdat de hulpverlening, als ik het goed begrepen heb, zelf kermend in de berm ligt. Barre tijden.
Ja, gedichten schrijf ik wel, hoewel ik niet denk dat er iemand op zit te wachten, maar omdat ik anders barst. En nu de laatste tijd moet ik met de columns oppassen omdat ik narrige meningen blijk te hebben en er boze lieden klagen over mijn uh, nou ja, dinges.
M. heeft geen te vertalen literair boek, ik was een beetje flauw met dichtgeslibte aderen en dus spelen wij.
M.: Geef me jouw ipad even, want ik heb je net een elektrische draak gestuurd en nu wil ik van jouw ipad mij zo’n draak sturen, dat scheelt me vierduizend goudstukken.
Mijn moeder op die wolk begrijpt het allang niet meer. Ik ben ook nog niet helemaal bedraakt, moet ik zeggen. De drakeneieren vliegen me om de oren. Ze laat me op hoog tempo zien wat ik moet doen. Huh?
Ze zegt streng: Je moet bosjes slopen. Ik: Maar dat wil ik juist niet, ik wil meer bomen.
M. kortaf: Nee dat is niet verstandig. Ik: Huh?
Wat een fascinerende gesprekken voeren wij, voormalig interlectuelen, toch. Riep ik vroeger, lees een boek, nu laat ik draken vechten, speel blokken weg, kraak snoep, groei drakenlelies, dat soort dingen dus. Boeken wil ik wel lezen, maar mijn ogen zijn zo snel moe. Smoesjes…? Ja en nee. Concentratie is ook gesleten.
En die meningen van me? Ach ja. Niemand heeft daar nog zin in, denk ik. Ik word er ook zelf misselijk van. Is IS? Was was, lijkt me beter. Wel sancties, geen sancties? Weet ik veel. Nee, meningen droom ik wel. Dus. Rare Russen. Rare fanatici. Rare mensen. Raar geld. Ik zou wel een echt bos willen om met de scootmobiel in te kunnen dwalen. Beetje handige paadjes dus als het mag.
Waarom willen anderen toch oud worden? Wat vinden ze dan zo leuk?
Nou, M. is een schat en ze heeft mijn draken weer even op peil gebracht, want ik moet naar een hoger level. Wat? O. En dat vechten met die draken? Ik probeer dat een beetje, maar dat is moeilijk als ik sukkelige draken laat vechten tegen hele gemene. Zo zielig. Dood gaan ze niet, heeft m’n lief beloofd. O, maar ik heb er wel eentje heel rafelig zien worden. Die van een ander gelukkig.
We moeten nog steeds de wereld redden, maar we weten niet meer hoe. Zelfs op de reclame zijn er te redden zielige ezels en zielige zieken en allemaal willen ze iets wat ik niet heb. Goudstukken van mijn draken kunnen ze krijgen.