Op een nevelige morgen zegt Abel, vier, tegen zijn moeder: ‘Kijk mamma, de zon mist.’ Leuk natuurlijk als het door een kind gezegd wordt. Minder leuk als een volwassene de mist in gaat.
Zo’n minister zonder historisch besef die de huidige politie weer op mensenjacht wil sturen. Ongewenste mensen. Dit keer geen joden. Laten we wel wezen, die zijn bijna op, daar kun je geen echte machtslol aan beleven. Nee, nu zijn het illegalen. Mensen die al tig jaar van misdaden beschuldigd worden, maar nog nooit een rechtszaak aan hun broek kregen. Weg ermee. Wij hebben een rechtsstaat namelijk. Voorbeeldje? Vader woont hier al vijftien jaar. Vrouw zenuwpatiënt, oorlogsslachtoffer, vier kindjes. Ja, die kindjes mogen blijven en die vrouw is te zielig voor vervoer.
En wij, de Nederlanders willen daar de politie op af sturen. Ik word daar misselijk van. Ik krijg daar onderduikdromen van. Ook al zou die man een virulente antisemiet zijn. Wat gij niet wilt dat u geschiedt…
Zo’n Leers kan het ook niet helpen dat is een Limburgse katholiek. Opgegroeid in een landje waar de grootkapitalisten tegen de pastoors zeiden: ‘Wij houden ze arm en jullie moeten ze dom houden.’ En dat is gelukt. Leers wast zijn handen in katholieke onschuld. Macht, hij lust er wel pap van. Gehoorzaam volk. Hij wil het, gehoorzaamheid. Ongehoorzame burgemeesters? Die moeten zijn beleid uitvoeren. Geen meningen ventileren, zijn ze helemaal gek.
Ik zie het helemaal voor me. Alle stoute burgemeersters voor straf op de gang en een uur zwijgen en dan sorry Leers zeggen. Zoiets? Dan zal Leers zijn hakken klakken en zijn zweepje pakken, denk ik… Of een leuk baantje voor Hero. Geef hem een zweepje en klaar is Geert.
Historisch besef kun je ook bij kinderen niet verwachten. Boaz vroeg een tijdje geleden, bij het naar bed brengen, zijn moeder naar het Chanoekaverhaal. En ze moest het uit haar hoofd doen. Dat zal ik ook proberen. Bij fouten, bel uw rabbi.
Na de verwoesting van de tempel was er nog maar één kruikje olie voor één dag licht over. Het wonder was dat die olie acht dagen bleef branden. Dat vieren we met de achtarmige menora met als negende kaarsje de aansteker.
Boaz vraagt: ‘Dat is lang geleden, hè mamma?’
`Ja, schat’, zegt mijn dochter, ‘lang geleden.’
Boaz weer: ‘Was jij daar bij?’
‘Veel langer geleden’, zegt m’n dochter.
Boaz: ‘Was oma erbij?’
‘Nee’, zegt zijn moeder, ‘nog veel langer geleden.’
Boaz triomfantelijk: ‘Dan was het Jezus.’
Leg zo’n kind eens uit dat de ene geschiedenis van vijftig en de andere van tweeduizend jaar geleden is.
Zo’n Leers kan het ook niet helpen. Voor hem is het de zon die mist. Voor zijn slachtoffers wordt het wel erg donker.