Zeg ik tegen M.: Ik kan niet beginnen voor ik een eerste pakkende zin heb. Ze stroopt haar mouwen op en zegt stralend: Mary kwam er uit met een dikke voet. Ik: ‘Dat slaat nergens op, het moet over ons gaan.’ Zij weer: ‘Dat gaat over ons.’ Ik: ‘Genade hoe leg ik dat uit?’
Ze trekt haar schouders op en ik ga zuchtend naar boven om weer eens aan de
computer te gaan zitten. Zucht steun kreun. Kan ik het verhaal over ons
jubileum geschreven hebben voordat zij de mosselen klaar heeft?
Vijfendertig jaar zij en ik.
Zo lang al en al zo lang leuk. Onze eerste ontmoeting was dus vijfendertig
jaar geleden in galerie Markt 17 in Enschede. Alle belangrijke mensen in ons
leven waren er bij. Carel mijn ex, zijn toenmalige vriendin Elaine (nu een
van onze liefste vriendinnen en zelfs meemoeder), Joris en Janine, onze
kinderen, voor wie mij nooit leest. De toenmalige lief van M. ene Marjoke en
mijn toenmalige lief Nan.
De tentoonstelling was in de feministische periode en heette dan ook Vrouw
Vrouw Vrouw en Werk. De opening zou door Annemarie Grewel gedaan worden en
daar had ik me hevig op verheugd. Voor de jongeren onder ons, een heel
beroemde mevrouw, joods en lesbisch. Wow. Maar zij kon niet. Dus werd er
geopend door een mevrouw die cultureel belangrijk was in Enschede. Weet niet
meer wie.
Ik stond een beetje te zonnen in de groep om me heen, toen er iemand
verscheen die zei: ‘Je hebt een rode stip.’ Ietwat verward legde ik mijn
handen op mijn wangen, want daar zou die lipstick wel op zitten. Wist ik
veel van rode stippen?
Dat was dus M. Ze smolt ter plekke van mijn gestuntel. Ze zei: ‘De kus is
verkocht!’ Werd ik helemaal rood? Ik denk het wel. Zij, toen directeur van
de arthotheek in Groningen, had haar gekocht. Een heel duur beeld van me,
heel dierbaar ook. Dat beeld staat nu al jaren hier in ons huis. Gelukkig.
Maar pas die avond, toen alle vrouwen met elkaar gingen eten, gebeurde het
wonder. M. zat rechts van me, Nan links en de rest van het gezelschap
vervaagde. Als er toen ter plekke een hersenscan van ons genomen was zou je
gezien hebben dat onze hele hersenpan vol hoge lichtjes was geweest en rood
en vurig. Zij begreep mij. Ik verstond haar. Dat moest een vervolg krijgen.
En nu, vijfendertig jaar later, zegt M.: ‘Zullen we ons jubileum in Enschede
gaan vieren?’
Ze vraagt aan Judith die daar woont om een goed hotel. Judith, de schat,
zegt: ‘Kom maar bij mij logeren.’ Mary hoort ervan en komt helemaal uit
België om erbij te zijn. Maar Mary komt ook om te zorgen dat wij tweeën die
elfde onze eigen gang kunnen gaan en Judith niet ongezellig alleen hoeft te
zitten. Die twee dames gaan samen twintig kilometer fietsen. Ook, na een
klein zonnig tijdje, in de stromende regen. En Mary’s fiets, ach, in ieder
geval heeft zij haar enkel stuk getrapt. We hadden het zo leuk. Zo vreselijk
leuk. En de galerie is nu het leukste eetcafé van Enschede.