M. was afgelopen week in het archief van Dordrecht. Dordrecht, mijn geboortestad. Ik wil niet naar een archief. M. noemt het geschiedenis, voor mij is het het grote oneindige verleden.
M. reconstrueert de geschiedenis van St. Anna ter Muiden. Maar ook die van mijn familie. St.Anne is leuk natuurlijk, met wie woonde waar en hoe heet dat straatje tegenwoordig en hoeveel mensen hebben al eeuwen in die boerderij gewoond en gewerkt. Ik ken die mensen niet, dus dat is allemaal interessant.
Maar mijn familie? Dat is andere koek. Bitterkoek. Daar hebben we de brieven van geërfd. De Brieven. Met hoofdletters. De handschriften van mijn vermoorde familie. Hun onderduikverhalen, hun hoop en hun liefde.
Ik denk dat M. daar zo’n twintig jaar aan gewerkt heeft. Uittikken, op de juiste volgorde proberen te leggen en alle mensen die er in voorkomen met al dan niet gekozen schuilnamen en hun adressen uitvogelen. Wat een werk. Wat een monnikenwerk. Om zodoende de mensen weer gezichten en namen te geven en een monumentje op te richten. Alle brieven die mij als éénjarig kind gestuurd werden voor mijn verjaardag in Ilpendam, waar Mam en ik ondergedoken zaten. Die brieven waren dus makkelijk te dateren. Zo levend zijn die mensen als je ze leest. En zo vreselijk dood als je als lezer weet hoe de geschiedenis haar gruwelijke weg gegaan is. Het grote verdriet laat zich niet vergeten. Het is weg te bergen maar telkens wordt het weer gewekt.
Nu moet ik even vlug een grap verzinnen anders wordt dit schrijfsel onverteerbaar. Zo doe je dat. Lieverkoekjes worden niet gebakken. Bitterkoekjes wel. Hoewel we vroeger in Dordt een bakker hadden met op zijn kleine vrachtautootje het logo: Lieverkoekjes… Misschien dacht ik, kan het wel en ik verzon ingewikkelde verhalen om mijn vader terug te toveren uit de dood. Hij lag niet in dat graf. Dat moest een vergissing zijn. Hij was in Rusland terecht gekomen en na vele jaren kwam hij weer naar ons huis op de Vlietweg.
Toen mamma hertrouwde moest ik dan er bij verzinnen dat ik dan wel voor hem zou zorgen. Want, nou ja, hij zou er wel erg aan toe zijn…
Nu komt de liefdesgeschiedenis van Bob en Mimi, mijn ouders, dus in de openbaarheid. En de verhalen van de onderduik. Van tante Elsje die ons hielp onderduiken. Dat er bij tante Elsje wel twaalf mensen woonden, legaal en illegaal. Van de adressen en de brieven van mijn oom Nol. En de tekeningen die hij voor Mam maakte van haar huis op de Vlietweg. De brieven van de grootouders. De brieven uit de gevangenis. Het hele hartverscheurende verhaal wordt op mijn website geplaatst. En ik zou het liefst weer onderduiken.
Het is bijna zover. De 22e februari op mijn website. www.chawwawijnberg.nl
Of je schrijft gewoon Chawwa.com dat doet het ook. Als alles goed gaat natuurlijk. De kinderen komen, allemaal. Om ons vast te houden, want het is moeilijk. Dan wordt het gewoon leuk met de jongetjes. Boaz, Abel en Max.