Nu wil ik weer alles tegelijk vertellen. Series en waarom. En dat we behalve snaren ook nog een drumband onder de huid hebben. Zo een met een grote trom. En dat Boaz, vertelde zijn andere oma, zo in en in schattig, iedereen tegelijk wil vasthouden en kussen: “Ahhemaal samen.”
O ja, en ook dat alle buurpoezen één voor één op bezoek komen. Op de buitentafel zitten, in de keuken komen, bakjes leegvreten, katerig sproeien in de keuken, kortom, soms lijkt het wel of wij logeren in een kattebak.
Maar die series. Ze hebben het belang van mensen die op bezoek komen, maar geen zorg behoeven. Voor onze seriegasten hoeven we niet naar de supermarkt om massa’s voedsel in te kopen. Bedden hoeven niet schoon opgemaakt, geen grote hoeveelheden hapjes en dranken, je hoeft niet van te voren op te ruimen en na afloop de afwas te doen. En toch hecht je je aan die karakters. En ik wil weten hoe het verder gaat. Plaatsvervangende familie, dat is het. Het nadeel is wel dat als je lekker aan ze gewend bent, ze er door de tekstschrijvers pardoes uitgekegeld kunnen worden. Ach, wat sneu nou toch dat die leuke Claire doodging, wanneer zullen we haar in een andere serie zien? Of, en dat kan natuurlijk ook, is er een groot zwart gat waar al die ongewenste televisieacteurs in gedumpt worden als hun tekstschrijvers geen zin meer in die lui hebben? Ik zie het voor me. Een enorme kuil waarin al die arme spelers met hun handen zwaaien en treurig roepen: neem mij, neem mij, want er zijn zoveel acteurs.
Ja series, nu weer een 5-delige dramaserie naar de boeken van Elizabeth Gaskell. Ik lust er wel pap van. Die boeken ben ik van plan te gaan lezen. Mits het een beetje grote letters zijn, want tegenwoordig zijn kleine lettertjes onprettig voor de oude oogjes.
Nu de drumband. Iedereen kent het, de grote trom als je bang bent of geschrokken. Waar zit dat ding? In je buik? En voel je het diepe dreigend dreunen in je hart? En daarna al die kleine trommeltjes die door de hele bedrading heen spelen. En het bonzend geklop in je hoofd, daar zitten ze ook, de drummers. Bij angst en onrust. Maar ook bij grote vreugde en verliefdheid, dan wordt er ook geroffeld. De inwonende tamboer-majoor gaat zijn gang, op de Turkse trom wordt geslagen bij de tweede ontmoeting van een toekomstige geliefde. Je kan zo verliefd zijn dat alle percussie-instrumenten welig tekeergaan. Dichters schrijven hete verzen, componisten componeren en wij allen genieten van het mooie weer, ook al is het grauw buiten. En de kleuren zijn wonderschoon.
Al met al is het een wonder dat we ooit nog werken kunnen. Er is zoveel te luisteren zomaar binnen in ons. Zoveel te zien door de oog-raampjes, dat ik het me soms niet kan voorstellen hoe het mensen lukt om in de drukke wereld geld te verdienen. Zou je dan de snaren stil moeten houden, de drummers in slaap sussen, en pas s’avonds moegewerkt alle instrumenten aanzetten? Klinkt het dan nog wel onbekommerd en goed? Misschien is daar de pensioenleeftijd goed voor. Daardoor kunnen grootouders zo genieten van hun kleinkinderen. Ze luisteren naar hun snaren en hun percussie-instrumenten. Dat kon vroeger niet met de eigen kinderen, er moest te veel gerend, gezorgd, geboodschapt, gewassen. En goed goedkoop en gezond gekookt worden. Kortom, plicht en haasten doen de interne muziek geen goed. Geloof me.