Voor zoveel gevoelens hebben wij nauwelijks woorden. Op Hemelvaartsdag een huis vol. Twee heel goede vrienden, de Joortjes en Max. Is er een woord om te vertellen hoe innig gezellig, vreselijk leuk en inknus dat was. Een hart vol minzame gevoelens, innig tevreden, ik herhaal me. Zie je wel dit beschrijft bij lange na niet hoe leuk het was.
Maxje in gesprek met Svan. Zij kijken elkaar recht aan. Maxje blaast belletjes en Svan spreekt met hem op z’n Swans. Max antwoordt met alle intonaties die hij ondertussen beheerst. Hoge en lage geluidjes. Zijn gezichtje laat ook alle mogelijke gelaatsuitdrukkingen zien. Wij kijken gefascineerd toe. Dan sluit hij zijn lange, lange monoloog af met een hoog en vrolijk gilletje. Wij hebben de behoefte voor een langdurig en luid applaus ingehouden. Wat een kind!
Zes volwassenen die drie dagen een mooi en lief, heel lief kind aanbidden, hoe noem je dat? Brede lachjes van Max en pas op de laatste dag zette hij een keel op omdat alle grote mensen even zijn voedingstijd hadden vergeten in de drukte van het vertrek. Opeens was het drie uur geleden dat we hem een moedermelkflesje gaven aan zee. Hij was luid en duidelijk. ETEN. NU! En de zee, de zee. M. heeft hem met twee koude druppels zeewater tot mede-Zeeuw gedoopt. Geen kik. Wel kijken en kijken naar die zee. Hoe groot en hoe ver en hoe anders dan Amsterdam…
Het hemels weekend is voorbij. En de maandag wordt een lege treurdag. Met ook een hemelvaart. Niet voor een god maar voor de schouderzitter Noa. Zo tergend mager geworden en al zoveel gedokterd. Ze had nog een ereprijs verdiend met de hoeveelheid antibiotica die ze binnengekregen heeft. Het arme dier. En het was een prijskat die ooit met uitmuntend was beoordeeld. Maar ook poezen krijgen tegenwoordig overal tumoren. En Noa, nooit gerookt en toch longkanker. Hoe gruwelijk. Pilletjes tegen de benauwdheid, ze hielpen niet. Injecties tegen infectie, hielpen ook niet. Niet eten, niet eten, en wij ons maar uitsloven met allerlei voer. Op het laatst natgemaakte mousse die ze op kan likken. Elk uur met een spuitje in haar bekje. En zij met dat hoofd van mens hou op, ik wil niks. Maar de longfoto geeft de trieste conclusie. Het is duidelijk. Niets meer aan te doen. Hoe mooi, hoe lief, hoe grappig, hoe dood en hoe duur ze was. Straks zullen wij haar niet alleen missen maar ook de rekeningen nog moeten betalen.
Zou hier het woord verkatteweduwd op passen? En voor de vreugde van volwassenen die van een baby van vijf maanden genieten, past daar het woord hummelsverliefd op?
En een gedicht.
Noa
Wat is één kleine pijn
op wereldschaal
één beweende kat
al zat ze
op mijn schouder
zo zachtharig
was mijn schat
geen rouw omrande
woorden in de mensen
krant
ingeslapen met het spuitje
van de dierendoktershand
Noa Noa
zo zachtharig
was mijn schat