Hij, Boaz, heeft toch een andere carrière voor ogen dan de bouwvakker die we eerder in hem zagen. Dit afgelopen weekend, voor hij zielig ziek werd, zagen wij met eigen ogen hoe zijn creativiteit zich ontwikkelt.
Hij, het kleine mannetje, staat voor de koelkast met een aantal magnetische plakstrips en kijkt en prutst en dan hééft hij het. Hij smakt ze op de deur, doet een stap naar achter en geeft zichzelf applaus. Hier is een meester aan het werk. De koelkast zal nooit meer hetzelfde zijn. En wij kijken in aanbidding toe.
Van de andere oma ontvangen wij door middel van een goedheilig man een klein canvas met twee fotootjes van onze schat aan het werk. En één van zijn eerste meesterwerkjes in echte verf. Dat hangt nu aan onze muur. Jawel. Een echte Boaz.
Andere mallotige grootouders zullen nu wel denken dat hun eigen kleinkind nog bijzonderder is, of genialer of in ieder geval liever of schattiger. Maar het is evident dat zij zich vergissen. Tegen een Boaz kan niemand op. Hoe het dan straks moet gaan met een tweede kleinkind moet nog bezien worden.
Mijn eigen zusje vindt ook haar kleinkind geweldig. Ook hebben sommige vrienden vermeende beeldschone en wonderbaarlijke schatten. Hoe is dat mogelijk? Er kan er toch maar één de mooiste en de liefste zijn? En ontegenzeggelijk is dat? Juist ja, het eigen kleinkind. Wonderbaarlijk dat dat voorgeprogrammeerd zit in onze genetische opmaak. Welk eiwitje zou dat nou maken?
Wat zei mijn moeder? Kleine kinderen zijn schattig, maar weet jij waar die grote ellendelingen vandaan komen? Wij hebben het nooit gedaan, het zijn altijd de anderen. Wij mochten van haar: ‘Nee hoor, dat waren wij niet, dat was Cohen de buurman’ zeggen als ons weer eens verweten werd dat ‘de Joden’ het gedaan hadden. Wat gedaan? Nou, Jezus aan het kruis gespijkerd (jasses). De baas van de geldwereld zijn. Alle Joden zijn rijk. Hè ja, was dat maar waar. Platvoeten hebben en zwart haar. Witte kinderen in de matses stoppen, bah wat een gruwelfantasie.
Maar over Boaz zijn wij echt niet bevooroordeeld. Zo kan hij bijvoorbeeld nu al nee zeggen. En als hij het heel erg niet wil, zegt hij neehee.Wil je een boterham? Ja. Behalve natuurlijk als hij, omdat hij ziek is, niets lust. Hij maakt dan een afwerend wegwerpgebaar. Nee, zegt hij dan beslist. Heb je een poepbroek, Boaz? Nee, zegt hij, maar hij stinkt wel. Boaz heeft gelijk. Geen poepbroek, maar het onschuldige lammetje laat wel echte Terpentijnscheten. Grote winden van een groot kunstenaar.
Boaz heeft een luisterboek gekregen. Met knopjes. Heel leuk. Hij drukt op die knopjes en dan hoor je: Dit is een fotofotofototoestel. Noek noek noek. Wordt bedoeld boek. Vork en lepel. Fotofotofotofoto. Nou ja, hij duwt vaak op hetzelfde knopje. Voor de afwisseling hoor je de ietwat deftige stem van een mevrouw die zegt: Dag opa en oma Nijntje, ik kom logeren. En dan weer, noek noek noek. Of fotofotofototoestel. Vork en lepel. Keer drie.
Boaz zit aan tafel met dat boek en is geconcentreerd bezig met zijn garnalenvingertje knopjes in te drukken, terwijl de volwassen omstanders hem lepels voedsel in het bezige bekje stoppen.
Kortom, wij hebben weer genoten van ons geniale kleinkind dit weekend.