R, r en r
Nou meteen het ergste denken bij deze titel. Er staat niet Rutte, rotter en rots. Dat is schelden, dat wil ik niet. Nou ja, bijna niet. Maar die afkortingen, daar heb ik steeds zo’n moeite mee.
Ik lees alles wat ik onderweg tegenkom. En overal zijn ze, die afkortingen. Max laadvermogen ken ik nu wel. Als kind vond ik de firma Metaverpa wel leuk. Meta moest de moeder zijn, ver was natuurlijk Veronica en pa was pa. Wat viel het me tegen dat het metaalverpakkingen bleek te betekenen.
Maar deze drie R’s zijn privéleed. Ramp, ramp en ramp. Ik heb al een scootmobiel en een klein scootmobieltje en nu de ultieme ellende en zichtbaar straks op straat, de rollator. Ja, vloek, ik ben bejaard en gehandicapt en ik loop straks helemaal voor gek.
De grote scoot heeft een leuk bordje. De aanstelleritus nr I, voor de kleine heb ik dat nog niet laten maken, maar voor nr 3, het-houd-chawwa-in-de-loopstand-apparaat, denk ik dat daar geen plaats voor is. En ik kan er natuurlijk niet snel mee wegkomen. Op de scoot zit een toeter waar ik mensen mee kan laten schrikken, dit laatste ding heeft een vinnig belletje, maar snel wegsuizen zit er niet in dus.
Ramp, ramp en ramp.
En weet je, binnenblijven is niet goed. Ik verklonter er van. Maar dat gedwing over bewegen en hoe goed het is. Bah, bah en bèh.
Ik heb het ding gekocht en hij moet ook in de gang, nog zoiets. Als je bij me binnenkomt zie je het ook meteen. Niks net doen of er niets aan de hand is. Aan mijn handen heb ik niets, nou ja niets, ze hebben ook neuropathie van de suiker en ze trillen soms, maar als je met je handen praat, zie je het niet. Dus aan mijn handen is niets aan de hand. Goh.
Dit alles valt in het niet vergeleken bij de nieuwe fascist, de oranje pompoen in Amerika en blonde Greetje in Nederland. Ja, dat weet ik ook wel. Pinda’s, zeggen de Amerikanen, maar een beetje mensch citeert geen Amerikaan dezer dagen… Maar ik blijf het voorlopig R, r en r vinden. Rot, rotter roest, ook al ben ik een rots in elke branding.