Min of meer III
Shit en tonic. Met die woorden word ik lachend wakker. Geen idee waar de droom over ging. Maar lachend wakker worden in zware tijden is nooit weg, natuurlijk. Daar wil ik wel een abonnement op.
Overdag erger ik me genoeg. Meer dan genoeg. De oude, tweehonderdjarige bomen van Amelisweerd moeten weg voor nog meer autowegen. Hoor ik zo’n gladde politica zeggen, ja maar dat compenseren we meteen. Ja hoor, met een paar schrale dennetjes, denk ik dan. Hoe kun je nou tweehonderd groei-jaren weggooien voor die vermaledijde auto’s.
Die bomen krijgen we nooit meer terug. Die auto’s kun je anders regelen.
Weet je nog de intense vreugde van de autoloze zondag? Kinderen huppelend over de snelweg. Als we dat nou eens een weekend maken, eens per maand en de treinen rijden dan overal heen voor een spotprijsje. Ja, jippie. En de auto’s met even nummers mogen op maandag, woensdag en vrijdag rijden en de oneven nummers op dinsdag, donderdag en zaterdag, mits twee personen minimum. Op zondag mag je rijden, mits met minimaal drie personen. O, dat went hoor.
We hebben dan wel overal grote fietsparkeerplaatsen nodig, liefst gratis en met toezicht. Maar daar hebben we de vluchtelingen voor, die met een petje op zich nuttig kunnen maken. We leren ze de woorden spaak, wiel, rem en bel en je kan al met ze spreken.
Wat zegt u? Shit en tonic? Nou, ik dacht het niet.