De vierde hemel
Denk erom als je in de derde hemel aankomt, dat je alle therapieën mag proberen en er altijd mee door kan gaan.
De vierde hemel geeft soelaas. Er worden gewichten afgenomen en er wordt gelachen. Heel veel gelachen. En de muziek is hemels. Iedereen hoort daar wat ze altijd en altijd mooi vinden. Maar nooit heavy metal. Dat is muziek voor de tweede hemel.
De kunstenaars maken er kunst. De toneelspelers spelen toneel, de zangeressen, klassiek en jazz, zingen. En onze uitverkoren Mirjam zingt jazz met de grote jazzmuzikanten en ze houden er feesten met veel ziel en zaligheid.
De schilders verven de hemel in de mooiste kleuren, en de kinderen zijn er gelukkig en geliefd.
Maar nu wordt het tijd om over de grote blauwe nachtvogel te vertellen. Die wilde namelijk het goede doen. Hij ging op bezoek bij zijn vader de berg, die met zijn hoofd in de eerste hemel zat. Vader, zei de blauwe vogel, ik heb nog geen naam. Je heet Indigo, zei Tohoewawohoe. Indigo, onzichtbaar voor mensen.
Maar hoe kan ik het goede doen als ze mij niet zien, vroeg Indigo. Ik wil helpen en mensen hebben hulp nodig.
Mensen moeten zichzelf helpen, zei de berg Tohoewawohoe. Helpen helpt niet. Ze moeten maar wachten tot ze in de vierde hemel komen.
Indigo was het niet met zijn vader eens. Hij vloog naar de vierde hemel om te kijken hoe dat moest, helpen. Lasten verlichten en kinderen gelukkig maken.
Hij daalde af naar de aarde in de nacht, weg van de hemelen en zijn vader en besloot op zoek te gaan naar hoe hij goed kon doen.
Tohoewawohoe rilde. Zijn jongen zou het nog heel zwaar krijgen. Maar hij was nog jong. Hij zou zijn weg wel vinden.