Onderduik
1942-1945 – deel 2
[Nol aan Mimi]
[Dordrecht, 29 december 1942]
Lieve Zus,
Vandaag ben je jarig. Eergisteren was je drie jaar getrouwd. Daar wil ik mee beginnen.
Allereerst daarmee gefeliciteerd, en laten we hopen dat de 4e verjaardag van je trouwdag in betere omstandigheden gevierd moge worden, en dat je je dan weer net zo gelukkig mag voelen als drie jaar geleden, daar ben ik trouwens zeker van!!! Nog kort geleden zeiden we: “Het gaat langzaam maar zeker.” Nu zeggen we: “Het gaat vlug maar zeker.”
Nu je verjaardag. Ook daarmee vanzelfsprekend hartelijk gelukgewenst, en ook daarvan kan ik hetzelfde zeggen, als van je trouwdag: Volgend jaar in gelukkiger omstandigheden. Ik kan me vanzelfsprekend voorstellen, dat je niet in verjaardagsstemming bent, over 2 weken ben ik jarig en ik durf met mijn hand op mijn hart te zeggen, dat ik dag liever zag verschoven tot na de oorlog. Maar meiske, we gaan de goede kant op, hoor, en die tijd komt weer, en gauw ook. Dus kop op, en sterkte. Ik kon je verjaardag niet zonder meer voorbij laten gaan. Daarom heb ik iets gemaakt, wat je wel aardig zal vinden. Het is jammer, dat ik in je laatste brief las, dat je zoiets al gekregen had, en ik hoop stiekum, dat hij niet erg mooi is. De mijne is ook wel niet zo mooi, maar een, die door je “kleine broertje” (1.80 lang en 150 pond zwaar) eigenhandig gemaakt is, zal toch nog altijd leuker zijn, dan een fabrieksapparaat.
Ik had niet anders dan een blik van tomatensoep van 21 cent, maar als ik weer eens een maak, zal ik het van een blik maken, waar asperges of perziken op sap in gezeten hebben.
Ik veronderstel, dat tante Geertje je wel verteld zal hebben, dat ik niet meer bij tante Maartje ben en waarom niet! Zo niet, vraag dan niets, want tante Els zal je wel alles uitleggen. Toen ik tante Geertje voor het eerst zag, kon ik me direkt indenken, dat je je daar zo rustig voelt. Ik kan me volkomen indenken, dat iemand met zo’n lief gezicht ook lief is voor je. Dat kan ik niet van iedereen zeggen!! Ik kom met Gré samen bij iemand, die ook heel lief is. Ik kon niet voor een radio zorgen, want het toestel, dat ik gebruikte, was van tante Els, en dat moest ze terug hebben, omdat zij geen toestel meer had.
Zeg Zus, kan dat toestel, dat jullie hebben, niet opgestuurd worden, dan kan ik het repareren, ik heb al mijn gereedschap in mijn bezit. Ik heb met Kerst van tante Els een pakje sigaretten gekregen, vind je dat niet lief?
Als je het toestel opstuurt, doe het dan naar haar! Voor je het inpakt, maak je de achterwand open (waarschijnlijk een paar schroeven losdraaien), haal er voorzichtig alle lampen (niet aan de glazen ballon uittrekken) uit en pak ze zo in dat ze niet kunnen breken, en leg ze dan weer in het toestel en stop dat vol met papier, zodat de lampen niet kunnen gaan rollen, en doe dan de achterwand weer dicht, nadat je snoer met stekker ook in het toestel gestopt hebt. Was dat even een lange zin!
Ik ben op het ogenblik weer hard bezig met electro- en radiotechniek. Vooral met het laatste. Ik zie al kans om van één radiotoestel twee te maken, maar dan doen ze het jammer genoeg geen van beiden. Je ziet, je kan met een gerust geweten jullie radiotoestel opsturen, dan krijg je een pakje met draden stukjes glas en blik terug, maar ik kan je dan niet verzekeren of er muziek uitkomt en als dat niet het geval is, ga je maar op je poot spelen. Het is natuurlijk allemaal maar gekheid, dat weet je wel.
Ik kan je natuurlijk niet verzekeren, dat ik het toestel volkomen in orde krijg, maar mocht dat niet het geval zijn, dan heeft het toch geen reparatiekosten gekost. Maar in ieder geval zal ik mijn best doen, hoor!
Vlak voordat ik wegging bij tante Maartje, heb ik van Annie twee prachtige dassen en een prima scheerkwast gekregen, omdat ze wist, dat ik die nodig had, aardig hè?
Nu meisje, ik houd op, en ik zal maar zeggen, tot ziens, en tot over 2,3 maandjes. Geef tante Geertje en oom Klaas de hartelijke groeten van me en een Gelukkig Nieuwjaar dat zeker betere tijden zal brengen en dat jou vanzelfsprekend wordt toegewenst door je “broertje” Nol
P.S. je kan de radiolampen wel aan tante Els meegeven, dat is veiliger, vind je niet? Nol
[Daan en Martha aan Mimi]
[Amsterdam, eind december 1942]
Beste Miep!
Daan Klisser
Het is fijn zoo nu en dan een levensteeken van je te krijgen. Nu weet ik tenminste dat jij en Chawa het goed maken.
Volgens je laatste brief die ik gelezen heb ziet Chawa er patent uit. En jij ook hè, heb je het nogal dragelijk.
Miepsie, hartelijk gefeliciteerd meid, en we hopen natuurlijk dat we het volgend jaar met elkaar je verjaardag zullen vieren.
Van hier weinig nieuws. M’n moeder zit in Westerbork (hoop ik tenminste) misschien is ze al door!
Geef Chawa een kusje en zelf hartelijk gegroet
Daan.
Lieve Mimi en Puck.
‘t Is zonde om de overgebleven ruimte niet te benutten. En ik heb geen papier meer. Hoe is ‘t met jou? en met het kleintje? Hoop van goed. Hoe vind je het schortje voor de kleine schat. ‘k Moest voor een kennisje een kopen. Nou, en dan hoor jij er ook bij. Past het haar al? Een beeldje is het hè? Wat zou ik dat kleine wurmpje graag eens knuffelen. Ze worden nu fijn hè? Erg is het dat je nu niet samen hier van genieten kan. Maar wij missen ons kleine knolletje ook. Ik tenminste heel erg. Elleke praat ook veel over hem. Dat kind ruikt ook veel. Ze krijgt nu dagelijks les, en schiet ze aardig op, ze wordt nu zoo eigenwijs.
Het nieuwste verbod is, dat de dames niet meer met een broek aan mogen lopen, geen een meer. Hoe vind je zoiets. En ‘t is zo zalig warm met dat koude weer. Dat hebben we tenminste al weer gehad. Iedere keer weer iets anders. ‘t Is hier nog steeds onrustig. Je wordt er dol van. En ‘t houdt maar niet op. Wanneer zal daar een eind aan komen. Als dat zo in dit tempo doorgaat, blijft er geen J. meer over. En we willen zo graag de finale beleven.
Wat fijn dat jullie nu een radio hebben. Wat zal je genieten van de muziek. Nu dat heeft een mens wel eens nodig. Ik snak er ook wel eens naar. Ofschoon wij genoeg muziek van de mensen hier hebben.
Ik ben nu een pyjama aan ‘t naaien. Een heel werk nog. ‘t Is zo’n voldoening als je iets aan je body hebt, wat je zelf gewrocht hebt. Fijn[?] gaat het wel zo. Is jouw japon al af? Mooi geworden? Mau en mijn persoon waren bij Eef. Nu je snapt, ze was in de bonen. Ze wist niet wat of ze ‘t eerst of laatst moest doen. We stonden dan ook plotseling voor hun neus. Je snapt dat ze opkeken. Konden we dat ook maar eens bij jou doen. Elleke was woest, dat we niet naar R’dam gingen. Daar moesten we volgens haar toch het eerste heen. Wanneer zullen we jullie allemaal weerzien? Moed en vertrouwen, schreef ons deze week een ex-klant van Mau. Dat moet ons nieuwe geloof en devies maar zijn. Sterkte hoor. Een stevige poot en zoen van Mau, Martha en Elleke.
P.S. Hoe voel je je dat je ons nu zo vaak schrijft? Dat is je toch nog nooit overkomen.
[Estella Cohen aan Mimi]
[Amsterdam, 26 december 1942]
Lieve Mimi.
Nu tante Geertje weer weg is, heb ik even meer tijd om te schrijven. Dat uurtje dat zij er is komt er niets van. Wij zijn altijd zoo blij als wij haar weer zien. En wat sleept ze altijd zware dingen voor ons mee. Het is toch eigenlijk te erg. Maar welkom is het natuurlijk wel.
Morgen is het jullie trouwdag hè lieverd. Och lieve kind we waren net zoo graag bij jou dan jij het hebben wil. Doch geloof me, het kan niet. Daarin vooral moeten we ons allemaal sterk houden. Misschien geeft de goede God, dat we een volgend jaar weer allemaal bij elkaar zijn. ‘k Feliciteer je ook meteen met je verjaardag. Mijn verjaardag maak ik heelemaal niets van. Herman en Zus hadden plan die dag te komen, doch ik heb het ten strengste verboden. Die dingen kan het allemaal buiten. Tante Geertje heeft je zeker verteld dat Herman met Elleke’s jaardag hier was. Nou hij heeft geen erge prettige dag gehad, vrijdagavond is hij hier gekomen, en zijn toen tot 3 uur ‘s nachts opgebleven. De volgende dag heeft B. hem nog gesproken, die kan je vertellen wat je weten wilt.
Elleke heeft een reuzen verjaardag gehad. Er zijn meer dan 50 menschen groot en klein geweest om haar te feliciteeren, en een kleine 50 cadeautjes. We hebben alleen maar een koekje en een bonbonnetje gepresenteerd.
Martha is 14 dagen ziek geweest. Ze heeft hetzelfde gehad, dat jij eens voor je trouwen bij ons had, daarbij buikgriep. Nu is ze gelukkig weer beter, maar toch nog slap. Alles en alles heb ik mij natuurlijk een beetje te druk gemaakt, zoodat ik ook niet goed ben geworden. Zondagmorgen ben ik liggen gebleven, en woensdag had ik een paar witte stippen in de keel, vandaag ben ik gelukkig veel beter, en loop al weer een beetje om, dat is dus ook weer achter de rug. ‘k Had Mau gevraagd even naar de Bijenkorf te gaan, om te zien of ze nog een gummi broekje hadden. Hij is echter met niets thuis gekomen, dus er zal wel geen meer zijn. Maar lieve Mimi, laat je dat niet al te erg spijten, want de kinder worden er zoo licht rood van, daarbij is het zeer ongezond. Martha en Zus hebben ze nooit anders gebruikt, dan dat ze er mee op visite gingen.
We zijn toch zoo blij dat ze nu zoo mooi groeit. Een half pond per week is heel mooi, maar dat moet nu ook. Tante Geertje zegt dat het zoo’n heerlijk kind is. Wat is dat lieve kind nu toch een troost voor jou, denk je nu eens in, dat je haar niet had. ‘k Zou haar natuurlijk dolgraag eens zien, maar dat kan nu eenmaal niet. Ja kind wij zouden ook dolgraag wat meer van haar Vader hooren, doch ik hou mij er aan vast, dat het zoo het beste is. Wij kunnen toch niets doen, en moeten ons maar ophouden. Wie weet hoe gauw we weer bij elkaar zijn.
Bijgaande taart is voor tante Geertje en Oom voor hun 35-jarig huwelik, ze moeten ze even warm maken. De suiker is voor jou, we wisten niets te bedenken. Die kleine portretjes hebben wij niet meer, we hebben alles weggedaan.
Elleke blijft voorlopig thuis, dat heeft ook veel voor. Met Marti gaat het g.z.d. goed. Elleke vond je cadeau prachtig Mimi, en speelt er veel mee! O ja Mimi, Chawa mag niet meer dan 1 liter karnemelk per dag hebben. Als ze niet genoeg daaraan heeft, dan maar wat dikker. Daar maar even op houden zoolang ze zoo aankomt.
Ja dat is vreselijk jammer van Gré en Nol. Maar het is gelukkig weer in orde. Zooiets zul je steeds houden met die dingen denk ik. Het is niet eenvoudig hoor! We kunnen het niet genoeg prijzen dat jij zoo goed bent. Even afkloppen dat het zoo blijft. Tante Sophie was vanmiddag hier, die kan haast niet over haar kinder praten, het is ook meer dan ontzettend. Alles beter dan dat. Sari en haar broertje zijn nog steeds in Westerbork, wij dachten dat ze al lang dóór waren. We hebben van allemaal die weg zijn nooit meer iets gehoord.
Met Barend gaat het goed vooruit. Eef schreef dat hij er nog nooit zoo goed heeft uitgezien. Maar hoe het nu met z’n longen is, dat moet de photo uitwijzen. Verder houdt Eef zich goed. ‘k Weet niet zoo gauw waar haar brief is, anders zou ik ze bij insluiten. ‘k Zal Marth nog even vragen, misschien weet die ze.
dag schat veel zoenen van je liefh Moeder en Vader.
[Rebecca Leeuwin en Sal Gobits aan Mimi]
[Dordrecht, ca 24 december 1942]
Lieve Schatten.
In de allereerste plaats feliciteeren wij jou met je derde trouwdag en je verjaardag en hoop dat jullie dezen dag nog heel jaren in vreugde en geluk moogt doorbrengen waar ik niet bang voor ben want kindlief het gaat zoo hard. Zeg lieverd overdag spreek ik den geheele tijd met je want ik verlang zoo erg naar jullie en nu ik moet schrijven weet ik haast niets. Zeg lieverd wij zijn bij erg lieve menschen daar zijn we nu al 10 weken en hebben het er erg goed.
Ik was verleden week bij Gré met haar verjaardag. Ook was Nol bij me wat fijn hè ik had hem in geen 5 maanden gezien ik stond te trillen op mijn beenen van verlangen in andere omstandigheden zou zooiets niet voorkomen dan kan ik beter daartegen maar nu niet. Ik verlang ook erg naar Bram ik zou zijn snuit wel even willen zien. Zeg lieverd het is voor jou wel heel erg dat voel ik maar jij bent altijd heel flink in alles geweest dus daarin ook daar ben ik zeker van. Els is nu al drie jaar zonder haar man en wat is ze flink ik bewonder haar.
En schat jij hebt G.Z.D. je meiske bij je dat is toch een zegen voor je nietwaar wij zouden haar zoo graag willen zien wij spreken heel veel over haar van de week zeide ik tegen pa Opa Gawa wil een poppenwagentje hebben toen zeide Pa hoeft ze mij niet te vragen ik vroeg waarom niet toen zeide Pa dat krijgt ze zonder te vragen als ik over haar spreek glundert Pa zijn gezicht. Schrijf maar heel veel over haar wil je dat doen lieverd. Zeg kindlief dat eene kiekje waar ze op Tante Geertje haar arm zit is ze precies een arabisch kindje.
Ze gelijkt sprekend op jou ik heb een kiek van jou toen je 5 maanden was je zou zoo zeggen dat jouw schat dat is later zal je hem wel eens zien. Lieverd zou je Tante en Oom uit mijn naam willen bedanken voor de liefde die ze jou en het kind geven ik zal het nooit vergeten en hoop het ze nog eens te kunnen vergoeden. Nu schat heel veel zoenen van je liefhebbende en verlangende Moeder en Grootmoeder
Dag tot spoedig weerziens
Ik wensch jullie allemaal een gelukkig 1943
Lieve Miems.
Zooals je ziet, krijg ik maar een klein stukje. Lieve meid ik had zoo graag zelf gekomen maar ik mocht niet. Het gaat goed met lieve Gawa en ik hoop haar gauw weer bij me te hebben om haar lekker te knuffelen. Met mijn been gaat het al heel veel beter. Ik loop nu zonder stok, alleen op straat moet ik eenige steun hebben. Het wondje is nog niet genezen maar ziet er goed uit. Wij hebben het tot dusver best getroffen wij hebben een zit-slaapkamer en salon met verplaatsbare W.C. Reuze leuk en een prima verzorging. Radio, warm en koud water. Wij beleven soms de eigenaardigste dingen (maar daarover later). Moeder zit nu weer aardappels te schillen en anders te breien of stoppen. Onze dagen vliegen om. Nou lieverd geef Gawa een lekkere pakkert voor mij en wees zelf Hartelijk Gefeliciteerd van je liefhebbende Hallij Salassij. Ook vooral de Hartelijke Groeten voor Oom en tante, en meteen de gelukkigste wenschen voor de jaarwisseling.
1 miljoen zoenen (die had ik bijna vergeten). H.S.
[Mau Keizer, Mozes Wijnberg en Martha aan Mimi]
Amsterdam, 25 Dec. 1942
Lieve Mimi.
Ontvang van mij dezen keer langs dezen weg mijn hartelijke gelukwenschen met je verjaardag en je trouwdag, en laten wij maar hoopen, dat wij deze dagen het volgende jaar met ons allen bij elkaar weer mogen vieren. Niettegenstaande je dezen dag met je dochter en vrienden alleen bent, hoop ik toch, dat je een prettigen dag zult hebben. Ik ben er vast van overtuigd, dat we het volgend jaar wel weer bij elkander zullen zijn, en maken we dan weer een dubbel feest.
Zoo ik van tante Geertje gehoord heb, en uit je brieven verneem wordt de kleine Chawa al een schat van een kind, en is het fijn dat ze nu gestadig aankomt.
Ofschoon je misschien wel kunt indenken, ben ik ook erg nieuwsgierig naar je kleine spruit, maar zal ik mijn geduld toch nog wel even op de proef moeten stellen. Geef haar in ieder geval maar een lekkere pakkert van mij.
Met ons gaat alles nog heel goed. We hebben wat je noemt 14 dag vacantie d.w.z. dat er hier in A’dam niets gebeurt. Wat dan weer komt, zullen we wel weer zien.
In ieder geval hoopen wij hier nog een heele poos te blijven zitten.
Zoo je misschien wel van Moeder gehoord zult hebben, hebben we verleden week met Elleke haar verjaardag een enorme visite gehad. Er waren hier dik over de 50 menschen en heeft zij werkelijk een geweldige verjaardag gehad. Ze heeft zooveel cadeaux gehad, dat zij haast geen gelegenheid heeft gehad om alles uit te pakken. Wanneer zij het eene nog niet had uitgepakt, kwam alweer een ander cadeau. Ook weten wij niet precies wat zij van de een of ander gehad heeft.
Nu lieve Mimi houd ik voor dezen keer maar weer op met schrijven. Ik feliciteer je tot slot nogmaals, en ontvang van mij heel veel kusjes voor Chawwa en voor jou van
je zwager Mau.
Lieve Miem en dochter
Van harte gefeliciteerd met je verjaardag, maak ervan wat er [van] te maken is, wij zijn bij jou en leven geheel mee, geef je dochter een kus nog veel jaren
Vader.
Lieve Mimi en kind.
Hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag en trouwdag. ‘k Hoop en vertrouw maar, dat we deze dagen ‘t volgende jaar allemaal weer bij elkaar zullen zijn. ‘t Is tenminste heerlijk dat je ‘t kind bij je hebt. Dat is toch een hele troost. Hoe vind je Ellekes brief? Lollig hè? Haar 1e zelf geschreven brief. Moeder moest hem afmaken, want het gaat nog zoo langzaam bij haar. Ze is anders verdomd lui. Daar heb je geen idee van. Ze is haast te lui om zelf te lezen. ‘t Is makkelijker als ze voorgelezen wordt. Dan hoeft ze zich zelf niet in te spannen. ‘k Verlang wel heel erg naar m’n jongetje. Nu lieverd tot ziens. Een volgende keer meer. Een stevige zoen van Martha en Elleke.
Tante Maartje, de zus van Geertje, bij wie Gré en Nol ondergedoken zaten, vond onderduikers in huis te gevaarlijk worden. Ze raadde haar zus Geertje ook aan Mimi en Chawwa weg te sturen. Wanneer Maartje in Ilpendam op bezoek kwam moest Mimi met kind tijdelijk onderduiken bij Chris Tromp (geen familie) in Ilpendam.
Naar verluidt stuurde Els van As een strijkijzer naar Nol met een briefje erin met de mededeling: Er is niets mis met het strijkijzer, maar zit jij daar goed? Nol antwoordde dat er te veel mensen over de vloer kwamen en dus verhuisden Gré en Nol eind december van Voorstraat 328 naar Hoge Nieuwstraat 22.
Rechts de bovenverdieping van Hoge Nieuwstraat 22, nu 42-44
[Gré aan Mimi]
[Dordrecht, eind december 1942]
M’n lieve Aartje
Allereerst m’n hartelijke gelukwens met je 28ste verjaardag (Hopelijk is het volgend jaar een betere) en de hoop dat alles naar wens gaat. Hoe is het met Hummel. Heb je onze rammelaar al ontvangen die Wim en ik gemaakt hebben. Ik ben er precies 10 uur mee bezig geweest om het te bekleden. Zooals je misschien al weet ben ik verhuisd tot m’n overgrote spijt en Wim gaat ook verhuizen. Misschien vertelt tante Els je wel het een en ander ik ben nu ergens anders. Wie het is hoef je niet te weten, maar wel heb je de groeten en de hartelijke felicitaties van heel het huisgezin. Leuk hè. Je kent ze allemaal (Leuk, korte armpjes en overal jeuk). (Denk je dat eens in)
Wat je van me krijgt is voor mij nog een raadsel op het ogenblik morgen gaat …??… het kopen. Ik vond je broche een beeld en ik draag het iedere dag. Ik heb een geweldige verjaardag gehad Vader en Moeder waren ook hier, ik kreeg van de menschen hier een horlogebandje bloemen 1 doos bonbons en een zakje bonbons van tante Els twee bussen koekjes om te tracteeren en van Vader en Moeder bonbons en borstplaatjes van Dikke Tante een borstplaat en van Oom een stuk worst van Annie een doosje poeder en van Tante nog 2 knotten katoen voor Hummel om wat te maken. Wat heb je ‘t hardst nodig? Van Nol heb ik geen syllabe gehoord onaardig hè. Terwijl Tante Els nog bij hem was dezelfde avond. Enfin moet hij zelf weten. Ik heb hem een keer geschreven en toen heeft hij ook niet geantwoord.
Waarschijnlijk zal Wim je wel het een en ander schrijven over de gespannen toestanden of heeft Tante Maartje Tante Geertje al ingelicht. Geloof er dan vooral niet teveel van geloof er liever niets van. Want alles is verdraaid en gelogen. Enfin Tante Els zal het je wel vertellen. Ik hoop dat ze ook bij Daan aan gaat ik heb in geen maand wat van hem gehoord en dat maakt me erg nerveus. Ik doe hier de hele huishouding [… = weggestreept door Nol] … hele dagen weg met werk en …
heb ik gelukkig m’n handen vol…
De dagen vliegen om. Alles gaat goed hè. Dat zeggen ze in ’53 ook nog. Het gaat ook goed (maar voor ons?)
….
….
Nu lieverd ik eindig en met aan allen (al zijn ze onbekend) de groeten te doen en geef je hummel een kusje van me (Van mij ook!)
Wanneer zal ik m’n eerste eigen schatz eens mogen bewonderen. Het zal tijd worden. Krijg ik antwoord van je wat ik van die katoen maken moet? Dag sus een stevige pakkerd van Gré
Houd je flink alles komt en gaat goed.
gefeliciteerd met je schoonmama.
[Nol aan Mimi]
Lieve Zus, zoals je weet schrijft Gré erg lelijk. Om nu jouw ogen te sparen, heb ik het een en ander uit de brief verwijderd en heb je dus minder je ogen te vermoeien. Lief van me hè?
Broer Knol
[Barend en Eva aan Estella Cohen]
[december/januari 1942/43]
L[ieve] a[llen]
Ik zit dit briefje aan tafel te schrijven, ik moet de volgende week Zaterdag naar ‘t ziekenhuis om een photo te laten maken en mag daarom een uurtje op om te wennen ik voel me ook veel beter.
Eva Cohen & Barend Veldman in 1939
Mevrouw Loeber onze buurvrouw (haar man was wel bij jullie) schildert zoo je weet, nu heeft zij dunne penseeltjes n. 1 en 2 noodig die kan ze zeer moeilijk krijgen en aangezien die mensen zooveel voor ons doen zou ik haar gaarne helpen. Moos zie jij nu kans wat van die penselen n. 1 en 2 te krijgen doe me dan een plezier en zend ze ons.
Beste groeten voor allemaal.
‘t moeten penseelen voor waterverf zijn.
Zaterdagavond half zes. Lieve Allen.
O, Stel wat was het fijn dat Mart en Mou hier waren, o meid wat was ik onderste boven, nu zien we jou misschien ook wel eens. Hoe is het nu met jou, hierbij een jambon voor jou lieve Stel, dom van me, [dat] ik Mau niet een potje jam heb medegegeven, maar ik weet in zulk soort dagen nooit goed wat ik moet doen, Moos je doet je best wel voor de penseelen hè, Mevr. is a.s. Vrijdag jarig en dan zouden wij ze haar graag willen geven, ik weet anders ook niets. Kan één van jullie niet eens naar Tons[?] gaan en jullie komen ook nooit bij Klein?
Ach het is zoo’n beroerde tijd, ook vooral voor haar, zie er eens één van allen heen te gaan. ‘k Heb een reuzensteun aan James, ‘k ben heelemaal niet meer vermoeid, m’n rechterbeen is daardoor ook weer beter, wel heeft dokter me er vitaminen voor gegeven, dezelfde die ik reeds innam maar het dubbele aantal, ik geloof weer, in het mindere [?] staan, maar hoe dan ook, ‘k ben er zoo goed als af. Nu meen ik toch zoo stellig dat ik over iets speciaals wou schrijven en nu wil het me niet te binnen schieten. Van een week voor Kerst, hebben we niets van Sarie of van Mimieke gehoord, twee dagen dus de 23ste hebben we een pakje gestuurd, ook daar hebben we niets van gehoord, we wachten eerst bericht af voor we weer wat sturen. Hoe is ‘t met Elleke, laat spoedig wat hooren, schrijf je dan ook bij Mart, zoodra we de uitslag van de photo’s weten, zal ik het laten weten, veel liefs en sterkte van jullie l.h. Eva.
[Nol aan Mimi, Hoge Nieuwstraat 22, januari 1943]
Lieve “Sussie Aartje”,
tante Els komt zojuist binnenzetten. Morgen (Woensdag) gaat ze naar jou toe. Ze wou natuurlijk (weer net zo als altijd) een brief meehebben. Affijn (zoals Peter Pech zei) ik zal toch maar even schrijven, maar wee jouw gebeente (dat heb ik van Moeder) als je geen brief mee terug geeft, ik plak je neus tussen je twee oren (aan je achterhoofd natuurlijk).
Hoe durf jij, “boerenmaagd”(!?!), op zo’n manier over “aanpassen” te schrijven, waar het je jongste, je middelste en oudste broer betreft?
Zeg, moet je eens wat leuks horen! Ik had bij mijn vorig adres, voor die mevrouw, een raamantenne moeten maken, met eigen materiaal, behalve het houten raam. Dit heb ik door tante Els weg laten halen.
Enkele dagen daarna kwam die mevrouw dat ding terug halen. Ze vertelde, dat ze het speciaal had laten maken, het was van haar!!! Toen me dat ter ore kwam, heb ik tante Els direct bericht gestuurd dat ze alles!!, draad en condensatoren, er af moest halen, en het houten raam teruggeven. Komt ze even van een koude kermis thuis?
Hoe gaat het met Hummeltje? Kan ze al fietsen? Lust ze al asperges? Leest ze al aardig? Laat haar maar eens wat van Vondel lezen!
Wat is dat toch moeilijk om een brief te schrijven, als je niets weet.
Ik vorder al aardig met mijn radiotechniek. Ik ben al in staat om een versterker te bouwen, waar mee “Jansen” naar Churchill kan roepen dat-ie zich moet overgeven! Alleen zal door dat ontzaglijke volume van die stem, het geval een beetje overbelast worden met als gevolg, dat het geluid een beetje schor wordt. Maar ja, of ie nou zo of door een versterker staat te brallen, een schorre kikker is het en blijft het!!
Krijg ik het radio-toestel gauw, ik verlang om iets te repareren.
—————————————-
Die streep moet ik er onder zetten van tante Els. Ze wordt lastig (dat worden kindertjes tegen bedtijd altijd) ze moet weg!
Ik ben heus niet bang, want ik heb het ‘er voorgelezen
Nu, zeg tegen Hummeltje, dat ze na de oorlog eens mee mag, achter op de fiets.
De groentjes
(ook van die zus van je!)
Nol
[Elsje aan Mimi]
Dordrecht 10 Januari 1943
Beste Mimmi
Even een kort berichtje in verband met de briefschrijverij, je had aan Tante Geertje een brief meegegeven en toen las ik gisteren van Nol dat je nog schrijverij over die schijf verwachtte maar dat willen ze hier in geen geval meer hebben, als je nu wat te schrijven hebt dan stuur je het gewoon naar mijn adres en ik zal het wel verder bezorgen, dus als je nu naar ons toeschrijft als je vader jarig is dan kan ik het hem zoo gauw mogelijk ter hand stellen en dat zal dan nog een reuze verrassing voor hem wezen want hij denkt dat hij nu geen bericht kan ontvangen. Het zal wel een reuze teleurstelling voor je geweest zijn toen Tante Geertje met ledige handen terug kwam, maar dat is heusch mijn schuld niet want ik heb het de laatste keer zelf al voorspeld dat ze daar wel geen zin in zouden hebben. Het gaat hier alles nog goed, wat ik natuurlijk van jou ook hoop te hooren, we hebben zoo’n schik als we alles over de kleine hooren, geef haar een stevige pakkert van tante Elsje en ontvang zelf ook de hartelijke groeten van Corrie en mij.
Het goed wat Tante Geertje mee zou brengen dat zal ik van de week oversturen de radiolampen zijn heelhuids overgekomen wat eigenlijk wel iets bijzonders [is] voor mij ik zelf vind het tenminste een heele prestatie. Dus nu weet je het wel hè, mijn adres en dan zorg ik ervoor dat het in orde komt. Misschien dat ik volgende maand nog wel een keer in A’dam kom, dus ook op het bootje stap, ik vond het wat een gezellige dag de laatste keer dat ik geweest was, dus meisje ontvang nogmaals de hartelijke groeten van mij
je toegenegen
Elsje
[Gré en Nol aan hun ouders]
[Dordrecht, bij Jo Retel, voor maart 1943]
Lieve Pa en Moe.
Even een krabbeltje bijpennen. Ik heb de sokjes af. Vind U ze niet snoezig. Ik wel. Anton kon geen kaart op de kop tikken maar laat Tante Els eens bij dikke tante proberen die kon er iedere maand een voor me verzorgen. Ik heb nu geen geld meer, nog ± f2, niet veel hè. Als U soms nog wat kleingeld hebt dan houd ik me aanbevolen. Nu lieverds de groetjes van
Gré
Ik hoop dat Tante Els een brief van Daan mee terug brengt. Vraagt U het aan haar. Ik maak me erg ongerust dat hij me heelemaal niet terugschrijft. Als er maar niets aan de hand is.
Dag Gré
Lieve Pa en Moe,
Hier nog even een krabbeltje apart want de bijgaande “technische” brief is alleen voor Pa. Ik heb mijn pick-up in de radiokast staan (met verlichting erin) en de versterker bovenop. Nu nog de platen. Ik hunker gewoon naar een beetje muziek!!! Anton verdomt het gewoon om de platen te halen. Zo’n egoïstisch misbaksel heb ik nog nooit gezien. Iedere avond gaat hij weg, 2x per week naar de bioscoop. Ik vraag het hem heus niet meer. Dan maar geen platen. Nu jongens. Het gaat goeoeoeoed! Hebben jullie die bom gehoord, gisteravond? Ik zag op het dak iedere keer ontploffingen, van die oplaaiende vlammen. ‘t Was vast een bom van 3 ton de ruiten rammelden
Dag Nol
[Estella Cohen aan Mimi]
[Amsterdam, januari 1943]
Lieve Mimi en Chawa.
Zoo juist komt Mau van de dokter. ‘k Stuur het rapport bij wat de dokter heeft gegeven. Als ze nog huilt van de honger, mag ze toch niet meer hebben. ‘t Is wel hard, maar je moet je er toch maar aan houden. Geef dan maar geen levertraan meer, en dan deze druppels. Marti huilde ook altijd nog om meer. Zus ging dan met hem voor het raam staan, of ging hem anders afleiden, en dan was hij het gauw vergeten.
Over 14 dagen, gedurende dien tijd zoo doorgaan, dan moet je dokter nauwkeurig geboortedatum, geboortegewicht, tegenwoordig gewicht, en voeding schrijven. Je schrijft het dan naar hier, en wij verzorgen het weer verder. Wat fijn dat je nu geregeld controle hebt. Nu wordt ze zoo echt fijn hè? O, wat zal het al een schat zijn, om mee te spelen, passen die schoentjes haar nog? Wil je wel gelooven lieve Mimi, dat ik niet aan Bob denken mag? Dat hij z’n eigen kleine schat heelemaal niet kent hè? Als die oorlog maar eenmaal voorbij is, zullen jullie weer gauw genoeg bij elkaar zijn. Ik kan mij het volkomen indenken, hoe erg jij naar hem verlangt, ‘t zou onnatuurlijk zijn als het niet zoo was. Wie weet hoe die arme man naar jullie beidjes en ons allemaal verlangt. Wij hebben op hem nog zooveel voor. Als hij maar gezond is, mogen wij nog niet klagen, hoe zwaar ons dit ook dikwijls valt. We moeten maar weer goeie moed houwen lieve kind. ‘k Weet eigenlijk wel dat ik dit tegen jou niet behoef te zeggen. Je bent al die tijd toch zoo flink geweest. Hoe is het nu met je rugpijn.
Tante Geertje vertelde mij dit. Och wat jammer dat ze het de laatste keer zoo trof, dat juist Mevr. Serfontein en Mevr. Huinink er waren. ‘k Had geen tijd om jouw brief te lezen. Ook waren er nog 2 heeren. Zoodoende kon ik ook geen sigaretten meegeven. Die ik ook toch niet had. Zoomaar koopen kun je ze ook niet. Dat gaat altijd maar nu en dan. Daan verzorgt ze ook dikwijls.
De laatste tijd hebben wij heel weinig brieven van Zus gehad. Het gaat g.z.d. goed met hun. Ook met Marti gaat het heel goed. Eef heeft hem eens uit de verte gezien. Hij kwam bij hun langs met andere kinderen. Hij zag haar niet. Eef zei, dat hij er heel goed uitzag. Die schat hebben we ook in zoo’n tijd niet gezien. Mau en Marth waren er de vorige week met een reisvergunning naar toe. Ze vonden dat Barend wat je noemt ziek is. Moet de geheele dag nog liggen. Met ouwejaarsavond was hij er een paar uurtjes uit geweest, en was de volgende dag er heelemaal niet prettig van. Marth en Mau waren er nieuwjaarsdag, en zijn Zaterdagavond weer teruggekomen. Eef schreide van blijdschap. Die gort en suiker was van haar. Ze zei nog uitdrukkelijk dat jij en Chawa nergens geen gebrek aan mogen hebben. Of wij dat zouden toestaan hè? Maar wat is zij altijd lief en zorgzaam hè? Je kunt wel eens een briefje naar haar toe schrijven, of dat je het naar hier stuurt, dan stuur ik het wel door. ‘k Doe haar laatste brief hierbij in.
De laatste verordening is hier, dat dames geen broeken mogen dragen. Eef had mij haar skipak gestuurd, ze was bang [dat] ik anders kou zou lijden. ‘k Had de broek alle dagen met die kou aan. ‘t Was heerlijk warm. Nu is ‘t weer afgeloopen. ‘t Is nu ook zoo koud niet meer gelukkig. Elleke leert al een beetje lezen en schrijven. Als je haar wat eenlettergrepige woordjes in blokletters schrijft, kan ze het lezen. Grappig hè? Marti schrijft z’n ouders briefjes van 4 c.m. in ‘t vierkant, en dan boven in de hoek een paar woordjes, lollig hè? Herman loopt er heel trots mee in z’n zak. Je weet toch dat hij op Ellekes verjaardag hier was?
Als het zoo doorgaat, met Chawa, dan krijg jij een gehoorzame dochter Mimi, hoe zoo’n klein ding dat al begrijpt. Pas maar goed op lieve Mimi dat zij geen haren van de poes naar binnen krijgt. Nu ze zoover komt, is het met alles oppassen. Tante Geertje is ook niet weinig gek met haar hè? Als ze hier is, heeft ze altijd maar een uurtje de tijd. We willen de tijd dan wel uitrekken. Voor je het weet, moet ze weer weg. Vanmiddag was de fam Minnesma uit Overveen hier. Ze vroegen vol belangstelling naar jullie, en moest je vooral van hun groeten. Hun zoontje gaat gelukkig vooruit. Ze bracht een koek, Verkadekorstjes, en een paar busjes kruiden voor ons mee, aardig hè? Dag lieve Mimi en kleine schat, heel veel kusjes van je liefh Moeder, Vader, Opa en Oma
Vooral de groeten aan de fam
[Rebecca Leeuwin en Sal Gobits aan Mimi]
Nergenshuizen 15 Jan 43
Lieve Knobbel en klein knolletje
Ik heb van je lieve Broer een laatste portret gekregen dat sluit ik hierbij in. Hoe gaat het met het Kalfje en de Koeien? Knolletje wordt zoo lief zegt Els, je begrijpt dat ik erg naar haar verlang. Het rentenieren begint mij nu al wat te vervelen en verlang weer naar werk. Ik heb alweer een bedstel bijgevuld en gerepareerd en andere werkjes gedaan, en begin nu ook naar het einde van deze oorlog te verlangen hoe bestaat het!! Zoek vooral veel afleiding in het werken dat is het eenige dat je stabiel houdt. Nu lieverd vele kussen van je Hallij. Geef vele pakkerds voor je kleine Knobbel. Tot ziens.
Lieve schatten
Je leuke brief ontvangen vooral wat dat kwijlen aangaat. Wat vroeg krijgt ze tandjes maar dat kan nog wel eenige maanden aanduren voor ze voor den dag komen.
Ja kindlief we hadden visite met de verjaardag Broer en Zus. Zus is zoo ontzettend dik geworden je weet niet wat je ziet en toch heeft ze ‘s nachts erge honger ze eet veel maar ik denk dat het van de aardappelen komt die eet ze ontzagelijk veel Els en Corrie waren ook bij ons Corrie bracht bloemen Els koekjes en een pakje sigaretten, van Broer en Zus een pakje shag van mijn nihil. Zeg lieve schat hier is het eerste van Hummeltje haar verlanglijst wij hoopen dat ze het mooi vindt. Pa verlangt zoo erg naar jullie dat kan je je niet voorstellen ik heb het nooit kunnen denken dat hij zoo verlangend kon zijn. Zeg lieverd stuur bij Tante M. geen brief meer voor ons liever geen brief dan bij hun je weet niet wat ze me hebben gedaan ik kan en wil niet alles schrijven. Nu schatten heel veel zoenen van Moeder en Pappie Oma en Opa heel veel groeten en liefs voor Tante en Oom en de Neef ik wou maar dat ik ze eens sprak.
[Greta aan Mimi]
[Dordrecht, 24 januari 1943]
Lieve Maartje + Hummel.
Hoe is het er mee. Met ons is het o ké. Ook met de fam hier. Ra Ra wie is het? Op Pa’s verjaardag zijn we bij hem geweest. We hebben zoo juist aardappeltaart gegeten met Jan. Ik zal een proefje er opplakken [omcirkelde vlek] en koffie met slagroom imiteren [omcirkelde vlek] Zoo nu kun je proeven wat wij gegeten hebben en smul je ook mee. Ik heb een paar sokjes voor hummel gemaakt. Ik hoop dat ze passen anders bewaar je ze maar. Wat wil je nu van die katoen gebreid heben, schrijf dat nu eens hè. Broekjes? Ik ga een beetje uit elkaar schrijven want ik weet haast niets. Van Daan heb ik al 3 weken niets gehoord en hij mag elke 14 dagen schrijven gek hè. Ik maak me erg ongerust.
De tijd gaat goed hè. We schieten op. Hoe lang zou het nog duren denk je. Hoe groeit Hummel. Heb je niet eens een foto van haar voor mij. Ik heb alleen die foto’s waar jij op staat bij de geboorte. Ik wil zoo graag een hebben van hoe ze nu is. Ik ken haar helemaal niet. Doe je haar wel eens de groeten van Tante Gré en Oom Daan. Zeg Maart (april) weet je dat ik nog steeds in de bruidsdagen ben. Alleen zijn ze niet erg gezellig, enfin niets aan te doen hè. Nu meid doe allen de groeten en jijzelf + Hummel hartelijk gekust. Dag
Gré
P.S. xx haal de papiertjes er af en proef ze. Dan genotter je mee.
[Estella Cohen aan Mimi]
[Amsterdam, februari 1943]
Lieve Mimi.
We hebben in lang niets van je gehoord. Hoopen maar dat alles goed is. We hebben van Bakker gehoord, dat de moeder van tante Geertje overleden is, waarmee we haar condoleeren. Dat verklaart zeker ook waarom wij niets gehoord hebben. Het ledikantje is nu voor elkaar hè? We hebben het zoo goed gedaan als we konden. Je begrijpt dat we het niet zoo kunnen, als we wel graag zouden willen. Maar dit gaat in elk geval wel. Lieve Mimi, de dktr zou het erg prettig vinden als hij het kind eens kan zien. Als tante Geertje eens met haar komen kan, moet dit op een maandag of dinsdag, anders is hij niet te spreken. Wat heerlijk dat het nu zoo goed met de kleine schat gaat. Wij zouden ook zoo dolgraag eens kennis met haar maken. ‘k Stel mij haar voor als een tenger levendig donker kind. Zoo heb jij haar tenminste altijd beschreven. Ik vind het altijd maar weer zoo fijn dat je haar bij je hebt. Als het met onze lieve B[ram] ook maar goed is. O, ik mag niet aan het tegendeel denken. En toch hoe ontelbaar velen zijn er al weg. Zus, Martha, Eef hebben allen het gevoel dat het goed met hem is. En jijzelf ook hè lieve Mimi? Daar hou ik mij maar aan vast. Over ‘t algemeen denkt men, dat het nu niet zoo lang meer kan duren.
Zus haar brieven moest ik doorgeven aan zijn moeder, daarom maar alléén van Gré en haar man. Hier in A’dam gebeuren nog altijd erge dingen. Men kan het bijna niet meer verwerken. Toch doe ik mijn best om zoo goed mogelijk te blijven, in de hoop dat we allemaal eens weer bij elkaar koomen. Hier in huis is alles goed. Elleke gaat nu naar school en Hansje is een schat.
Onze huishouding is verder met 2 vermeerderd. Een jongen van 12 en een meisje van 15 jaar. ‘t Zijn dezelfde kinder die Marth en Mau ook al in Nijmegen gehad hebben. Hun ouders in Duitsland zijn gemengd getrouwd zoodat ze niet mee hoefden toen hier de weeschhuizen zijn leeggehaald. ‘t Zijn heel lieve en rustige kinder. En het meisje helpt wel mee in het huishouding, de jongen gaat nu naar een Christenschool. Ze hoeven ook geen ster te dragen. Dag lieve schatten heel veel liefs van je liefh moeder, onze hartelijke groeten aan tante Geertje en fam.
[Estella Cohen aan Mimi]
[Amsterdam, februari 1943 ]
Lieve Mimi.
Wat fijn dat tante Geertje er weer is, en dat alles zoo goed is. O, wat zouden we de kleine schat eens graag zien. Als tante Geertje weer komt kan ze haar misschien wel meenemen. We spreken het nu vast al met haar af. Ja ik kan het best begrijpen lieve schat dat je het af en toe te kwaad krijgt. Het gaat mij zelf toch net zóó. Als er toch maar eens een eind aan kwam. Het gaat wel reusachtig zeggen ze, maar voor ons duurt het te lang. Ze zijn me weer zoo ontzettend bezig hier. Alle uitgestelde zieken worden nu maar zoo overdag gehaald, en worden dan ineens doorgestuurd naar Duitsland. Heel [het] Apeldoornsche bosch is leeggehaald , en het verplegend personeel mocht kiezen, meegaan, naar Duitsland, of in Westerbork blijven. Tante Rientje, Oom Karel, tante Fie, komen dan ‘s morgens al hier, en blijven dan de geheele dag. Als ze niet thuis zijn kunnen ze niet gehaald worden. Wij zijn nog steeds niet overgeschreven, zoodat wij nog wel even veilig zitten.
Daan heeft ook bericht van Gré gehad. Ze komen wel bij elkaar. Vandaag heb ik aan B. gezegd, dat hij voor mij een half pond tabak en 50 goeie sigaren moet koopen. Die moet B. dan voor mij bewaren, die krijgt Br[am] dan als hij weer komt, dan heb ik wat voor hem. Als wij eens weg mochten zijn, dan weet je waar wat is. Ook is er dan nog geld hoor!
Wat zijn we blij met die kip. We kooken er lekkere soep van. Vleesch is hier heelemaal niet meer te krijgen. Maar dat is het ergste niet. Als we maar rust krijgen. Vader zal direct zien een paar rubberlaarzen te krijgen. Of het lukken zal weten we niet. Nou lieverd tante wil weg, duizend kussen van je liefh moeder en Vader Marth en Elleke.
Hoe gevaarlijk en traumatiserend dit geweest is blijkt uit het later door Mimi vertelde verhaal over een treinreis. Chawwa verwerkte het in een column.
Babygeheugen
Zestien jaar was ik en ik vond bepaald dat ik al een dame was. Het toenmalige vriendje nam mij mee naar zijn ouders. Mijn familie keek er van op. Lieve jongen die Harm, maar voor hen was het wel duidelijk dat hij homo was. Ik lag met hem op bed en we tekenden trouwjurken.
Ik meen me te herinneren dat ik bij zijn moeder op de bank zat en theedronk met mijn pinkje omhoog. Waar we het over hadden? Geen idee. En toen kwam de vader thuis. En van het nette meisje bleef niets over. De man werkte bij de douane en hij kwam met zijn pet op binnen. Ik kreeg een hevige huilbui met schokken en trillen en kon alleen nog maar uitbrengen: ‘Die pet, die pet.’ Pas toen hij zijn pet had afgezet kon ik rustiger worden. Maar uitleggen kon ik het niet.
Mamma liet me die pet beschrijven. ‘Hoog’, zei ik, ‘grijsgroen en een grote klep.’
Mamma vertelde dat ze in de oorlog, met mij in een reiswieg, in de trein zat tegenover een dikke Duitse soldaat die zo’n pet op had… Ze deed zich voor als een ongehuwde dame met kind. Waardoor hij aannam dat ik een kind van een Duitser was. Hij boog zich vertederd over mijn wiegje. Mam zei: ‘Als die mof niet zo’n dikke nek had gehad zou ik hem gewurgd hebben.’
Ik ben niet de enige met een oorlogsherinnering uit de babytijd. Mijn vriendin Rozette kon geen ouderwetse kinderwagen horen piepen zonder geheel overstuur te raken. Haar ouders brachten haar in zo’n babywagen naar haar onderduikouders. Ingeëtste herinneringen uit een nonverbale periode.Zoals een vriendin van mij zei, was mijn moeder een kanjer. Stevige verpleegstershanden had ze. En met haar ogen kon ze de hele mensheid regeren. Ze boezemde ontzag in. Streng werd gelukkig getemperd door haar gevoel voor humor. Ze vertelde me ooit troostend, notabene, dat de Duitsers mij nooit te pakken zouden hebben gekregen, dan zou zij zelf wel mijn nekje breken. Daarna begreep ik iets beter waarom ik bang voor haar was. Ook heeft ze me opgebiecht dat als het aan haar gelegen had, ze mij had willen inruilen voor mijn vader. Dat was toen ze me uitlegde dat zij ‘een Badelochvrouw’ was (waar werd oprechter trouw dan tussen man en vrouw…) en niet zoals ik lesbisch.
Maar ze voerde mijn vurige strijd dat wij homo’s het niet konden helpen, want het lag aan onze hormonen. Waarvan acte.
Uit mams brieven lees ik de geestigheid niet die ze absoluut had. De vrouw van de one-liners.
Kom ik thuis bij een vriendinnetje vandaan en zeg ik: ‘Mamma, die mensen zijn zo rijk die hebben wel vier wc’s.’ Zegt mam: ‘Dat is goed voor zoveel kak.’
Een andere was: ‘Doe wat je wilt de mensen kletsen toch.’En tot slot: ‘Kind, wij worden nooit dames.’ Ook daarin had ze gelijk.
[Rebecca Leeuwin aan Mimi]
[Dordrecht, februari 1943]
Lieve schatten
Nu nog een brief de eerste lag al van 15 Jan klaar maar Els ging nog steeds niet naar je toe dus schrijf ik er nog maar weer een. Zeg lieverd het duurt wel heel lang voor we elkaar weer zullen zien maar de tijd nadert toch ik hoop maar dat we 6 Juli weer allemaal samen zullen zijn dan is jouw kleine schattebout 1 jaar. Zeg lieverd hier is ook een kindje van een jaar dat is een rijkdom daar amuseren we ons mee het is dol op Vader en het zit ook altijd op zijn schoot dus je ziet wij hebben ook iets ter vergoeding het is wel niet het ware.
Zeg schat ik ben van de week 1 dag bij Els geweest en heb je kindergoed uitgezocht om mee te geven voor jou. Ik hoop dat het goed is. Ik weet niet veel alleen dat wij het hier heel goed hebben. Pa verveelt zich erg en is erg vervelend tegen mij dat begrijp je wel hoe dat gaat ik neem het hem niet kwalijk en doe maar net of ik niets merk. Zeg lieverd schrijf veel over het kind wil je dat doen dan kunnen wij ons een beetje voorstellen hoe of ze is Pa is jaloersch op oom Jacob en ik op tante Geertje maar toch vind ik het fijn dat ze zooveel van haar houden. Nu lieverd Els moet de brief mee hebben
Dag schatten
heel veel zoenen van
je liefhebbende Moeder
Oma en Pa en Opa
Heel veel groeten voor de familie
[Gré aan Mimi]
[Dordrecht] 19 Febr [1943]
Lieve Zus (ziezoo dat staat er)
Veel nieuws heb ik niet, alle dagen lijken op elkaar. Alleen is Daan sinds verleden week bij tante Els en misschien komt hij hier in pension. Dat zou fijn zijn. Ik heb vandaag de kamer en de keuken een goede beurt gegeven en ben er net mee klaar, de aardappelen staan al te koken en de groente heb ik gaar uit de hooikist gehaald. Je ziet ik leer het al. We eten hier 2x per dag warm eten dus is het de hele dag koken. De dagen gaan ook vlug voorbij. Ik heb niet veel tijd om je te schrijven want ik moet direct tafel dekken en het eten stampen en jus maken. Hoe is het met hummel lekker zeker hè. Ik verlang er erg naar om die peuter eens te zien. Vraagt ze nooit naar tante Gré of heb jij zoo veel kwaad van me gesproken dat ze niet van me weten wil. Waarom schrijft ze nooit een lettertje.
S-Nol zit aardappelen te jassen. Dat heeft hij van jou geleerd zei hij. Passen de sokjes nog steeds of is ze er al uit gegroeid. Ik vond ze zelf zoo snoezig dat ik ze zelf wel wilde houden. Ik wou dat ik al zoo ver was dat ik breien kon voor mezelf. Schrijf eens een uitvoerige brief, wat je de hele dag doet.
Ik heb je nu al 2x gevraagd wat ik van die 2 knotten katoen zal maken, je geeft geen antwoord. Dag Zussie groetjes aan de fam en pak hummel van me
Gré
[Daan en Gré aan Mimi]
Lieve Miep.
Het is op ‘t oogenblik vrijdag half 10 N.M. en tante “Elsje” en de “zr” hebben ons zooeven met een bezoek vereerd. Hetgeen altijd een prettig oogenblik is!
Was het een prettige tijding die “Elsje” je bracht of niet? Gedeeltelijk dan, niet? Kindje, hier is alles in orde, tenminste op hetgeen je wel van tante Elsje gehoord zult hebben en waarover ik je reeds schreef.
Ook gehoord dat jij en hummeltje het goed maken, gelukkig maar.
Nu beste kind, omdat ik je zoo kort geleden schreef, heb ik op ‘t oogenblik weinig nieuws!
Toch heb ik deze gelegenheid niet voorbij willen laten gaan je even te schrijven.
Hartelijk gegroet ook aan onze hummeltje
Daan en Gré.
P.S. Mimi ik zou bijna vergeten te bedanken voor de “mesomme” vriendelijk dank hoor meid
Daan.
[Rebecca Leeuwin aan Mimi]
[Dordrecht, maart 1943]
Lieve schat en kleine schat.
Allereerst een verontschuldiging dat ik niets heb bijgeschreven, ik wist niet dat er een brief naar jou toe ging anders had ik wel een paar woorden bij gekrabbeld. Ten tweede heb ik het adres niet geschreven maar Els, want ik weet jouw adres niet en mag het niet weten. Zeg schat wat jij in je vorige brief schreef over ons kibbelen zoo erg is het niet hoor vader moppert wel eens maar is het zoo vergeten dat weet je wel maar dat kwam hij had vreeselijke maagpijn en had dieet hij had 14 dagen niets anders dan pap en heeft ook een paar dagen in bed gelegen nu is het goddank weer over maar eet nog niet alles. Ik ben weer geheel de oude.
Piet zegt ik ben weer net (zoo mooi of leelijk) als ik voor de oorlog was ik ben veel dikker geworden ik gebruik geregeld die levertraanpillen en eet flink alleen verveel ik me liederlijk ik brei heel veel voor de kinderen van Els stop alle kousen schil alle aardappelen en maak de groenten schoon ik heb zeker al 12 p kousen en 6 p sokjes heel veel p. wanten en mutsen en sjawls gebreid. Els vindt het fijn ook broekjes voor de meisjes heb ik gebreid truitjes en ik weet niet wat al je begrijpt dat ze dat fijn vindt. Verder doe ik mijn eigen kamer dus je ziet ik ben ook den geheele dag bezig speel eens een dammetje met Piet of een kaartje en lees ook wel een mooi boek ik heb deze week gelezen De vreemde broeders van A.M. de Jong Het kasteel in Karintië van Johan Fabricius erg mooi.
Zeg lieverd Daan is nu bij Zus. Broer geeft daar Bridgeles leuk hè ze hebben het daar erg leuk geloof ik. Zeg schat je schrijft over een filmrolletje ik heb hier photo’s gezien die zijn op papierfilmpjes gemaakt heel goed die zijn nu in de handel. Nu iets over jouw (en onze) kleine schat. O kindlief wat missen wij jullie. Vader heeft beslist heimwee naar jou en het kind wat heerlijk dat ze zoo groeit en zoo flink wordt en leuk zeg met dat po’tje dat ze zoo vroeg al haast schoon is dat heb ik ook altijd zoo gedaan. Geef je haar wel eens een zoen van ons ja zeker hè. Zeg schat wat vreemd dat er van B geen goed is maar Piet zeide nou dan maar niet, in zijn bloote kont ontvangen we hem, was het maar al zoo ver afijn het schiet al op het is nu al weer maart wat gaat het vlug wij zijn nu al weer ruim 4 maanden ‘thuis’.
Zeg lieverd ik zou je graag iets willen sturen maar heb niets, als Els naar je toe gaat vind ik het vreeselijk dat ik niets voor je kan meegeven maar heb geen korrel om je te geven het eenigste wat ik je kon sturen is door anderen allemaal opgegeten namelijk bussen zalm erg hè en zooveel meer al mijn zeep is op op dezelfde manier als de zalm. Dit briefje dat er bij is kregen wij dezen week van Broer of tenminste wij niet maar Pels hij schrijft zoo gezellig altijd dat ik het maar altijd aan jou er bij doe. Zeg schat laat niet aan T Geertje lezen over die zalm want tenslotte is het toch haar zuster.
Nu schat eindig ik maar misschien wil Piet nog iets schrijven heel veel pakkertjes voor de kleine schat en heel veel zoenen voor jou van je hunkerende en verlangende Bep
[Ik vra]ag zoo juist aan Piet of hij jou [nog iets] wil schrijven maar hij zegt wat [moet] ik haar schrijven zeg haar en het kind maar dat ik erg naar haar verlang toen zeide ik dat heb ik al geschreven dus je weet het hij weet niets ik heb alles al geschreven dag schatten blijven jullie gezond tot spoedig weerziens ik heb geen ander papier
Dag.
[Gré aan Mimi]
[Dordrecht, zomer (voor 29 juli) 1943 ?]
Voor ik begin moet ik eerst even naar de aardappelen kijken. Ze koken al haast goddank want ik rammel. Ik zou je dolgraag een langere brief schrijven als ik maar wist wat ik heb nooit kunnen schrijven. Enfin Nol zijn epistels vergoeden mijn tekort misschien wel.
De foto’s waren erg leuk. Jullie worden dik hè. Het goede leven zeker. Zeg Zus ik voel dat alles goed afloopt hoor. Mijn voorgevoelens komen altijd goed uit weet je nog wel. Nu meid het beste kus hummel van me en doe de fam de groeten
je sussie Greetje.
[Elsje aan Mimi]
Dordrecht 5 April 1943
Lieve allemaal even wil ik jelui schrijven dat ik plan had a.s. Woensdag te komen, ik kom dan met Tante Maartje, want Aartje 1 is weer geweest en dat is nog niet in orde, maar ik kom maar 1 dag daarom kunnen jelui ons al vroeg verwachten nu verder geen nieuws als de hartelijke groeten van ons allen en een pakkert voor Hummel
Elsje
[Rebecca Leeuwin en Sal Gobits aan Mimi]
[Dordrecht, maart/april 1943]
Lieve Schat en fijne prul
Wat heerlijk dat het kind zoo groeit Oom Klaas verdoofd ervan ik geloof als het hun eigen kleinkind zou zijn zouden ze er niet meer van kunnen houden. Toen ik Tante Geertje zag was het net of er iets van jou mee kwam ik kon haast niet spreken zoo zenuwachtig was ik. Wat een paar zeldzaam lieve menschen het is niet te gelooven dat dat een zuster van Maartje is.
Zeg lieverd wist je niet dat Daan 10 Maart jarig was wij waren bij hem. Wat fijn dat je een filmrolletje hebt nu krijgen we heel gauw een paar photo’s hè! Wat leuk zeg van die kuiltjes naar wat zij vertellen is het een knap kindje och kind wat zouden we toch gelukkig zijn als we jullie zagen. Lieverd ik heb Tante Geertje wat thee meegegeven en een busje melk dat is het eenigste wat ik je kan sturen meer heb ik niet maar als je bij me komt zal ik het je vergoeden en mijn schade inhalen als het maar gauw is.
Els ligt al van maandag ziek. Dr zeide griep en Corry is in verpleging in Nijmegen nu is Rinus ook ziek ook griep. Dr was blij dat het griep was want er heerst zooveel Diphtiritus ook in Duitschland. Mevr Bouman had ook 3 maanden Diphteritus maar is weer beter. Nu lieve schat eindig ik maar na heel veel zoenen te sturen voor jou en het kind.
Dag schat tot ziens
stuur gauw photo’s
Els is boos dat je geen groeten hebt geschreven.
Lieve Aartje
Aan je verlangen in de brief heb ik voldaan. Ik heb ze naar Mr Smeets gestuurd en daar hebben ze verder zelf mede afgesproken dus zullen ze zelf alles vertellen. Nieuws heb ik niet. Voor de radio wordt gezorgd (als het nog mogelijk is) Geef Hummel een fijne pakkert, en wees zelf gekust van Hally Salassij
Ik zeg niks want jij zeg ook niet
Elsje.
[Brief onder pseudoniem van Rebecca Leeuwin aan Mimi]
[Dordrecht 6 april 1943]
Lieve schatten.
Bedankt voor jullie verjaardagsbrief maar het was wel een beetje een teleurstelling voor me want ik had gedroomd dat er een brief kwam met portretjes er in van het kind. Ik maakte de brief open het eerste wat ik zeide was geen portretjes ze keken me aan Piet en de familie hier toen vertelde ik het hun wat ik had gedroomd.
De kinderen waren niet hier want het is voor hun gezondheid niet goed ‘s avonds op straat te gaan. Zeg lieverd Piet was verleden week ziek hij had heel hooge koorts. Dr zeide het kwam van zijn been de wond was dicht en dat mocht niet hij had er belroos bij, met warme compressen moest het weer opengemaakt en als dat niet ging moest het gesneden worden dat had gelukkig niet noodig hij is nu weer op en voelt zich weer goed. Hij had met zijn bloote been in de zon gezeten en dat mocht niet.
Vandaag is Hummeltje 9 maanden wat vliegt de tijd toch hè schat. Ik verlang zoo ontzettend naar jullie het is nog nooit zoo lang geweest dat wij elkaar niet hebben gesproken. Maar dat zal ook wel weer komen als we maar geduld hebben. Zeg schat ik had van de kinderen bloemen van de Familie hier een bakje met hyacinten van Mevr. Lier een Hortensia en van nog een Mevr. een Azalea van een kindje hier een rol pepermunt leuk hè. Van Nol een leuke brief deze stuur ik je er bij maar wil hem graag terughebben.
Van Gré en Daan had ik ook een brief. Piet kon geen kaartje voor je teekenen die lag ziek toen heb ik aan Broer geschreven en die heeft het nu gedaan ik heb het nog niet gezien maar Els vertelde het mij. Lieverd ik heb wat kindergoed opgezocht meer is er niet ik hoop ik hoop dat dat goed is. Ik heb een paar sokjes voor jouw schat gebreid.
Zeg lieverd voel je nu hoeveel wij van jullie houden en wat wij nu missen. Ik geloof dat Piet zoo’n groot verlangen naar jullie heeft dat hij onaangenaam wordt. Dat kan ik hem feitelijk niet kwalijk nemen, maar voor iemand die er bij zit is het vreeselijk. Stuur hem maar een beetje opgwekte brief lieverd. Wat heb jij toch een schatten van Oom en Tante de goedheid en liefde straalt hun gezicht uit ze hebben alle twee een dikke zoen van ons gehad hebben ze die aan jullie wel overgegeven ja zeker.
Zeg schat jullie zijn allemaal vergeten hoe oud ik was nu lieverd ik was 56 jaar en 29 jaar getrouwd dus volgend jaar 30 jaar getrouwd. Nu schatten veel weet ik niet meer want wij beleven hier niet veel heel veel zoenen voor jullie allemaal Oom Klaas Tante Geertje heel veel groeten voor Jaap onbekend van Piet en Beb
Dag schat en kleine schat tot spoedig weerziens
Hierbij een busje melk om borstplaat te maken eet ze maar lekker op
p.s Lieverd er staat bij Els een kistje sigaren van Bob mag Piet die rooken hij heeft niets meer en een rookerskaart heeft hij niet geef Els de boodschap mee of het mag. Ik hoop van wel.
Dag Lieverds
Lieve Knobbels
Nog een paar lettertjes van Piet
Ik voel me nu weer een heelboel beter. Dokter moet nog komen. Wond mag niet dicht. Ik krijg nu Cibazol een Zwitsersch preparaat, dat werkt de pus weg en helpt uitstekend. Je begrijpt hoe ik naar jullie verlang, het is verschrikkelijk. Ik stuur je hierbij het Radiotoestel, daar heb je iets aan dat is prima. Nou kinderen tot ziens. Geef Hummel en de heele familie kussen van mij.
[Gré aan Mimi]
[Dordrecht, Hoge Nieuwstraat, begin april 1943]
Lieve Aartje
In de eerste plaats hartelijk gefeliciteerd met onze moeder (geen “onze Vader”) en met de 29-jarige huwelijksdag van onze ouders. Wist jij dat? Ik niet. Wist je dat we 31 Maart 4 jaar verloofd waren. Wat een tijd hè. We hebben elkaar maar een zoentje gegeven dat kost niets ingekocht. Hoe is het met Chawwa. Lekker zeker hè. Krijg ik ook een foto voor mijzelf van haar. Ja zeker hè. Wat heb ik er aan om ze te zien en weer terug te sturen naar Moeder. Nol zit hier ijverig te tekenen (niet voor de post) Tante Els komt vanmiddag de brief halen. Door Nol zijn schuld kon ik de vorige brief niet bijschrijven. Hij had hem al geschreven en dichtgedaan voor ik wist dat hij aan jou wilde schrijven. Ik wist er niets van. Hij had niets gezegd. Onaardig hè. Enfin niets aan te doen. De boel gaat goed hè. Net panto. Ze vliegen eruit. Verder is hier alles hetzelfde iedere dag is gelijk. Zeg sus gaat het nu met Hummel net zoo als met Okkie. Die wilde Vader ook niet missen en die was ook van jou. Laat je Hummel nu ook achter daar? Verder weet ik geen p…!
Mooi hè. Echt Greet hè
Dag zus Groetjes aan allen en jullie een pakkerd van Gré
[Daan aan Mimi]
[Dordrecht, Hoge Nieuwstraat, begin april 1943]
Lieve Zus.
Je respectievelijke brieven gelezen en met vreugde daaruit opgemaakt dat jij en het kind het uitstekend maken. Gelukkig maar, dat je het zoo goed met die menschen vinden kan. Wat ons betreft wij hebben het ook heel goed getroffen. Allereerst nu, hartelijk gefeliciteerd met je moeder. Wij konden evenmin aan een cadeau beginnen als jij. Wij hebben alleen wat bloemen gegeven. Spoedig hopen wij het anders te kunnen doen, hè? De werkzaamheden hier zullen je zeker al verteld zijn. Alsnog wil ik je schrijven wat mijn persoonlijk aandeel hier is. ‘s Morgens niet zoo erg vroeg op, meestal goed 9 uur. Wasschen, eten en kleeden. Hierna aardappels schillen tot den eten, dat is ± 12-12½ uur. Daarna wat zitten lezen of leren en Gré niet veronachtzamen. ‘s Avonds ± 6 uur eten en daarna weer verschillende dingen voor jezelf. Zoo is elke dag. Weinig afwisseling dus, doch uit te houden. De menschen hier zijn aardig voor ons. Nu beste kind, dat is ongeveer alles dat ik je weet te schrijven. Knuffel “Chawwa” voor ons en zelf hartelijk gegroet en tot spoedig!
Daan
[Rebecca Leeuwin aan Mimi]
[Dordrecht, Vlietweg, mei 1943]
Lieve schatten.
O wat verlang ik erg naar jullie wanneer zal ik jullie toch zien. (Ha net luchtalarm) Zeg lieverd wat zijn de foto’s leuk het kind lijkt 2 druppels water haar Vader en op Zus sprekend. Ik ben niet gauw jaloersch maar op Tante en Oom wel dat zij zooiets moois meemaken waar wij recht op hebben (dat jaloersch is maar gekheid hoor). Op ‘t oogenblik zit Gré bij ons laat E[lsje] maar vertellen waarom. We hebben wel pech met hun. Hierbij de laatste thee die ik heb, die uit de jampot van jou hebben wij opgemaakt dat was 3/4 pot nu heb ik de vorige keer al aan Tante Geertje meegegeven en nu de rest, wij hebben ook een klein beetje nog. Zeg lieverd rijst is er niet veel van jou het is een klein beetje in een jampot met muizerommel ik zal van mij maar een beetje meegeven voor Oom.
Zeg lieverd met Puck haar 1e verjaardag zullen we wel niet bij elkaar zijn afijn maar moed houden aan alles komt een eind ook aan deze ellende voor de menschen. Ik krijg steeds van broer zulke gezellige brieven die geven me heel veel moed als hij later zoo is zullen we veel steun aan hem hebben hij is ontzettend flink. Weet je wel dat hij nooit iets wou weten van de Radio nu des te meer maar dat is nu ook afgeloopen. Jammer genoeg dat is zijn eenigste afleiding. Rookkaarten hebben ze niet meer die hebben ze verloren. O kindlief wij verlangen zoo erg naar jouw puck zou ze niet een paar dagen hier kunnen zijn als E[lsje] haar meebrengt brengt Zr. haar weer terug. Ik wou dat het waar was. Zeg kindlief geef je de brief in boekdeel van Nol mee aan E[lsje] ik wil hem zoo graag lezen. Lief kind ik weet niets meer te schrijven. Piet zit op ‘t oogenblik pantoffels te maken voor je dochter. Heel veel zoenen voor jou en voor Hummeltje van Bep. Dag schatten geef heel veel groeten aan Tante Oom en Jaap. Dag tot spoedig weerzien.
[Gré aan Mimi]
[Dordrecht, gefingeerde datum, mei 1943]
St.Juttemis 2-2/8-43
Lieve Zus + Hummel.
In de eerste plaats een verontschuldiging dat ik met potlood schrijf maar ik heb geen inkt. Hoe is het met jou met mij o ké. Ik zit op het oogenblik bij Bep en Piet . Daar blijf ik voorlopig. Ik ben nu niet meer met Daan samen dat is wel erg jammer maar niets aan te doen. Hoe is het met hummel. Kun je haar niet opsturen als postpakketje? Het gaat goed hè. Ik weet werkelijk niet wat ik schrijven moet. Ik leer het nooit hè. Ik zit hier op het oogenblik met een jurk van moeder aan. Ik heb heelemaal geen zomergoed meer. Ik had zoo’n uitgebreide garderobe hè weet je nog.
Wat leuk dat hummel al leert lopen. Dat is wel vlug niet? Heb je het warmwaterbord nog niet nodig? Het staat geloof ik hier. De kinderen zijn schattig hier vooral de jongste die doet me aan Greetje uit R’dam denken toen ze jong was. Zeg Miem Vader zegt dat, na de oorlog, als hummel dus lekker schoon is, hij haar een hele reep chocolade geeft dan kan ze zich insmeren. Ik lik haar dan wel af. Nu zus doe allen de groeten van me en kus je dochter, jij zelf een poot
Gré
Hierbij 2 knotjes katoen. Die heb ik van Dikke Tante gekregen voor jou. Zie maar wat je er van maakt.
[Gré aan Mimi]
[Dordrecht, Vlietweg, voorjaar 1943]
Lieve Zus.
Tot onze grote verwondering nog steeds niets van je gehoord. Is er iets niet o ké. Of had je alleen geen lust. Zeg Aartje ik heb van een oud overhemd van Daan 2 schortjes voor onze hummel gemaakt en ook een bal. Je zult wel zien waar die van gemaakt is hè. Vind je ze leuk. Als je wat lappen hebt geef het dan aan Elsje mee. Als er eens iets is wat je graag voor hummel gemaakt wil hebben en je denkt dat ik het klaarspeel dan schrijf je maar hoor. Ik heb een erg leuk modelletje gevonden voor een pakje voor haar van dat roze lapje van je jurk. Met smockwerk, lijkt je dat iets. Je zegt het maar eerlijk als je het niet aardig vindt. Denk eraan gooi nooit iets weg. Alles kan ik gebruiken. Ik heb voor Mevr W hier een pop en een schortje en 2 ballen gemaakt die heeft ze cadeau gegeven. Zooiets kost haast niets.
Speelt ze al met de poppen? Heb je nog over mijn brief nagedacht? Ik zit steeds nieuwe dingen te verzinnen voor Chawwa. Ik vind het zoo leuk om steeds als Elsje naar je toe gaat iets voor haar mee te geven. En daar ik geen geld heb om wat te kopen pruts ik het maar zelf in elkaar. De oorlog zal nu wel vlug afgelopen zijn denk je ook niet? We hopen je weer vlug hier te zien. Dag lieve zus geef je hummel een pakkerd van je sussie
Gré
je mag er zelf ook een nemen.
[Rebecca Leeuwin aan Mimi]
[Dordrecht] 6 Juni [1943].
het kind is elf maanden wat vliegt de tijd, gelukkig maar
Lieve Schat.
Op ‘t oogenblik weet ik niet veel te schrijven. Zeg kindlief er is hier geen broekje van jou alleen 1 roze wol. Ik heb wat nachthemden gevonden dunne ik heb er niet een en heb er voor mezelf een paar hier gehouden dat is wel goed hè? Ik heb totaal geen ondergoed ik had van alles 2 meegenomen toen ik wegging en dat is nu al haast 11 maanden dus dat is op. Ik heb van Corry een paar oude camisols gekregen en van Els een paar broekjes. Zeg schat weet je wat ik van jou draag die wolle jurkjes met korte mouwen die bruine en die blauwe je weet wel die heele smalle die passen me precies.
Ik heb een figuur van een meisje van 18 jaar ik behoef geen corset meer te dragen ook draag ik dat jurkje weer die ik jou had gegeven je weet wel met dat kantje van onderen. Die pantoffels heeft Leo achter van de buren gedragen dat is zoo’n schat daar amuseeren we ons mee. Gré is dol op hem het is een echt knap kind hij loopt zoo lekker. Gré ziet er al zoo goed uit, toen ze hier kwam zag ze groen en haar oogen zagen zoo flets ze heeft een geruild gezicht. Siska heeft vijf beeldige hondjes daar amuseeren we ons mee. Ook bridgen we veel Gré kan het al goed. Ik zal mijn dagindeeling eens schrijven dan komt mijn brief vol.
‘s Morgens 8 uur op bedden op zolder uitleggen daar slapen wij nu en de jongentjes (Rinus en Bernard) dan beneden ontbijten. Leo is dol op Pa en Pa op hem, hij is liever bij ons dan bij zijn ouders leuk hè? Na het ontbijt de kamer doen de gang stoffen en stofzuigen [in de marge] Dat was toen ik er nog niet was nu doe ik het. [Gré] de zoldertrap veegen en stoffen en de zolder stofzuigen en de bedden maken dan aardappelen schillen en de ontbijtboel afwasschen. Ik houd al het stop en naaiwerk bij ik heb zeker al een 30 paar kousen en sokjes gebreid wantjes handschoenen mutsen sjaals enz. enz. dan koffie drinken om half een eten dan help ik of Gré met de afwasch dan gaan we rusten en dan een uurtje bridgen en in die tijd drinken we thee dan om 6 uur eten.
Op ‘t oogenblik haken Corry en ik keukengordijntjes erg leuk van uitgehaalde spreien. Hè hè hoe krijg ik mijn brief vol. Zeg schat het gaat heel goed. Laat Els maar zeggen wat we gehoord hebben of heb jij het ook gehoord ze gaan deze week beginnen waar hebben ze niet gezegd. Als het maar gauw is. Hierbij Nol zijn brief hij is niet zoo lekker en lijkt erg down. O Mimi Els zegt hij is zoo een lieve jongen ze houdt echt van hem dat kan je aan alles merken ze doet of het haar kind is. Pa zeide als we het beleven krijgt Els een eigen huisje van ons, als we het kunnen betalen natuurlijk. Nu schattekind heel veel zoenen voor jou en je kleine schat ik wou maar dat we haar konden knuffelen en jou ook we zijn de langste tijd van elkaar weg geweest. Dag schat Geeft Tante en Oom en de joongens de groeten en het beste met Oom en wensch hem gezondheid
Dag tot spoedig weerziens
Hoe vind je het zakdoekje dat heeft Gré netjes gemaakt hè
Ik heb een paar nieuwe kousen voor je meegegeven die heb ik nog bij Seida haar moeder gekocht
[handschrift Gré:] Op het oogenblik laat er hier iemand een p…je en nu beweert de Zr dat Pa het doet. Iedereen stinkt hier op Vader zijn naam. Dat ben ik.
[Sal Gobits en Gré aan Mimi]
[Dordrecht, juni 1943]
Luismaand 6 pietenjaar.
Lieve Hobbeknobbel en uitwas.
Je laatste brief kwam natuurlijk te laat. Wat je schrijft van Broertje zou ik liever niet doen. Ik vind het teveel risico en wil niets wagen er hangt teveel van af. Juist laat ik er één vliegen, en alles om mij heen vliegt gelijk (op) van de lucht af, je moet ze zien hoe ze er van/op afvliegen.
Zeg Knoesje, wat jammer dat oom Klaas niet prettig is. Geef hem een stevige poot voor mij, morgen om 1 uur dan zal ik aan jullie denken (dat is een genezingsmethode van mij) doen hoor!!! Geef ook tante en de jongens de groeten. Er is hier niet veel nieuws, vervelende lui waar ik ben, het eten zoo-zoo. Vandaag bij het diner vleesch [ernaast: liegt ie] en bij de lunch gebakken visch [daarboven: liegt ie ook], nou zie je dat schraalhans keukenmeester is. [toegevoegd: wat een jokkebrok]
Je moeder wil dat ik een ernstige brief zou schrijven nou dat lukt niet. Wel zal ik je het laatst gebeurde uit Dordt vertellen. Dat gebeurde in de Bloemzaak in de Steegoversloot. 2 Duitsche officieren willen mooie veel ruikende bloemen hebben, en alles wat die bloemist ze voorzet ruikt niet voldoende. De knecht die er bij staat zegt, ‘Zeg baas geef ze een scheet in een vasie’. Wat zeggen die officieren Infasie Infasie, gooien de bloemen op de grond en vliegen de winkel uit. Nu heb ik ook een blad vol [commentaar van Gré: beter dan een broek vol]. Nu meid schei ik uit. Vele kussen voor jou en Hummel
Je Hailly Selassij
Als de winter zacht geweest zal zijn
Op Marius (25 April) zal vallen het paaschfeest
op Anthonius (13 Juni) het Pingsterfeest zal zijn
zal dit jaar zijn als een beest:
Maar zal het na al het geklaag en wee
toch weer brengen een blije vree
Dit staat op een gesloopte kerkklok.
De censuur is van Greetje
[Gré aan Mimi]
Lieve Zus
Eigenlijk ben ik een beetje boos op je. Waarom heb je in je laatste brief niet eens de groeten voor me bij geschreven? Foei, om je lieve zussie zoo te verwaarlozen. Ik heb het hier best naar m’n zin. Tante Els is een schat en de kinderen zijn erg lief. Ook wel eens ondeugend natuurlijk. Het zijn toch kinderen. Hoe maak jij het? Hoe vind jij de foto’s? Snoezig hè. Ik wil er ook een hele serie hebben.
Ik heb voor tante Geertje een zakdoekje gemaakt. Hoe vind je het? Ik heb er precies 2 dagen over gedaan. Hoe is hummel? Hier is een erg leuk kind van ± 1½ jaar. Daar vrij ik veel mee en ik verzorg hem ook wel eens. Waarom is het jouw diertje nu niet.
Laten we hopen dat het vlug voorbij is. Het ziet er wel naar uit hè. Het gaat goed. Zeg Zus ik geloof niet dat Nol bij je komt Vader en Moeder maken zich zoo ongerust. En het is nu misschien nog een paar maanden. Denk je ook niet? Schrijf eens wat over je hummel. Hoeveel tandjes heeft ze al doet ze nog in bed en loopt ze al wat. Hoe is haar haar. Kun je het krullen, zo naar boven [tekeningetje] zoo weet je wel. Ik draag tegenwoordig mijn haar op zolder, weet je wel zooals jij het ook had [tekeningetje]. Kun je er uit wijs. Nu sussie ik eindig een pakkerd voor jou en hummel van je sussie
Gré
Kun je merken dat ze in Apeldoorn geweest is.
[Rebecca Leeuwin en Sal Gobits aan Mimi]
[Dordrecht, juni 1943]
Lieve schatten.
Hierbij de beloofde rijst voor Oom Klaas hoe is het met hem. Wij hopen dat hij wat vooruit gaat. Pa zijn been gaat op het oogenblik wat beter hij heeft erge pijn geleden. Pa heeft weer heel veel last van die ontsteking aan zijn darm. Dat komt natuurlijk doordat hij geen dieet kan hebben. Het minste dat hij eet dat te zwaar is braakt hij en ligt hij op bed. Nu heeft hij ook nog dat zijn gouden kies uit zijn mond is losgelaten daar zit zijn gebit aan vast dat kan hij er niet in hebben nu gaat het eten heel moeilijk hij doet een uur over zijn boterhammetjes. Afijn afwachten maar. Dokter zeide van de week voor die 6 weeken.
Pa heeft van de Dr gekregen 5 goeie sigaren en een ons goeie tabak. Dr keek mij aan en toen zeide hij ik zal zien wat melkbonnen voor u te krijgen toen heeft hij aan E[lsje] 2 melkbonnen en 2 boterbonnen meegegeven fijn hè! Pa vond hij goed uitzien. Dat is ook zoo, maar is niet veel waard, hij heeft niet veel lust om wat te doen.
Dr zeide van de week ik wou wel even naar uw dochter maar het was zijn kant niet uit want hij is met vacantie gegaan. De Fam Lade…. uit de Voorstraat heeft 3 st volvette kaas gestuurd die heeft E gekocht 2.50 p.p. niet duur hè hij was echt fijn. Hoe is het met onze kleine schat, is ze weer heelemaal beter van het inenten ja zeker. Gré heeft keelontsteking, ze heeft op ‘t oogenblik 38 ze loopt gewoon rond ze is niet wijs. Ze is nog niets veranderd. Pa zit de geheele dag te patienzen je weet wel dat kaartspelletje, tot vervelens aan toe. Garkow is ontruimd.
Bij Dr. was een D[uitse] officier in huis en die zeide met eenige weken is de oorlog afgeloopen want het gist in het D[uitse] leger. Nu lieve schat ik weet niet veel te schrijven. Dat komt dat je pas een brief van me had. We beleven hier niet veel iedere dag staat gelijk met de andere. Houd je goed we zijn gauw bij elkaar. O kindlief als je wist hoe wij naar jullie verlangen. Dag schatten heel veel zoenen voor jou en je kleine schat van je verlangende Moeder Vader Oma en Opa. Zoojuist zit Leo op mijn schoot hij is een lieverdje wij noemen hem ons surrogaat kleinkind. Dag, tot spoedig weerziens.
Lieve Mimi.
Hierbij zenden wij jou voor het kind een stuk olijfzeep mocht je het niet nodig hebben bewaar het dan (wij hebben nu niets meer). Miem er is een groot stuk been [tekening] (natuurlijke grootte) uit mijn dijbeen gekomen, dat zat vast door die haak nu heeft Dr. het er uitgerukt. Nu geloof ik dat het nu geheel gaat beteren. Ik heb altijd gezegd, als mijn been geheel over is, is de oorlog voorbij. Nu schatten gezondheid, geef allen de hartelijke groeten en vele kusjes voor je lieve Gawa. Je Hally.
[in de marge] Ik zou zoo graag ook iets voor jullie mee willen geven maar ik heb niets. Daarom dat stukje zeep. Dat is het laatste stuk zeep. Eau de cologne heb ik niet meer anders kreeg je dat voor het kind.