Dordrecht [dinsdag] 12 Juli [1932]
Dearest Bob.
Hartelijk bedankt voor de postzegels. Het was een leuk gezicht, dat lijstje om die brief. Zeg Bobbie, je zult moeten toegeven, dat ik op jouw brief al heel weinig kan antwoorden. Ik vind, dat je, als je nog maar één velletje postpapier hebt, er dan toch zooveel mogelijk op moet schrijven en niet zooals jij een half velletje (die P.Ssen allemaal namen heel veel plaats in). Mijn brief was heel wat langer. Je hebt gelijk wat je schreef over mijn naschrift, het is bijna nog grooter dan m’n brief zelf. Je begrijpt wel, dat ik dat nu niet meer durf. Je krijgt dus nu een veel kortere, je eigen schuld.
Ik heb vanmiddag eindelijk vacantie gekregen, morgen uitslag. Maar ik weet dat ik overga.
Tot hier toe heb ik geschreven voor 9 uur. Nu is ‘t half elf en ofschoon ik vreeselijke hoofdpijn heb wil ik deze brief toch even afmaken. Dan kan ik ‘m morgenvroeg posten.
Tusschen 9 en half elf ben ik naar les geweest.
A.s. Zondag gaan we naar Scheveningen, als ‘t mooi weer is. Natuurlijk naar ‘t badstrand. Vorige week Zondag zijn we met Jaap Duits z’n ouders meegeweest naar Slot Loevesteyn. Een heerlijke boottocht van 2 uur heen en 2 uur terug.
Zeg Bab ondanks je uitstekend pleidooi mag ik toch niet canoën. Ik ben ‘t met je eens dat ‘t onzin is, want ik kan al van klein kind af zwemmen.
Maar hoe gaat ‘t eigenlijk met de cano. Ben je daar al aan begonnen? Schrijf dat me eens eerlijk terug.
Vorige week Zaterdagavond heb ik ‘n leuke H.B.S. fuif gehad; dolgezellig, er waren geweldig veel stelletjes. Je kon merken dat ‘t zomer was. Nu Bab, ik weet werkelijk niets meer, doe Lientje de groeten en wees hartelijk gegroet van
je Mimi.
Schrijf gauwer terug dan ik nu.
Eigenlijk weet ik nog veel meer maar nu durf ik niet meer.
Dáág.
A’dam [woensdag] 13 Juli [1932]
My dearest Mimi
Allereerst hartelijk gefeliciflapstaart met de gelukkige uitslag van je examen. ‘k Zat er juist over te prakkedenken of je misschien niet geslaagd was, en je me daarom niet geschreven zou hebben. Edoch de goden hebben anders beschikt. Opdat je je dankbaarheid betone in een héél lange brief aan mij.
Zeg je kunt je vrees wel opzij zetten betreffende het naschrift. Ik verkies het tenminste boven zoo’n akelige korte brief van je. ‘k Was gisteravond een beetje toeren met een paar lui. Moest op een smalle weg een vrachtauto passeeren. De bestuurder voelde zich blijkbaar gedrongen m’n linker spatbord aan een soliditeits proef te onderwerpen. Het gevolg: één spatbord minder. Zooals je mij geschreven hebt, heb je gisteren vacantie gekregen, dat was dus 12 Juli. Je hebt zelf gezegd dat je een week thuis zoudt blijven en dan hierheen komen. Indien je dus de waarheid hebt gepreveld ben je dus 19 Juli hier. Ik reken er vast op.
O ja ik moest je eerlijk (vooral eerlijk) schrijven hoe het met m’n cano stond. Om je eerlijk de waarheid te zeggen, pardon te schrijven, heb ik er niet veel lust in, nu jij toch niet mag. Wat je opmerking betreft, over de kortheid van m’n vorige brief dat zat zoo: Ze hadden dien dag op de zaak erg gekankerd en dit heeft zich ‘s avonds demonstratief geuit in een onuitstaanbaar humeur mijnerzijds. ‘k Geloof dat ik het niet al te erg heb laten doorschemeren, maar ‘k was beslist niet in de stemming om een lange brief te schrijven. Hoop nu m’n schade in te halen. Ze hebben de onhebbelijk[heid] gehad om me plotseling vacantie te geven. ‘t Beroerdste is dat ik er heelemaal niet op gerekend heb. ‘k Ben voor de zooveelste maal bankroet en thuis willen ze me niet meer leenen omdat ik nog dik in het krijt bij ze sta. M’n fiets is in puin, ‘k weet geen raad met m’n vacantie. En dat wil heel wat zeggen. Als jij nu hier zou zijn.
Ja wenn das wörtchen “wenn” nicht war. A priori heb ik op vacantie niets tegen, maar onder welke omstandigheden brrr. Het eenige wat mij rest is me te werpen in het koele H2O dat men hier met den naam Amstel placht aan te duiden. Als ik daar de menschheid heb laten zien hoe zij zich niet in het water moeten voortbewegen en thuis kom, kruip ik eerst in bad om de overtolligheden die uit de Amstel zich op m’n lichaam hebben vastgezet te verwijderen. Als m’n fiets niet in puin lag, dan zou ik Zondag naar Scheveningen komen. Ik wou dat m’n fiets Lazerus was, dan zou die misschien ook weer opgewekt worden zooals welleer. Volgende maand ben ik moederziel alleen thuis of althans een gedeelte ervan. Want dan gaat de heele familie de stad uit, naar een of ander godverlaten gat, voor hun rust. Hum. Eilaas “Wat Jupiter past, past den os niet”. ‘t Kan ook zijn dat ze me uitbesteden.
Vind het leuk dat je je geamuseerd hebt op de H.B.S. fuif. Ik ben tegenwoordig een degelijk jongmensch (noodgedwongen).
Mimi indien je nog meer 1/2 c. postzegels wilt hebben, dan hoor ik het wel. Ik hoop dat je eenigzins bent tevredengesteld bent wat de lengte van m’n brief aangaat, want heusch ik weet niets meer zelfs geen P.S.
Je je steeds toegenegener
Bobbie
O ja toch nog. Was gisteravond nog even naar de tent. M. en K . Je ziet er hele families op sterk water zeg.
Gewoonweg griezelig. Indien je tijdig komt kun je ook nog van het “schoons” genieten.
BW.
[Op briefpapier van Leewin’s Bedden- en Meubelmagazijnen, J. Visser , Lange Pannekoekstraat 56, Rotterdam]
Rotterdam, Maandag 18 Juli 1932
My dearest Bobbie.
Wat ben ik blij dat je nieuw postpapier hebt, het is veel grooter dan je oude. Het was nu tenminste een behoorlijk lange brief, die ik ontvangen heb. Je schreef dat ik woord moest houden en na een week in A’dam komen, maar Bob je moet weten dat bij ons de week van Zondag tot Zondag loopt, nu en deze week kon ik nog niet weg dus wordt het volgende week Zondag, ik blijf dan een week, ga dan een week naar Haarlem en kom dan nog een week. Wel een gekke regeling maar dat kon niet anders. Zooals je ziet schrijf ik deze brief in Rotterdam, maar ik ga morgen weer terug naar Dordt, dus als je nog voor Zondag terugschrijft, dan naar Dordt. Ik ben vanaf Zondag in Rotterdam, dus bijna drie dagen, niet alleen voor plezier, ik moet n.l. naar den dokter.
Zeg heb je erg de pée in dat je nu al vacantie hebt, (en dan nog wel arm). Hoe lang duurt jouw vacantie? Ik hoop dat je nog vacantie hebt als ik in A’dam kom.
Je moet me niet kwalijk nemen, maar ik heb eigenlijk heel weinig zin om te schrijven. Ik schrijf met een gewone pen, en dat vind ik beroerd, en dan ik weet zoo weinig. Ik ben blij dat je geen cano bouwt, heb je nu die vriend z’n congé gegeven? M’n nichtje had toch ook niet mogen canoën, want ze kan niet zwemmen.
M’n tante roept dat ik mee moet en dus kan ik niet verder schrijven. Zoo’n abnormaal korte brief heb je nog nooit gehad, en dat nog wel na zoo’n lange van jou (Denk maar ondank is ‘s werelds loon). De reden van deze korte brief is dat ik jouw laatste brief niet bij me heb en nu kan ik die niet in volgorde beantwoorden.
Nu hartelijk gegroet door
Je Mimi.
P.S. Ik weet bij wie jij die mislukte Zondag (Je weet wel in Rotterdam) geweest bent.
Bij de fam. Marcowitz. Zoo zie je de waarheid komt altijd aan ‘t licht.
A’dam [dinsdag] 19 Juli 32
Darling
Ik ben eveneens blij dat jij nieuw postpapier hebt, maar je maakt niet zooals ik een goed gebruik er van. Wat jij schrijft dat bij jullie de week van Z. tot Z. loopt is swindel. Je smoesje is goed, maar je praatje deugt niet. Maar enfin. Ben al blij dat je a.s. Zond. komt. Kom je met de trein of auto? Indien je met de trein komt, schrijf me dan even hoe laat je aankomt.
Wat m’n vacantie betreft dat is hommeles. ‘t Kan zijn dat ik er één of twee dagen tusschen uit kan knijpen. Op hoop van zegen. Ik heb deze dag besteed om m’n kamer een beetje op te knappen, ‘n vrij hoopeloze taak overigens. En ‘t resultaat is nog nihil.
Gisteravond toen had ik dienst (schieten) en toen heb ik een patroon meegepikt, nou en die moest toen natuurlijk nog even worden afgeschoten. Midden in de straat om 11 uur. ‘n Geweldig effect. Opeens voor alle ramen verontwaardigde en verschrikte gezichten en een meneer die eenigszins van streek was, kwam me vragen of ik wou ophouden met die peschtschieterij. De schrik was ‘m in z’n beenen geslagen. Kennelijk een Jude.
Mimigri er is zoo verrekt (geen vloek) [weinig] te schrijven. ‘k Heb n.l. l.l. Zond. ook niet veel uitgevoerd. Ik wou dat het al Zond. was. ‘k Heb beslist wel een beetje opmonterend gezelschap noodig. Zeg wat is er eigenlijk met jou dat je in R’dam naar de dokter moet? Dat hoor ik dan wel als je hier bent. (Tusschen haakjes) M’n vriend stelt zich ook beschikbaar zónder cano. Dus je kunt met een gerust geweten je nichtje meebrengen.
Einde eerste en laatste bedrijf.
My dear, auf wiederschauen
Bob.
A’dam [zondag] 31 Juli [1932]
My dear Bob.
Het is op ‘t oogenblik kwart voor elf en om elf uur vertrekken wij (per auto) naar Haarlem. Het spijt me werkelijk dat we elkaar nu niet meer spreken want het is niet waarschijnlijk dat we vanmiddag naar Zandvoort gaan. ‘t Is erg lastig dat ik je niet vlugger bereiken kan.
Ik wilde je even m’n adres in Haarlem schrijven, dan kan jij mij eerst een brief sturen uit Groningen met jouw adres.
Wat treffen we het met ‘t weer vind je niet
Zeg Bob, hoe komt het dat jij nu weer vacantie krijgt. Crisis??
Als je terugschrijft vertel me dan eens bij wie je werkt hè.
Nu Bob ik moet direct weg en ik [wil] dit briefje nog even gauw posten en ik hoop dat je het nog op tijd ontvangt. Nu Adieu Bobbie.
Hartelijk gegroet door
je Mimi
Kleine Houtstraat,
De Concurrent.
Het nummer weet ik niet.
Amstellodamensis
[dinsdag] 2 Aug. [1932]
Sweetheart.
Mimi, ik geloof dat je je vergist, n.l. dat we elkaar niet meer zullen spreken. Ik ga a.s. Zondag of Maan. pas naar Gr. en jij hebt gezegd dat je Vrijdag alweer terug zoudt komen. Dus…
Was Zaterd. avond naar de verzamelplaats (Scheldeplein) van Hatsaïr toe, maar L.B. was er niet. Heb je ook nog opgebeld ‘s avonds maar je was al weg. Ben toen om ± 10 uur de stad nog even ingegaan in de hoop je er te treffen. Vervolgens een paar kennissen tegen ‘t lijf geloopen die me hebben meegesleurd naar die nachtfuif. Nu je hebt er niets aan gemist. Het was een reuze zoodje. Na afloop zijn we ter vergoeding van de doorgestane ellende naar ‘t Stuivertje gegaan. ‘k Was om ongeveer 6 uur thuis, en heb den ouweheer gewekt, want die moest naar Duitschl. Daarna ontbeten en om ongeveer 10 uur met de auto naar Zandvoort gegaan. Eerst nog pech gehad n.l. een lekke band en waren om ± 1/2 één gearriveerd.
Heb vervolgens een paar uur zoekgebracht om je te vinden, wat tot m’n groote spijt is mislukt. Een volgende keer beter. M’n vacantie berust gedeeltelijk op een “misverstand” en kan voor een gedeelte op rekening van de allesoverheersende Crisis geschreven worden. Het “misverstand” is n.l. dit: M’n ouwelui denken, als ik alleen thuis ben dat ik al te erg de beest zal uithangen. Nou vraag ik jou. Bijgaand stukje vloepapier kun je na het bezichtigd te hebben aan de prullenmand prijs geven. Dat ik het al niet heb gedaan, is het streven om je ook eens mee te laten “genieten” van m’n ledige uren.
‘k Lees hier juist op de “Tot nooit kalender” (Dr. Jos de Cock): “Ons denken is een levende kracht, die ons geheele kunnen beheerscht.” Mimi, ik denk aan jou.
M’n schrijvers talent is uitgeput ik hoop dat jij de jouwe spoedig ten toon zult spreiden.
Je Bobbie
P.S. De firma bij wie ik de twee volgende weken vacantie zal genieten is N.H. Koning
Rozengracht 245 C
Haarlem [vrijdag] 5 Aug. [1932]
Dearest Bobbie
Je hebt gelijk omtrent de vergissing, maar… gedeeltelijk.
Ik dacht n.l. dat jij al een halve week in Gr. zat dus dat was een fout, maar dat we elkaar niet meer zullen spreken, niet, want ik kom Zondag pas weer in A’dam en niet Vrijdag zooals jij schreef. We zullen om een uur of half twee wel thuis zijn, dus als jij Zondag naar Gr. gaat, dan spreken we elkaar niet, verstanden?
Zeg, ik begrijp heel goed dat jij Lientje B. niet hebt getroffen. Wij waren die avond dansen en toen was zij er ook.
Het is hier heerlijk, we treffen het geweldig met ‘t weer en zitten nu iederen dag op Zandvoort “Noorderbad”. Ik ben verbrand (tegen m’n zin).
Hè ik wou dat jij vacantie had, dan kon je Zaterdag komen.
Bobbie, ik heb hier een heele aardige film gezien “Es war einmal ein Walzer” met éénige muziek. Als die in A’dam komt, moet je beslist eens gaan.
Het is nu kwart over tien en om half elf gaan we meestal weg (op de fiets).
Ik zit in m’n strandpyama te schrijven. Gisteren toen we van Zandvoort terugkwamen in onze strandpyama’s hebben we zoo gelachen. Een politieagent liet ons stoppen en iedere keer als we doorkonden zei hij; “wacht nog maar even, dan kan ik jullie eens goed zien.” Nu je begrijpt midden in ‘t verkeer.
Maar verder raken de menschen hier ook overal aan gewend. Nu Bobbie ik weet niets meer.
Auf Wiedersehen my dear
je Mimi.
schrijf je gauw terug?
Winschoten [dinsdag] 9 Augustus [1932]
Darling
Heb je brief op ‘t laatste nippertje ontvangen en daarom ben ik Zaterdagavond met de nachtboot weggegaan. Vind je verzoek om vlug terug te schrijven eigenlijk wel een klein beetje onredelijk, want jij vindt het blijkbaar nooit de moeite waard om vlug terug te schrijven, desondanks voldoe ik toch maar aan je verzoek. De bootreis was erg saai en slapeloos. Was om ± 4 uur ‘s morgens in Lemmer en vandaar met de tram naar Groningen en was daar om 8 uur. Wilde daar nog een stuk familie bezoeken maar kon ‘m niet vinden. Vervolgens naar Winschoten.
Een erg dooie boel hier. Heb hier nog heel toevallig een kennisje uit A’dam getroffen en was daar gisteren [mee] roeien en zwemmen in Wedde veer. ‘t Was overigens wel leuk, er waren ook nog een paar nichtjes mee. Er is nog even gekiekt. Als ze klaar zijn zal ik wel even opsturen. Mimi schrijf mij nu ook eens vlug terug want ik ga Vrijdag ergens anders heen en dan ontvang ik je brief niet meer. Vond het trouwens ook heel onaardig van je dat je zoolang wachtte met schrijven. Dus…
Je smartelijk verlangende
Bobbie
A’dam [donderdag] 11 Aug [1932]
Liefste Bob
Kreeg je brief ‘s morgens vroeg op bed terwijl ik nog half sliep, was natuurlijk plotseling klaar wakker. ‘t Was even een koude douche dat standje van je. Je weet heel goed dat ik ‘t wel de moeite waard vind om je gauw te antwoorden.
Je zult op m’n vorige brief ook wel zien, dat ik wel direct geschreven heb, maar dat ik hem heb vergeten te posten.
Ik vind het erg prettig dat je je daar amuseert en ik verlang naar je kiekjes. Jammer dat ik zoo arm ben, anders zou ik ook kieken.
Vorige week in Haarlem m’n tasch verloren met al m’n geld, met jouw laatste brief, m’n zilverbeursje, kiekjes, vulpen enfin alles en alles. Ik weet me geen raad, ik durf ‘t niet aan Moeke te schrijven. Zondag in Haarlem naar ‘t politiebureau geweest. Maandag moest ik terugkomen maar toen was ik al in A’dam terug dus zou m’n tante gaan. En nu heb ik nog geen bericht. Ze laten me zóó in angst zitten, beroerd, bah.
Zeg ik hoop dat jij ‘t even jammer vindt als ik, dat we elkaar niet meer spreken. (Dat troost een beetje).
Zeg ik weet niets meer. Als je terugschrijft, kun je alweer naar Dordt sturen, want Zondag ga ik weer terug.
Wat was jouw laatste brief kort. Ik heb ‘m zooeven weer doorgelezen en krijg ‘t idee, of je me niet uit kunt staan. Schrijf de volgende alsjeblieft wat vriendelijker hè, en wat langer.
Ik vind [het] zoo prettig om post te krijgen van je. Maar zulke brieven heb ik niets aan. Het is één lang standje.
Nun Bobbiechen, sei herzlich gegrüszt
deine Mimi.
[afz. B. Wijnberg p/a M. Cohen Parklaan 3 Hoogezand]
Hoogezand [zondag] 14.8.’32
M’n liefste Far. baby
Vraag nederig excuus voor standjesbrief. Je hebt gelijk. Hoopte ook héél erg op brief van jou, en was toen een beetje uit m’n hum toen die niet kwam. ‘k Ben Vrijd. naar Gr. gegaan en heb daar je brief Zaterd. nagestuurd gekregen. Dus…????! Verrekt onplezierig voor je om je taschje te verliezen. Heb je je ouwelui ‘t al verteld? Zeg ik heb in Winschoten met een nichtje kennisgemaakt die in A’dam woont. Ook toevallig hè. Wel een leuk kind. ‘k Was een paar keer met haar roeien in Wedde. De foto’s nog niet ontvangen. Vandaag geweest in Paterswolde roeien en zwemmen. We waren met een heele kluit. Nog even een rondje dansen in ‘t Familie-Hotel daar. ‘t Was daar erg benauwd en zijn daar toen direct weer weggegaan. ‘t
Is ondertusschen 15 Aug. geworden en heb in de gauwigheid nog even m’n enkel verstuikt. Een erg pijnlijke geschigte. Op advies van de dokter nog een paar dagen liggen. We hadden juist een heel stelletje leuke plannen voor elkaar gestompt. Daar zal nu wel niets van komen. Erg jammer maar enfin. Ze hebben me nu al een heel stelletje boeken bezorgd. Ik hoop dat jij nu eens heel vlug terug schrijft dan ben ik tenminste enigszins getroost. Was vanmorgen nog zwemmen vanmiddag voetballen en vanavond een eindje fietsen. Komen bij een heel smal bruggetje over een droge sloot, viel toen eraf m’n voet in een kuil en ziedaar een verstuikte enkel.
Mimigri ik hoop dat jij een langere brief schrijft aan mij, want het gaat zoo lastig op bed te schrijven. Ja?
Je pechvogel
Bobbie
Dordt, [woensdag] 17 Aug. [1932]
My poor darling.
Hoe gaat ‘t met je verstuikte enkel. Jij hebt ook altijd wat, onvoorzichtig stukje mensch. Ik hoop dat je gauw beter zult zijn. Heb je pijn?
Zeg Bob, vlugger dan nu kan ik niet antwoorden wel. Dit is per omgaande. Vanmorgen op bed je brief ontvangen. M’n tasch is in Haarlem gevonden gelukkig. Ik heb ‘t later toen hij terecht was pas verteld.
Wat typisch dat je in Gr. kennis maakte met een nichtje uit A’dam. Zie je dat nichtje waar ik kennis mee heb gemaakt in A’dam nog (Veiligheidsmuseum). Zoo ja, de groeten voor haar.
Bobbie heb je nog iets gehoord van dien Duitschen vriend en weet je al iets van die kiekjes, daar ben ik vreeselijk benieuwd naar.
Eergisteren was bij ons de heelen dag een klein kindje op visite, en toen wilde Vader haar kieken. Ik haalde gauw een filmrolletje, en we waren kant en klaar, toen was m’n toestelletje kapot. Dat kan ik vandaag pas halen. Ik zal er voor zorgen dat er een goeie foto van mij genomen wordt, dan krijg jij ‘m. Goed?
Gisteren zijn Vader en Moeder met de auto naar België gegaan, tot Zondagavond, dus ik ben 6 dagen baas in huis.
Wel leuk. Vanmorgen inkoopen gedaan. Bobbie er is zoo vreeselijk weinig nieuws, in Dordt ga ik niet uit natuurlijk en nu m’n ouders op reis zijn moet ik in de zaak blijven (opletten).
Nu Lieverd ik weet niets meer. Beterschap hoor
Hartelijk gegroet
je Mimi.
P.S. Schrijf je vlug terug alsjeblieft?
Winschoten [vrijdag] 19 [augustus 1932]
My rich Darling (na terugvinden van je taschje)
Laatste dag in Winschoten. Morgen ga ik terug naar A’dam. Pijn van m’n linkervoet een beetje geminderd maar heb er een nieuw malheur bij gekregen aan m’n rechtervoet n.l. bij het zwemmen. ‘k Liep over de steiger, en een plank was zoo onvriendelijk om [er] een paar c.m. boven uit te steken. M’n voet kwam er mee in aanraking met gevolg dat er eenige beentjes werden blootgelegd. Zooals je op de ansichtkaart gezien hebt was ik een dezer dagen in Zuidlaren. Mieters zeg. Moet je beslist eens heengaan als je in de buurt komt. Wat de kiekjes betreft moet ik je teleur stellen, want ik heb een erg ontrouwe briefschrijfster tot nicht. Ik ga morgen met de nachtboot terug, ‘t lijkt me wel leuk. Ben dan om ± 4 uur in A’dam dan kan ik nog net even naar ‘t Stuivertje gaan.
Zeg hang je erg het beestje uit nu je oudelui weg zijn of pas je erg braaf op? Ik denk haast zwissenbeide. Ben jij zoo’n erg vertrouwenwekkend persoontje dat ze met een gerust geweten er een week tusschenuit gaan. Zeg ik heb geweldig geboft, want m’n moeder wilde me hier geplaatst hebben in Winsch[oten] maar is tot m’n groote vreugde er niet in geslaagd een patroon te vinden. Stel je voor zeg om hier in zoo’n godverlaten gat hier te worden begraven. Maar Gott zij dank het gevaar is geweken. Ik vind het erg leuk dat je moeite doet om een goeie kiek van je te maken. Liefst met lachende oogen want volgens je eigen zeggen sta je er dan het leukste op. Thuis zijn ze al erg verlangend er naar om eens een goede kiek van je te zien, want op die, die je mij hebt gegeven is niet veel op te zien. De radio speelt: Ich liebe Du liebst.
Nur deine
Bobbie
P.S. Ik weet nu niet meer op welke voet ik moet hinken want aan beide voeten heb ik nu wat.
P.S. Van den D[uitse] “vriend” heb ik nog niets gehoord want ik schrijf niet in m’n vacantie (behalve aan jou).
Dordt [woensdag] 24 Aug. [1932]
Dearest Bobbie
Alvorens ik je laatste brief in handen kreeg, kwam hij bij Vader en Moeder terecht en ‘t was niet moeilijk voor ze om te ontdekken dat ik onder de postzegel moest kijken. Je had ‘t notabene 4 maal onderstreept en buiten op de enveloppe geschreven. Had je ‘t niet nog duidelijker kunnen doen. Je begrijpt dat je hun nieuwsgierigheid gewekt had en ze konden de verleiding dan ook niet weerstaan en ze trachtten de postzegels er af te halen, wat niet helemaal gelukt is. In ieder geval geloof ik niet dat ze weten wat er onder stond.
Ik kreeg de brief geheel in orde natuurlijk. Maar ik vond ‘t wel vreemd dat ‘t me niet gelukte die postzegels er af te krijgen, iets wat ik toch anders wel kan. Toen ik ze er af had, was dat wat er onder stond dan ook niet meer te lezen.
(Moeder had die postzegels er zoo stevig weer opgeplakt).
Het eenige nadeel van deze zaak is nu dat ik niet weet wat er onder stond en ik was zoo “neugierig”.
Als je weer iets wilt schrijven, kun je ‘t er nog beter in schrijven.
Zeg Bob, ben je werkeloos, dat je Moeder je in Gr. wilde plaatsen? Waarom kom je niet in Dordt werk zoeken?
Kom bij ons in de zaak of is dat niets voor jou. (Is Dordt misschien te klein).
Je moet dat nichtje van je eens aansporen om die kiekjes op te sturen. Ik ben er zoo benieuwd naar en ik wilde dat Herr Rosenberg wat vlug z’n kiekjes stuurde.
Van mij is reeds een kiekje gemaakt. Maar daar ‘t rolletje nog niet opgebruikt is, zal Vader er nog een maken voor [de] zekerheid.
Nu Bobbie, ik heb daarnet een reuze lange brief geschreven aan een vriendinnetje en nu ben ik uitgeput. Er is trouwens zoo weinig nieuws. Hier gebeurt nooit wat.
Wat ‘t vertrouwenwekkende in mij betreft, dat schikt wel. (Ik geloof beter dan jij).
Zeg sinds wanneer vervoegt jullie radio ‘t duitsche werkwoord lieben. Zoover heeft de onze ‘t nog niet gebracht anders behoefde ik m’n duitsche werk niet meer te maken. God zeg, ik heb toch nog drie kantjes volgekrabbeld.
Morgenochtend post ik deze brief, want nu is ‘t te laat om nog weg te gaan (half elf). Nun Bob, welterusten, hoor.
Deine eigene Mimi.
P.S. Schrijf je in je volgende brief het onderschrift van die postzegels, wil je?
Mimi
Zooeven wilde ik, toen ik een jurk paste, op een sport van een stoel staande in den spiegel kijken. Natuurlijk moest ik er door zakken. Ik schrok me dood. Vader is uit, als hij thuiskomt een reuzendondertje.
Adieu.
Ik vergat bijna te vertellen dat Moeder en Vader zulke eenige cigarettenkokertjes voor Gré en mij mee hebben gebracht (met cigaretten).
[brief van Mili uit Groningen aan Bob]
Groningen, [zondag] 21-8-’32
Beste Bram,
Eindelijk is de temperatuur dragelijk, in die hitte van deze week kon ik er heusch niet toe komen om te schrijven en de beloofde kiekjes te sturen.
Ik veronderstel dat je, ondanks de snoode plannen die in de lucht hingen, nu wel weer in Amsterdam zult zijn en daarom stuur ik deze brief daar naar toe. Mocht je toch in Winschoten gebleven zijn, dan zullen je Ouders hem wel doorzenden.
‘t Heeft mij verwonderd dat alle kiekjes zoo goed geworden zijn, ik had het niet gedacht.
Je hebt zeker in Winschoten wel gehoord dat Julius verleden week Zondag toch in Paterswolde geweest is?
Ik vond ‘t echt vervelend dat we hem niet getroffen hebben want zijn hele middag was er door verknoeid.
Zijn Fietje en jij nog droog in Hoogezand aangekomen? ‘t Heeft hier flink gegoten, kort nadat wij thuis kwamen.
Geef de groeten aan je heele familie, wil je?
Voor jou de hart. groeten
van Mili
Dag.
A’dam [vrijdag] 26. [augustus] ’32
Liefste Mimi.
Eindelijk foto’s ontvangen stuur ze je hier bijgaande. Echter, ik zou ze gaarne terugontvangen. No 1.2.3.4. zijn in Wedde genomen. No 5 in Paterswolde.
De andere foto kun je behouden. Zooals je ziet hadden [we] pech. Deze foto is l.l. Zondag genomen. ‘s Nachts was ik met de nachtboot van Gr. gekomen. Vandaar m’n verwilderde toestand. Ziezoo, de foto’s zijn toegelicht. Zeg de reis met de boot was erg leuk. Maffen kon je er natuurlijk niet. Ik heb er nog een schoolvrind van me ontmoet. We hadden elkaar in 10 jaar niet gezien. Hij was met een heele troep, je begrijpt toen moesten we natuurlijk dansen. Eerst mochten we niet. Toen hebben we een afgevaardigde met de vredesvlag (een stok met een pyjamajasje) naar de kapit. gestuurd. Deze zat half te maffen en knikte alsmaar met z’n hoofd, wat als toestemming werd opgevat. Naderhand is hij zelf ook een rondje komen dansen.
Voorts maakte hij de opmerking dat er “nuvere wichies” (aardige meisjes) bij waren, en dat ik met m’n “horrelpoot” maar niet moest mee doen. Ik had n.l. even te voren het dek aan een meer nauwkeurig onderzoek in rollende toestand onderworpen.
Om ongeveer 5 uur waren we in A’dam. Toen zijn we met de heele bende de boel een beetje op stelten gaan zetten in ‘t Stuivertje. Was toen om 7 uur thuis. Om 9 uur waren we in Laren. Heb daar ook nog een paar rondjes gedanst, maar had zoo’n maf dat ik in de auto ben gaan slapen.
Zeg ik zou ‘t mieters vinden om in Dordt m’n bivak op te slaan, maar hoe kan ik zoo gauw aan een betrekking komen. Wat je schrijft om bij jullie te komen, daar zal je vader het wel niet heelemaal mee eens zijn. Ik kan ook moeilijk daar een betrekking komen zoeken, want ik kan moeilijk een dag vrij vragen nadat ik pas twee weken vacantie heb gehad. Werkeloos ben ik dus ook niet zooals je ziet. Maar ze vinden het thuis blijkbaar beter voor m’n opvoedering dat ik eens een tijdje bij anderen ben. ‘k Waardeer ze blijkbaar niet genoeg.
Wat je opmerking betreft aangaande het beperkte oppervlak van Dordt, kan ik je geruststellen. Jij bent er toch en dat is mij voldoende. Thuis hebben ze er geen bezwaar tegen. Maar ja eerst een baan. Dus… ‘k Dacht eerst dat je me heelemaal was vergeten en vlóóg elke bel naar de deur in de hoop dat er een brief van je zou zijn. Wat dat gevalletje onder de postzegel betreft, wilde ik ze bij jou thuis eens op de proef stellen of ze ook zoo “neugierig” zouden zijn als bij mij thuis. Ze zijn d’r fijn ingeluisd. Du bist ein? edele frau stond er onder. Want in een van je brieven had je een veel prettiger opschrift gezet dan in de volgende. Zeg Mimi wat zou je er van denken, als je twee brieven te schrijven hebt, mij eerst te schrijven. Want na je eerste schijn je al je capaciteiten verspeeld te hebben, hoewel ik over de laatste niet te klagen heb. Im gegenteil.
Deine einzige?
Bobbie
P.S. één van de genummerde foto’s kun je houden.
P.S. schrijf een beetje vlugger terug. Ja?
Ik zal het ten zeerste op prijs stellen.
Dordt, [woensdag] 31 Aug. [1932]
Liefste einzige Bob.
Wat een leuke foto’s. Ik ben blij dat ik die ongenummerde mag behouden, want dat is de beste en verder heb ik no. 3 gekozen. Daar sta je zoo koddig op. Knap meisje staat daar op zeg! Is je nichtje, niet?
Neem me niet kwalijk, maar je bent een reuze boemelaar hoor.
Zondag zijn we naar Scheveningen geweest. Gré, Nol en ik waren naar ‘t badstrand gegaan. Ik was er nauwelijks of ik zag overal kennissen, dolgezellig.
De heele middag is een kennis van voorig jaar bij ons geweest. Hij heeft nog een foto van me gemaakt in strandpyama (nu is m’n rolletje bijna op).
Weinig zal hij denken dat ik die moest hebben om naar jou te sturen.
Zeg, ik begrijp wel, dat ‘t onmogelijk is om in Dordt te komen. Wat ik schreef van bij ons, was natuurlijk maar een grapje. Bob ik begrijp werkelijk niet wat je bedoelt met “Du bist ein? edele Frau (jij schreef frau, grundfalsch). Wil je ‘t mij misschien uitleggen.
Nu Bob, ik kan ‘t niet helpen dat deze brief wat kort wordt. Ik moet even met Moeke een boodschap doen en ik wil ‘m graag meteen posten. ‘t Is zoo gezellig druk op straat. Zooiets als op 1 mei. Herinner je je dat nog. Ik wel.
Bah, ik heb twee inktvlekken op m’n hand.
Hartelijk gegroet.
Deine (Einzige) Mimi.
P.S. Is ‘t nu vlug genoeg naar je zin?
A’dam [vrijdag] 2 sept. ’32
Liefste Mimi
‘t Is wel erg kwaaddenkend van je dat je nog eens expres vraagt of dat knappe meisje wel een nichtje van me is. Je kunt er op vertrouwen. Vond je dat “boemelen” zoo erg? Ik hoop werkelijk dat dat rolletje eindelijk eens vol komt. ‘k Durf er haast niet over te schrijven, want elke keer dat ik er over schreef, waren ze mislukt of iets dergelijks. Enfin op hoop van zegen. Ben op ‘t oogenblik thuis met een zware verkoudheid. De dokter zegt dat ik alle hoop op een longontsteking nog niet hoef op te geven. Kan dan misschien m’n oudste zuster gezelschap gaan houden want die gaat n.l. a.s. Zond. naar ‘t ziekenhuis, om ergens voor geopereerd te worden. Wáárvoor weet ik niet precies. Heb jij je nogal geamuseerd met Koninginnedag? ‘t Was hier een reuze zoodje. Was ‘s avonds met de cano op de Amstel maar heb niet veel van ‘t vuurwerk gezien want we hadden al onze aandacht noodig om ‘t water uit te hoozen. Zag toevallig in de courant een aardige naamreclame, van de letters van de firmanaam was een hoofd getekend. Dacht direct aan jullie naam. Resultaat ingesloten.
‘t Is ondertusschen 4 Sept. geworden. Er is nog steeds niets nieuws te vertellen. M’n verkoudheid is al een stuk beter, en hebben vandaag met de heele bende m’n zuster uitgeleide gedaan. Indien je je bekenden scherpzinnigheid eens aan den dag legt terwijl je m’n vorige brief overleest, zal je misschien kunnen uitvinden wat het beteekende, wat er onder de postzegel stond. Daar ik er nu principieel bezwaar tegen maak om een lange brief te schrijven zal ik m’n pen de haar welverdiende rust geven
Bob.
Tot m’n spijt brief paar dagen blijven liggen.
Bob
Dinsdag 14 Sept. [1932]
Mijn liefste Bobbie.
Wil je wel gelooven dat ik dacht, dat er een ongeluk gebeurd moest zijn? Ik was juist van plan nog eens te schrijven toen ik jou brief eindelijk ontving. Ik was werkelijk opgelucht toen ik las, dat je alleen maar op een longontsteking “hoopte”. Het zal zoo’n vaart wel niet loopen denk ik.
Zeg ik durfde niet terug te schrijven voor ik de kiekjes had. Vandaar dat ik net als jij zoo “verschrikkelijk” lang wacht met schrijven.
Ik heb ‘t werkelijk druk op ‘t oogenblik. Ik “zwem” letterlijk in m’n werk. Vandaag ging ‘t nogal omdat we morgen (Woensdag) maar ‘n halve dag les hebben. Maar bijv. voor Dinsdag hebben we 7 vakken. Dan moeten we zwoegen.
Bobbie hoe gaat ‘t met je zuster. Is ze nog in ‘t ziekenhuis? en weet je werkelijk niet wat haar mankeert of doe je maar zoo.
Je schrijft dat ik kwaaddenkend ben, maar ik mag me zeker wel verdedigen hè? Je hebt me n.l. verkeerd begrepen. Het was doodgewoon een compliment voor je nichtje.
Nu ik je brief nog even overlees, zie ik dat je op de Amstel was met Koninginnedag. Daar heb je natuurlijk die verkoudheid opgedaan.
Ik geloof dat jij in je laatste brief leugentjes gespaard hebt. Wanneer heb ik (of ‘n ander) jou ooit verteld dat ik scherpzinnig was? Ik ben ‘t toevallig heelemaal niet. Tenminste als ‘t zoo was, dan laat die scherpzinnigheid me nu leelijk in de steek, want ik snap er nog niets van.
Loopen er bij jullie in A’dam ook zooveel Chineesjes en Javaantjes rond met pinda. Bij ons troepen. Ze hebben ‘t goed in Dordt. Iedereen heeft medelijden met ze. De vorige keer dacht ‘t publiek dat iemand zoo’n mannetje met water gooide (wat heelemaal niet waar was) en toen vlogen ze die heer gewoonweg aan. Hij moest met politie naar huis gebracht worden. En
‘s avonds een heel stuk in de krant, waarbij bleek dat iedereen zich vergist had en dat allemaal om een pindamannetje. Zoo noemt iedereen ze hier.
Bobbie ben je a.s. Zondag vrij, ik bedoel voor mij. Denkelijk of liever gezegd Hoogstwaarschijnlijk kom ik Zondag in A’dam. Ik hoop dat je ‘t prettig vindt. Nu Bobbiechen ik weet geloof ik niets meer er gebeurt hier nooit wat, Nu dag tot Zondag
Je Mimi.
P.S. Ik hoop dat de kiekjes naar je zin zijn.
Wil je nu dat kleintje alsjeblieft terugsturen, daar heb jij toch niets meer aan hè.
Daag.
Hoor ik nog iets van je voor Zondag?
Donderdag 15 [september 1932]
Liefste Mimi
Had alle hoop al opgegeven om nog eens een brief van je te ontvangen. Kiekjes erg leuk. Verrekt leuk dat je Zondag hier komt. Natuurlijk ben ik vrij voor jou. Alleen de afspraak is weer erg vaag. Ik veronderstel dat je naar je tante gaat. Zal dan wel even bellen. Ga Zaterdag naar Den Haag. ‘t Kan zijn dat ik daar een betrekking krijg. Je ziet ik kom al in de richting. Zeg Mimigri je zult me deze correspondentiekaart moeten excuseeren, want m’n sleutels zijn zoek en ik kon geen ander briefpapier vinden, heb toen maar iets van m’n zuster gegapt, want ik wilde jou geen volle week laten wachten op een brief. Vanavond gehoord dat ze bij m’n zuster een stukje blinde darm eruit gepeuterd hebben en nog iets, maar dat weet ik beslist niet meer.
Van nichtszijde bedankt voor het compliment. Ook hier is het nieuws uitgeput. Er gebeurt hier wel wat maar dat weet ik niet. Dat kleine kiekje zal ik je Zondag wel geven want m’n sleutels…
Nur deine Bob